Zechariah 4

DSV_Strongs(i)
  1 H4397 En de Engel H1696 H8802 , Die met mij sprak H7725 H8799 , kwam weder H5782 H8686 ; en Hij wekte mij op H376 , gelijk een man H834 , die H4480 van H8142 zijn slaap H5782 H8735 opgewekt wordt.
  2 H559 H8799 En Hij zeide H413 tot H4100 mij: Wat H7200 H8802 ziet H859 gij H559 H8799 ? En ik zeide H7200 H8804 : Ik zie H2009 , en ziet H3605 , een geheel H2091 gouden H4501 kandelaar H1531 , en een oliekruikje H5921 boven H7218 deszelfs hoofd H7651 , en zijn zeven H5216 lampen H5921 daarop H5216 ; die lampen H7651 hadden zeven H7651 en zeven H4166 pijpen H834 , dewelke H5921 boven H7218 zijn hoofd waren;
  3 H8147 En twee H2132 olijfbomen H5921 daarnevens H259 , een H4480 ter H3225 rechterzijde H1543 van het oliekruikje H259 , en een H5921 tot H8040 deszelfs linkerzijde.
  4 H6030 H8799 En ik antwoordde H559 H8799 , en zeide H413 tot H4397 den Engel H1696 H8802 , Die met mij sprak H559 H8800 , zeggende H113 : Mijn Heere H4100 ! wat H428 zijn deze dingen?
  5 H6030 H8799 Toen antwoordde H4397 de Engel H1696 H8802 , Die met mij sprak H559 H8799 , en zeide H413 tot H3045 H8804 mij: Weet gij H3808 niet H4100 , wat H428 deze H1992 dingen zijn H559 H8799 ? En ik zeide H3808 : Neen H113 , mijn Heere!
  6 H6030 H8799 Toen antwoordde Hij H559 H8799 , en sprak H413 tot H559 H8800 mij, zeggende H2088 : Dit H1697 is het woord H3068 des HEEREN H413 tot H2216 Zerubbabel H559 H8800 , zeggende H3808 : Niet H2428 door kracht H3808 noch H3581 door geweld H3588 H518 , maar H7307 door Mijn Geest H559 H8804 [zal] [het] [geschieden], zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.
  7 H4310 Wie H859 zijt gij H1419 , o grote H2022 berg H6440 ? Voor het aangezicht H2216 van Zerubbabel H4334 zult gij worden tot een vlak veld H68 H7222 ; want hij zal den hoofdsteen H3318 H8689 voortbrengen H8663 [met] toeroepingen H2580 : Genade H2580 , genade zij denzelven!
  8 H1697 Het woord H3068 des HEEREN H1961 H8804 geschiedde H413 verder tot H559 H8800 mij, zeggende:
  9 H3027 De handen H2216 van Zerubbabel H2088 hebben dit H1004 huis H3245 H8765 gegrondvest H3027 , zijn handen H1214 H8762 zullen het ook voleinden H3045 H8804 ; opdat gij weet H3588 , dat H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H413 mij tot H7971 H8804 ulieden gezonden heeft.
  10 H3588 Want H4310 wie H936 H8804 veracht H3117 den dag H6996 der kleine dingen H7651 ? daar zich toch die zeven H8055 H8804 verblijden zullen H913 , als zij het tinnen H68 gewicht H7200 H8804 zullen zien H3027 in de hand H2216 van Zerubbabel H428 ; dat H1992 zijn H5869 de ogen H3068 des HEEREN H3605 , die het ganse H776 land H7751 H8789 doortrekken.
  11 H6030 H8799 Verder antwoordde ik H559 H8799 , en zeide H413 tot H4100 Hem: Wat H428 zijn die H8147 twee H2132 olijfbomen H5921 , ter H3225 rechterzijde H4501 des kandelaars H5921 , en aan H8040 zijn linkerzijde?
  12 H8145 En andermaal H6030 H8799 antwoordende H559 H8799 , zo zeide ik H413 tot H4100 Hem: Wat H8147 zijn die twee H7641 takjes H2132 der olijfbomen H834 , welke H3027 in H8147 de twee H2091 gouden H6804 kruiken H2091 zijn, die goud H4480 H5921 van H7324 H8688 zich gieten?
  13 H559 H8799 En Hij sprak H413 tot H559 H8800 mij, zeggende H3045 H8804 : Weet gij H3808 niet H4100 , wat H428 deze H559 H8799 zijn? En ik zeide H3808 : Neen H113 , mijn Heere!
  14 H559 H8799 Toen zeide Hij H428 : Deze H8147 zijn de twee H3323 H1121 olietakken H5921 , welke voor H113 den Heere H3605 der ganse H776 aarde H5975 H8802 staan.