DSV_Strongs(i)
1
H4397
En de Engel
H1696 H8802
, Die met mij sprak
H7725 H8799
, kwam weder
H5782 H8686
; en Hij wekte mij op
H376
, gelijk een man
H834
, die
H4480
van
H8142
zijn slaap
H5782 H8735
opgewekt wordt.
2
H559 H8799
En Hij zeide
H413
tot
H4100
mij: Wat
H7200 H8802
ziet
H859
gij
H559 H8799
? En ik zeide
H7200 H8804
: Ik zie
H2009
, en ziet
H3605
, een geheel
H2091
gouden
H4501
kandelaar
H1531
, en een oliekruikje
H5921
boven
H7218
deszelfs hoofd
H7651
, en zijn zeven
H5216
lampen
H5921
daarop
H5216
; die lampen
H7651
hadden zeven
H7651
en zeven
H4166
pijpen
H834
, dewelke
H5921
boven
H7218
zijn hoofd waren;
3
H8147
En twee
H2132
olijfbomen
H5921
daarnevens
H259
, een
H4480
ter
H3225
rechterzijde
H1543
van het oliekruikje
H259
, en een
H5921
tot
H8040
deszelfs linkerzijde.
4
H6030 H8799
En ik antwoordde
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H4397
den Engel
H1696 H8802
, Die met mij sprak
H559 H8800
, zeggende
H113
: Mijn Heere
H4100
! wat
H428
zijn deze dingen?
5
H6030 H8799
Toen antwoordde
H4397
de Engel
H1696 H8802
, Die met mij sprak
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H3045 H8804
mij: Weet gij
H3808
niet
H4100
, wat
H428
deze
H1992
dingen zijn
H559 H8799
? En ik zeide
H3808
: Neen
H113
, mijn Heere!
6
H6030 H8799
Toen antwoordde Hij
H559 H8799
, en sprak
H413
tot
H559 H8800
mij, zeggende
H2088
: Dit
H1697
is het woord
H3068
des HEEREN
H413
tot
H2216
Zerubbabel
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Niet
H2428
door kracht
H3808
noch
H3581
door geweld
H3588 H518
, maar
H7307
door Mijn Geest
H559 H8804
[zal] [het] [geschieden], zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
7
H4310
Wie
H859
zijt gij
H1419
, o grote
H2022
berg
H6440
? Voor het aangezicht
H2216
van Zerubbabel
H4334
zult gij worden tot een vlak veld
H68 H7222
; want hij zal den hoofdsteen
H3318 H8689
voortbrengen
H8663
[met] toeroepingen
H2580
: Genade
H2580
, genade zij denzelven!
9
H3027
De handen
H2216
van Zerubbabel
H2088
hebben dit
H1004
huis
H3245 H8765
gegrondvest
H3027
, zijn handen
H1214 H8762
zullen het ook voleinden
H3045 H8804
; opdat gij weet
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H413
mij tot
H7971 H8804
ulieden gezonden heeft.
10
H3588
Want
H4310
wie
H936 H8804
veracht
H3117
den dag
H6996
der kleine dingen
H7651
? daar zich toch die zeven
H8055 H8804
verblijden zullen
H913
, als zij het tinnen
H68
gewicht
H7200 H8804
zullen zien
H3027
in de hand
H2216
van Zerubbabel
H428
; dat
H1992
zijn
H5869
de ogen
H3068
des HEEREN
H3605
, die het ganse
H776
land
H7751 H8789
doortrekken.
11
H6030 H8799
Verder antwoordde ik
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H4100
Hem: Wat
H428
zijn die
H8147
twee
H2132
olijfbomen
H5921
, ter
H3225
rechterzijde
H4501
des kandelaars
H5921
, en aan
H8040
zijn linkerzijde?
12
H8145
En andermaal
H6030 H8799
antwoordende
H559 H8799
, zo zeide ik
H413
tot
H4100
Hem: Wat
H8147
zijn die twee
H7641
takjes
H2132
der olijfbomen
H834
, welke
H3027
in
H8147
de twee
H2091
gouden
H6804
kruiken
H2091
zijn, die goud
H4480 H5921
van
H7324 H8688
zich gieten?