DSV_Strongs(i)
15
H559 H8799
Toen zeide zij
H413
tot
H349
hem: Hoe
H559 H8799
zult gij zeggen
H157 H8804
: Ik heb u lief
H3820
, daar uw hart
H369
niet
H854
met
H2088
mij is? Gij hebt nu
H7969 H6471
driemaal
H2048 H8765
met mij gespot
H3808
, en mij niet
H5046 H8689
verklaard
H4100
, waarin
H1419
uw grote
H3581
kracht zij.
16
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H3605
zij hem alle
H3117
dagen
H1697
met haar woorden
H6693 H8689
perste
H509 H8762
, en hem moeilijk viel
H5315
, dat zijn ziel
H7114 H8799
verdrietig werd
H4191 H8800
tot stervens toe;
17
H5046 H8686
Zo verklaarde hij
H3605
haar zijn ganse
H3820
hart
H559 H8799
, en zeide
H3808
tot haar: Er is nooit
H4177
een scheermes
H5921
op
H7218
mijn hoofd
H5927 H8804
gekomen
H3588
, want
H589
ik
H5139
ben een Nazireer
H430
Gods
H4480
van
H517
mijn moeders
H990
buik
H518
af; indien
H1548 H8795
ik geschoren wierd
H3581
, zo zou mijn kracht
H4480
van
H5493 H8804
mij wijken
H2470 H8804
, en ik zou zwak worden
H1961 H8804
, en wezen
H3605
als alle
H120
de mensen.
18
H1807
Als nu Delila
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H3605
hij haar zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard had
H7971 H8799
, zo zond zij heen
H7121 H8799
, en riep
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H559 H8800
, zeggende
H5927 H0
: Komt
H6471
ditmaal
H5927 H8798
op
H3588
, want
H3605
hij heeft mij zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard
H5633
. En de vorsten
H6430
der Filistijnen
H413
kwamen tot
H5927 H8804
haar op
H5927 H8686
, en brachten
H3701
dat geld
H3027
in hun hand.
19
H3462 H8762
Toen deed zij hem slapen
H5921
op
H1290
haar knieen
H7121 H8799
, en riep
H376
een man
H7651
en liet hem de zeven
H4253
haarlokken
H7218
zijns hoofds
H1548 H8762
afscheren
H2490 H8686
, en zij begon
H6031 H8763
hem te plagen
H3581
; en zijn kracht
H5493 H8799
week
H4480 H5921
van hem.
20
H559 H8799
En zij zeide
H6430
: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H3364 H8799
! En hij ontwaakte
H4480
uit
H8142
zijn slaap
H559 H8799
, en zeide
H3318 H8799
: Ik zal ditmaal uitgaan
H6471 H6471
, als op andere malen
H5287 H8735
, en mij uitschudden
H3588
; want
H1931
hij
H3045 H8804
wist
H3808
niet
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H4480 H5921
van
H5493 H8804
hem geweken was.
21
H270 H8799
Toen grepen
H6430
hem de Filistijnen
H5365 H0
, en groeven
H5869
zijn ogen
H5365 H8762
uit
H3381 H0
; en zij voerden
H853
hem
H3381 H8686
af
H5804
naar Gaza
H631 H8799
, en bonden
H5178
hem met twee koperen ketenen
H1961 H8799
, en hij was
H2912 H8802
malende
H631 H8803 H1004
in het gevangenhuis.