Genesis 3:9-13

DSV_Strongs(i)
  9 H3068 En de HEERE H430 God H7121 H8799 H413 riep H120 Adam H559 H8799 , en zeide H335 tot hem: Waar [zijt] gij?
  10 H559 H8799 En hij zeide H8085 H8804 : Ik hoorde H6963 Uw stem H1588 in den hof H3372 H8799 , en ik vreesde H3588 ; want H595 ik H5903 [ben] naakt H2244 H8735 ; daarom verborg ik mij.
  11 H559 H8799 En Hij zeide H4310 : Wie H5046 H8689 heeft u te kennen gegeven H3588 , dat H859 gij H5903 naakt H398 H0 [zijt]? Hebt gij H4480 van H6086 dien boom H398 H8804 gegeten H834 , van welken H6680 H8765 Ik u gebood H4480 , dat gij daarvan H1115 niet H398 H8800 eten zoudt?
  12 H559 H8799 Toen zeide H120 Adam H802 : De vrouw H834 , die H5978 Gij bij mij H5414 H8804 gegeven hebt H1931 , die H4480 heeft mij van H6086 dien boom H5414 H8804 gegeven H398 H8799 , en ik heb gegeten.
  13 H3068 En de HEERE H430 God H559 H8799 zeide H802 tot de vrouw H4100 : Wat H2063 [is] dit H6213 H8804 , [dat] gij gedaan hebt H802 ? En de vrouw H559 H8799 zeide H5175 : De slang H5377 H8689 heeft mij bedrogen H398 H8799 , en ik heb gegeten.