DSV_Strongs(i)
25
G908
De doop
G2491
van Johannes
G1537
, van
G4159
waar
G2258
was
G1537
[die], uit
G3772
den hemel
G2228
, of
G1537
uit
G444
de mensen
G1161
? En
G1260 G5711
zij overlegden
G3844
bij
G1438
zichzelven
G3004 G5723
en zeiden
G1437
: Indien
G2036 G5632
wij zeggen
G1537
: Uit
G3772
den hemel
G2254
; zo zal Hij ons
G2046 G5692
zeggen
G1302
: Waarom
G846
hebt gij hem
G3767
dan
G3756
niet
G4100 G5656
geloofd?
26
G1161
En
G1437
indien
G2036 G5632
wij zeggen
G1537
: Uit
G444
de mensen
G5399 G5736
: zo vrezen wij
G3793
de schare
G1063
; want
G2192 G5719
zij houden
G3956
allen
G2491
Johannes
G5613
voor
G4396
een profeet.
27
G2532
En
G2424
zij, Jezus
G611 G5679
antwoordende
G2036 G5627
, zeiden
G1492 G5758
: Wij weten
G3756
het niet
G2532
. En
G5346 G5713
Hij zeide
G846
tot hen
G3004 G5719
: Zo zeg
G1473
Ik
G5213
u
G3761
ook niet
G1722
, door
G4169
wat
G1849
macht
G5023
Ik dit
G4160 G5719
doe.
28
G1161
Maar
G5101
wat
G1380 G5719
dunkt
G5213
u
G444
? Een mens
G2192 G5707
had
G1417
twee
G5043
zonen
G2532
, en
G4334 G5631
gaande
G4413
tot den eersten
G2036 G5627
, zeide
G5043
: Zoon
G5217 G5720
! ga heen
G2038 G5737
, werk
G4594
heden
G1722
in
G3450
mijn
G290
wijngaard.
29
G1161
Doch
G611 G5679
hij antwoordde
G2036 G5627
en zeide
G2309 G5719
: Ik wil
G3756
niet
G1161
; en
G5305
daarna
G3338 G5679
berouw hebbende
G565 G5627
, ging hij heen.
30
G2532
En
G4334 G5631
gaande
G1208
tot den tweeden
G2036 G5627
, zeide
G5615
desgelijks
G1161
, en
G611 G5679
deze antwoordde
G2036 G5627
en zeide
G1473
: Ik
G2962
[ga], heer
G2532
! en
G565 G5627
hij ging
G3756
niet.
31
G5101
Wie
G1537
van
G1417
deze twee
G2307
heeft den wil
G3962
des vaders
G4160 G5656
gedaan
G3004 G5719
? Zij zeiden
G846
tot Hem
G4413
: De eerste
G2424
. Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot hen
G281
: Voorwaar
G3004 G5719
, Ik zeg
G5213
u
G3754
, dat
G5057
de tollenaars
G2532
en
G4204
de hoeren
G5209
u
G4254 G5719
voorgaan
G1519
in
G932
het Koninkrijk
G2316
Gods.
32
G1063
Want
G2491
Johannes
G4314
is tot
G5209
u
G2064 G5627
gekomen
G1722
in
G3598
den weg
G1343
der gerechtigheid
G2532
, en
G846
gij hebt hem
G3756
niet
G4100 G5656
geloofd
G1161
; maar
G5057
de tollenaars
G2532
en
G4204
de hoeren
G846
hebben hem
G4100 G5656
geloofd
G1161
; doch
G5210
gij
G1492 G5631
, [zulks] ziende
G5305
, hebt daarna
G3756
geen
G3338 G5675
berouw gehad
G846
, om hem
G4100 G5658
te geloven.