Judges 16:15-21

DSV_Strongs(i)
  15 H559 H8799 Toen zeide zij H413 tot H349 hem: Hoe H559 H8799 zult gij zeggen H157 H8804 : Ik heb u lief H3820 , daar uw hart H369 niet H854 met H2088 mij is? Gij hebt nu H7969 H6471 driemaal H2048 H8765 met mij gespot H3808 , en mij niet H5046 H8689 verklaard H4100 , waarin H1419 uw grote H3581 kracht zij.
  16 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H3605 zij hem alle H3117 dagen H1697 met haar woorden H6693 H8689 perste H509 H8762 , en hem moeilijk viel H5315 , dat zijn ziel H7114 H8799 verdrietig werd H4191 H8800 tot stervens toe;
  17 H5046 H8686 Zo verklaarde hij H3605 haar zijn ganse H3820 hart H559 H8799 , en zeide H3808 tot haar: Er is nooit H4177 een scheermes H5921 op H7218 mijn hoofd H5927 H8804 gekomen H3588 , want H589 ik H5139 ben een Nazireer H430 Gods H4480 van H517 mijn moeders H990 buik H518 af; indien H1548 H8795 ik geschoren wierd H3581 , zo zou mijn kracht H4480 van H5493 H8804 mij wijken H2470 H8804 , en ik zou zwak worden H1961 H8804 , en wezen H3605 als alle H120 de mensen.
  18 H1807 Als nu Delila H7200 H8799 zag H3588 , dat H3605 hij haar zijn ganse H3820 hart H5046 H8689 verklaard had H7971 H8799 , zo zond zij heen H7121 H8799 , en riep H5633 de vorsten H6430 der Filistijnen H559 H8800 , zeggende H5927 H0 : Komt H6471 ditmaal H5927 H8798 op H3588 , want H3605 hij heeft mij zijn ganse H3820 hart H5046 H8689 verklaard H5633 . En de vorsten H6430 der Filistijnen H413 kwamen tot H5927 H8804 haar op H5927 H8686 , en brachten H3701 dat geld H3027 in hun hand.
  19 H3462 H8762 Toen deed zij hem slapen H5921 op H1290 haar knieen H7121 H8799 , en riep H376 een man H7651 en liet hem de zeven H4253 haarlokken H7218 zijns hoofds H1548 H8762 afscheren H2490 H8686 , en zij begon H6031 H8763 hem te plagen H3581 ; en zijn kracht H5493 H8799 week H4480 H5921 van hem.
  20 H559 H8799 En zij zeide H6430 : De Filistijnen H5921 over H8123 u, Simson H3364 H8799 ! En hij ontwaakte H4480 uit H8142 zijn slaap H559 H8799 , en zeide H3318 H8799 : Ik zal ditmaal uitgaan H6471 H6471 , als op andere malen H5287 H8735 , en mij uitschudden H3588 ; want H1931 hij H3045 H8804 wist H3808 niet H3588 , dat H3068 de HEERE H4480 H5921 van H5493 H8804 hem geweken was.
  21 H270 H8799 Toen grepen H6430 hem de Filistijnen H5365 H0 , en groeven H5869 zijn ogen H5365 H8762 uit H3381 H0 ; en zij voerden H853 hem H3381 H8686 af H5804 naar Gaza H631 H8799 , en bonden H5178 hem met twee koperen ketenen H1961 H8799 , en hij was H2912 H8802 malende H631 H8803 H1004 in het gevangenhuis.