DSV_Strongs(i)
 
12
H7992
Op den derden
H3117
dag
H2398 H8691
zal hij zich daarmede ontzondigen
H7637
, zo zal hij op den zevenden
H3117
dag
H2891 H8799
rein zijn
H7992
; maar indien hij zich op den derden
H3117
dag
H2398 H8691
niet ontzondigt
H7637
, zo zal hij op den zevenden
H3117
dag
H2891 H8799
niet rein zijn.
 
13
H8801
Al wie een dode4191
H5315
, het dode lichaam
H120
eens mensen
H4191 H8799
, die gestorven zal zijn
H5060 H8802
, aanroert
H2398 H8691
, en zich niet ontzondigd zal hebben
H2930 H8765
, die verontreinigt
H4908
den tabernakel
H3068
des HEEREN
H5315
; daarom zal die ziel
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H3478
uit Israel
H4325
; omdat het water
H5079
der afzondering
H2236 H8795
op hem niet gesprengd is
H2931
, zal hij onrein zijn
H2932
; zijn onreinigheid is nog in hem.
 
14
H8451
Dit is de wet
H120
, wanneer een mens
H4191 H8799
zal gestorven zijn
H168
in een tent
H168
: al wie in die tent
H935 H8802
ingaat
H168
, en al wie in die tent
H7651
is, zal zeven
H3117
dagen
H2930 H8799
onrein zijn.
 
15
H6605 H8803
Ook alle open
H3627
gereedschap
H6781
, waarop geen deksel
H6616
gebonden is
H2931
, dat is onrein.
 
16
H6440
En al wie in het open
H7704
veld
H2719
een, die met het zwaard
H2491
verslagen is
H4191 H8801
, of een dode
H6106
, of het gebeente
H120
eens mensen
H6913
, of een graf
H5060 H8799
zal aangeroerd hebben
H7651
, zal zeven
H3117
dagen
H2930 H8799
onrein zijn.
 
17
H2931
Voor een onreine
H3947 H8804
nu zullen zij nemen
H6083
van het stof
H8316
des brands
H2403
der ontzondiging
H2416
, en daarop levend
H4325
water
H5414 H8804
doen
H3627
in een vat.
 
18
H2889
En een rein
H376
man
H231
zal hysop
H3947 H8804
nemen
H4325
, en in dat water
H2881 H8804
dopen
H5137 H8689
, en sprengen
H168
het aan die tent
H3627
, en op al het gereedschap
H5315
, en aan de zielen
H6106
, die daar geweest zijn; insgelijks aan dengene, die een gebeente
H2491
, of een verslagene
H4191 H8801
, of een dode
H6913
, of een graf
H5060 H8802
aangeroerd heeft.
 
19
H2889
En de reine
H2931
zal den onreine
H7992
op den derden
H3117
dag
H7637
, en op den zevenden
H3117
dag
H5137 H8689
besprengen
H7637
; en op den zevenden
H3117
dag
H2398 H8765
zal hij hem ontzondigen
H899
; en hij zal zijn klederen
H3526 H8765
wassen
H4325
, en [zich] met water
H7364 H8804
baden
H6153
, en op den avond
H2891 H8804
rein zijn.
 
20
H376
Wie
H2930 H8799
daarentegen onrein zal zijn
H2398 H8691
, en zich niet zal ontzondigen
H5315
, die ziel
H8432
zal uit het midden
H6951
der gemeente
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H4720
; want hij heeft het heiligdom
H3068
des HEEREN
H2930 H8765
verontreinigd
H4325
, het water
H5079
der afzondering
H2236 H8795
is op hem niet gesprengd
H2931
, hij is onrein.
 
21
H5769
Dit zal hunlieden zijn tot een eeuwige
H2708
inzetting
H4325
. En die het water
H5079
der afzondering
H5137 H8688
sprengt
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H4325
; ook wie het water
H5079
der afzondering
H5060 H8802
aanroert
H2930 H8799
, die zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.