Romans 6:9-11

DSV_Strongs(i)
  9 G1492 G5761 Wetende G3754 , dat G5547 Christus G1453 G5685 , opgewekt zijnde G1537 uit G3498 de doden G3765 G2089 , niet meer G599 G5719 sterft G2288 ; de dood G2961 G5719 heerst G3765 G2089 niet meer G846 over Hem.
  10 G1063 Want G599 G5627 dat Hij gestorven is G266 , dat is Hij der zonde G2178 eenmaal G599 G5627 gestorven G1161 ; en G3739 dat G2198 G5719 Hij leeft G2198 G5719 , dat leeft Hij G2316 Gode.
  11 G3779 Alzo G2532 ook G5210 gijlieden G3049 G5737 , houdt het daarvoor G1438 dat gij G3303 wel G266 der zonde G3498 dood G1511 G5750 zijt G1161 , maar G2316 Gode G2198 G5723 levende zijt G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus G2257 , onzen G2962 Heere.