DSV_Strongs(i)
13
H3068
En de HEERE
H430
God
H559 H8799
zeide
H802
tot de vrouw
H4100
: Wat
H2063
[is] dit
H6213 H8804
, [dat] gij gedaan hebt
H802
? En de vrouw
H559 H8799
zeide
H5175
: De slang
H5377 H8689
heeft mij bedrogen
H398 H8799
, en ik heb gegeten.
14
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H430
God
H5175
tot die slang
H3588
: Dewijl
H859
gij
H2063
dit
H6213 H8804
gedaan hebt
H859
, zo zijt gij
H779 H8803
vervloekt
H4480
boven
H3605
al
H929
het vee
H4480
, en boven
H3605
al
H2416
het gedierte
H7704
des velds
H5921
! Op
H1512
uw buik
H3212 H8799
zult gij gaan
H6083
, en stof
H398 H8799
zult gij eten
H3605
, al
H3117
de dagen
H2416
uws levens.
15
H342
En Ik zal vijandschap
H7896 H8799
zetten
H996
tussen
H996
u en tussen
H802
deze vrouw
H996
, en tussen
H2233
uw zaad
H996
en tussen
H2233
haar zaad
H1931
; datzelve
H7218
zal u den kop
H7779 H8799
vermorzelen
H859
, en gij
H6119
zult het de verzenen
H7779 H8799
vermorzelen.
16
H413
Tot
H802
de vrouw
H559 H8804
zeide Hij
H7235 H8687
: Ik zal zeer
H7235 H8686
vermenigvuldigen
H6093
uw smart
H2032
, namelijk uwer dracht
H6089
; met smart
H1121
zult gij kinderen
H3205 H8799
baren
H413
; en tot
H376
uw man
H8669
[zal] uw begeerte
H1931
[zijn], en hij
H4910 H8799
zal over u heerschappij hebben.
17
H121
En tot Adam
H559 H8804
zeide Hij
H3588
: Dewijl
H8085 H8804
gij geluisterd hebt
H6963
naar de stem
H802
uwer vrouw
H4480
, en van
H6086
dien boom
H398 H8799
gegeten
H834
, waarvan
H6680 H8765
Ik u gebood
H559 H8800
, zeggende
H4480
: Gij zult daarvan
H3808
niet
H398 H8799
eten
H127
; zo zij het aardrijk
H5668
om uwentwil
H779 H8803
vervloekt
H6093
; en met smart
H398 H8799
zult gij daarvan eten
H3605
al
H3117
de dagen
H2416
uws levens.