Deuteronomy 24:17-21

DSV_Strongs(i)
  17 H4941 Gij zult het recht H1616 van den vreemdeling H3490 [en] van den wees H5186 H8686 niet buigen H899 , en gij zult het kleed H490 der weduwe H2254 H8799 niet te pand nemen.
  18 H2142 H8804 Maar gij zult gedenken H5650 , dat gij een knecht H4714 in Egypte H3068 geweest zijt, en de HEERE H430 , uw God H6299 H8799 , heeft u van daar verlost H6680 H8764 ; daarom gebiede ik H1697 u deze zaak H6213 H8800 te doen.
  19 H7105 Wanneer gij uw oogst H7704 op uw akker H7114 H8799 afgeoogst H6016 , en een garf H7704 op den akker H7911 H8804 vergeten zult hebben H7725 H8799 , zo zult gij niet wederkeren H3947 H8800 , om die op te nemen H1616 ; voor den vreemdeling H3490 , voor den wees H490 en voor de weduwe H3068 zal zij zijn; opdat u de HEERE H430 , uw God H1288 H8762 , zegene H4639 , in al het werk H3027 uwer handen.
  20 H2132 Wanneer gij uw olijfboom H2251 H8799 zult geschud hebben H6286 H0 , zo zult gij de takken H310 achter H6286 H8762 u niet nauw doorzoeken H1616 ; voor den vreemdeling H3490 , voor den wees H490 en voor de weduwe zal het zijn.
  21 H3754 Wanneer gij uw wijngaard H1219 H8799 zult afgelezen hebben H310 , zo zult gij de druiven achter H5953 H8779 u niet nalezen H1616 ; voor den vreemdeling H3490 , voor den wees H490 en voor de weduwe zal het zijn.