Genesis 27:1-4

  1 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H3327 Izak H2204 H8804 oud geworden was H5869 , en zijn ogen H3543 H8799 donker geworden waren H4480 , en hij niet H7200 H8800 zien kon H7121 H8799 ; toen riep hij H6215 Ezau H1419 , zijn grootsten H1121 zoon H559 H8799 , en zeide H413 tot H1121 hem: Mijn zoon H559 H8799 ! En hij zeide H413 tot H2009 hem: Zie, [hier] ben ik!

  2 H559 H8799 En hij zeide H2009 : Zie H4994 nu H2204 H8804 , ik ben oud geworden H3045 H8804 , ik weet H3117 den dag H4194 mijns doods H3808 niet.

  3 H6258 Nu dan H5375 H8798 , neem H4994 toch H3627 uw gereedschap H8522 , uw pijlkoker H7198 en uw boog H3318 H8798 , en ga uit H7704 in het veld H6679 H8798 , en jaag H6718 H8675 H6720 mij een wildbraad;

  4 H6213 H8798 En maak H4303 mij smakelijke spijzen H834 , zo als H157 H8804 ik die gaarne heb H935 H8685 , en breng H398 H8799 ze mij, dat ik ete H5668 ; opdat H5315 mijn ziel H1288 H8762 u zegene H2962 , eer H4191 H8799 ik sterve.