Exodus 14:10-13

DSV_Strongs(i)
  10 H6547 Als Farao H7126 H8689 nabij gekomen was H5375 H8799 , zo hieven H1121 de kinderen H3478 Israels H5869 hun ogen H4714 op, en ziet, de Egyptenaars H5265 H8802 togen H310 achter H3372 H8799 hen; en zij vreesden H3966 zeer H6817 H8799 ; toen riepen H1121 de kinderen H3478 Israels H3068 tot den HEERE.
  11 H559 H8799 En zij zeiden H4872 tot Mozes H4714 : Hebt gij ons daarom, omdat er in Egypte H6913 gans geen graven H3947 H8804 waren, weggenomen H4057 , opdat wij in deze woestijn H4191 H8800 sterven zouden H2063 ? Waarom H6213 H8804 hebt gij ons dat gedaan H4714 , dat gij ons uit Egypte H3318 H8687 uitgevoerd hebt?
  12 H1697 Is dit niet het woord H4714 , dat wij in Egypte H1696 H8765 tot u spraken H559 H8800 , zeggende H2308 H8798 : Houd af H4714 van ons, en laat ons de Egyptenaren H5647 H8799 dienen H2896 ? Want het ware ons beter H4714 geweest de Egyptenaren H5647 H8800 te dienen H4057 , dan in deze woestijn H4191 H8800 te sterven.
  13 H4872 Doch Mozes H559 H8799 zeide H5971 tot het volk H3372 H8799 : Vreest H3320 H8690 niet, staat vast H7200 H8798 , en ziet H3444 het heil H3068 des HEEREN H3117 , dat Hij heden H6213 H8799 aan ulieden doen zal H4714 , want de Egyptenaars H3117 , die gij heden H7200 H8804 gezien hebt H3254 H8686 , zult gij niet weder H7200 H8800 zien H5704 H5769 in eeuwigheid.