Numbers 19:12-22

DSV_Strongs(i)
  12 H7992 Op den derden H3117 dag H2398 H8691 zal hij zich daarmede ontzondigen H7637 , zo zal hij op den zevenden H3117 dag H2891 H8799 rein zijn H7992 ; maar indien hij zich op den derden H3117 dag H2398 H8691 niet ontzondigt H7637 , zo zal hij op den zevenden H3117 dag H2891 H8799 niet rein zijn.
  13 H8801 Al wie een dode4191 H5315 , het dode lichaam H120 eens mensen H4191 H8799 , die gestorven zal zijn H5060 H8802 , aanroert H2398 H8691 , en zich niet ontzondigd zal hebben H2930 H8765 , die verontreinigt H4908 den tabernakel H3068 des HEEREN H5315 ; daarom zal die ziel H3772 H8738 uitgeroeid worden H3478 uit Israel H4325 ; omdat het water H5079 der afzondering H2236 H8795 op hem niet gesprengd is H2931 , zal hij onrein zijn H2932 ; zijn onreinigheid is nog in hem.
  14 H8451 Dit is de wet H120 , wanneer een mens H4191 H8799 zal gestorven zijn H168 in een tent H168 : al wie in die tent H935 H8802 ingaat H168 , en al wie in die tent H7651 is, zal zeven H3117 dagen H2930 H8799 onrein zijn.
  15 H6605 H8803 Ook alle open H3627 gereedschap H6781 , waarop geen deksel H6616 gebonden is H2931 , dat is onrein.
  16 H6440 En al wie in het open H7704 veld H2719 een, die met het zwaard H2491 verslagen is H4191 H8801 , of een dode H6106 , of het gebeente H120 eens mensen H6913 , of een graf H5060 H8799 zal aangeroerd hebben H7651 , zal zeven H3117 dagen H2930 H8799 onrein zijn.
  17 H2931 Voor een onreine H3947 H8804 nu zullen zij nemen H6083 van het stof H8316 des brands H2403 der ontzondiging H2416 , en daarop levend H4325 water H5414 H8804 doen H3627 in een vat.
  18 H2889 En een rein H376 man H231 zal hysop H3947 H8804 nemen H4325 , en in dat water H2881 H8804 dopen H5137 H8689 , en sprengen H168 het aan die tent H3627 , en op al het gereedschap H5315 , en aan de zielen H6106 , die daar geweest zijn; insgelijks aan dengene, die een gebeente H2491 , of een verslagene H4191 H8801 , of een dode H6913 , of een graf H5060 H8802 aangeroerd heeft.
  19 H2889 En de reine H2931 zal den onreine H7992 op den derden H3117 dag H7637 , en op den zevenden H3117 dag H5137 H8689 besprengen H7637 ; en op den zevenden H3117 dag H2398 H8765 zal hij hem ontzondigen H899 ; en hij zal zijn klederen H3526 H8765 wassen H4325 , en [zich] met water H7364 H8804 baden H6153 , en op den avond H2891 H8804 rein zijn.
  20 H376 Wie H2930 H8799 daarentegen onrein zal zijn H2398 H8691 , en zich niet zal ontzondigen H5315 , die ziel H8432 zal uit het midden H6951 der gemeente H3772 H8738 uitgeroeid worden H4720 ; want hij heeft het heiligdom H3068 des HEEREN H2930 H8765 verontreinigd H4325 , het water H5079 der afzondering H2236 H8795 is op hem niet gesprengd H2931 , hij is onrein.
  21 H5769 Dit zal hunlieden zijn tot een eeuwige H2708 inzetting H4325 . En die het water H5079 der afzondering H5137 H8688 sprengt H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H4325 ; ook wie het water H5079 der afzondering H5060 H8802 aanroert H2930 H8799 , die zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  22 H2931 Ja, al wat die onreine H5060 H8799 aangeroerd zal hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H5315 ; en de ziel H5060 H8802 , die [dat] aangeroerd zal hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.