15 H2865 H8804 Zij zijn ontzet H6030 H8804 , zij antwoorden H3808 niet H4405 meer; zij hebben de woorden H4480 van H6275 H8689 zich verzet.
24 H3384 H8685 Leert H589 mij, en ik H2790 H8686 zal zwijgen H995 H8685 , en geeft mij te verstaan H4100 , waarin H7686 H8804 ik gedwaald heb. 25 H4100 O, hoe H4834 H8738 krachtig zijn H3476 de rechte H561 redenen H4100 ! Maar wat H3198 H8687 bestraft H3198 H8686 het bestraffen H4480 , [dat] van ulieden is?
22 H310 Na H1697 mijn woord H8138 H0 spraken zij H3808 niet H8138 H8799 weder H4405 , en mijn rede H5197 H8799 drupte H5921 op hen.
23 G2532 En G5119 dan G846 zal Ik hun G3670 G5692 openlijk aanzeggen G3754 : G5209 Ik heb u G3763 nooit G1097 G5627 gekend G672 G5720 ; gaat weg G575 van G1700 Mij G458 , gij, die de ongerechtigheid G2038 G5740 werkt!
22 G2532 En G191 G5660 zij, dit horende G2296 G5656 , verwonderden zich G2532 , en G846 Hem G863 G5631 verlatende G565 G5627 , zijn zij weggegaan.
26 G3668 Desgelijks G2532 ook G1208 de tweede G2532 , en G5154 de derde G2193 , tot G2033 den zevende toe.
34 G1161 En G5330 den Farizeen G191 G5660 , gehoord hebbende G3754 , dat G4523 Hij den Sadduceen G5392 G5656 den mond gestopt had G1909 G846 , zijn te zamen G4863 G5681 bijeenvergaderd.
46 G2532 En G3762 niemand G1410 G5711 kon G846 Hem G3056 een woord G611 G5677 antwoorden G3761 ; noch G5100 iemand G5111 G5656 durfde G846 Hem G575 van G1565 dien G2250 dag G3765 aan [iets] meer G1905 G5658 vragen.