Job 6:15-20

DSV_Strongs(i)
  15 H251 Mijn broeders H898 H8804 hebben trouwelooslijk gehandeld H3644 als H5158 een beek H650 ; als de storting H5158 der beken H5674 H8799 gaan zij door;
  16 H6937 H8802 Die verdonkerd zijn H4480 van H7140 het ijs H5921 , [en] in H7950 dewelke de sneeuw H5956 H8691 zich verbergt.
  17 H6256 Ten tijde H2215 H8792 , als zij van hitte vervlieten H6789 H8738 , worden zij uitgedelgd H2527 ; als zij warm worden H1846 H8738 , verdwijnen zij H4480 uit H4725 haar plaats.
  18 H734 De gangen H1870 haars wegs H3943 H8735 wenden zich ter zijde af H5927 H8799 ; zij lopen H8414 op in het woeste H6 H8799 , en vergaan.
  19 H734 De reizigers H8485 van Thema H5027 H8689 zien H1979 ze, de wandelaars H7614 van Scheba H6960 H8765 wachten H3926 op haar.
  20 H954 H8804 Zij worden beschaamd H3588 , omdat H982 H8804 elkeen vertrouwde H5704 ; als zij daartoe H935 H8804 komen H2659 H8799 , zo worden zij schaamrood.