Deuteronomy 24:14-18

DSV_Strongs(i)
  14 H6041 Gij zult den armen H34 en nooddruftigen H7916 dagloner H6231 H8799 niet verdrukken H251 , die uit uw broederen H1616 is, of uit uw vreemdelingen H776 , die in uw land H8179 en in uw poorten zijn.
  15 H3117 Op zijn dag H7939 zult gij zijn loon H5414 H8799 geven H8121 , en de zon H935 H8799 zal daarover niet ondergaan H6041 ; want hij is arm H5315 , en zijn ziel H5375 H8802 verlangt H7121 H8799 daarnaar; dat hij tegen u niet roepe H3068 tot den HEERE H2399 , en zonde in u zij.
  16 H1 De vaders H4191 H8714 zullen niet gedood worden H1121 voor de kinderen H1121 , en de kinderen H4191 H8714 zullen niet gedood worden H1 voor de vaders H376 ; een ieder H2399 zal om zijn zonde H4191 H8714 gedood worden.
  17 H4941 Gij zult het recht H1616 van den vreemdeling H3490 [en] van den wees H5186 H8686 niet buigen H899 , en gij zult het kleed H490 der weduwe H2254 H8799 niet te pand nemen.
  18 H2142 H8804 Maar gij zult gedenken H5650 , dat gij een knecht H4714 in Egypte H3068 geweest zijt, en de HEERE H430 , uw God H6299 H8799 , heeft u van daar verlost H6680 H8764 ; daarom gebiede ik H1697 u deze zaak H6213 H8800 te doen.