Numbers 20

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 Als de kinderen H3478 Israels H5712 , de ganse vergadering H4057 , in de woestijn H6790 Zin H935 H8799 gekomen waren H7223 , in de eerste H2320 maand H3427 H8799 , zo bleef H5971 het volk H6946 te Kades H4813 . En Mirjam H4191 H8799 stierf H6912 H8735 aldaar, en zij werd aldaar begraven.
  2 H4325 En er was geen water H5712 voor de vergadering H6950 H8735 ; toen vergaderden zij zich H4872 tegen Mozes H175 en tegen Aaron.
  3 H5971 En het volk H7378 H8799 twistte H4872 met Mozes H559 H8799 , en zij spraken H559 H8800 , zeggende H3863 : Och, of H1478 H8804 of wij den geest gegeven hadden H251 , toen onze broeders H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H1478 H8800 den geest gaven!
  4 H6951 Waarom toch hebt gijlieden de gemeente H3068 des HEEREN H4057 in deze woestijn H935 H8689 gebracht H4191 H8800 , dat wij daar sterven zouden H1165 , wij en onze beesten?
  5 H5927 H8689 En waarom hebt gijlieden ons doen optrekken H4714 uit Egypte H935 H8687 , om ons te brengen H7451 in deze kwade H4725 plaats H4725 ? Het is geen plaats H2233 van zaad H8384 , noch van vijgen H1612 , noch van wijnstokken H7416 , noch van granaatappelen H4325 ; ook is er geen water H8354 H8800 om te drinken.
  6 H935 H8799 Toen gingen H4872 Mozes H175 en Aaron H6440 van het aangezicht H6951 der gemeente H6607 tot de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H5307 H8799 , en zij vielen H6440 op hun aangezichten H3519 ; en de heerlijkheid H3068 des HEEREN H7200 H8735 verscheen hun.
  7 H3068 En de HEERE H1696 H8762 sprak H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  8 H3947 H8798 Neem H4294 dien staf H6950 H8685 , en verzamel H5712 de vergadering H175 , gij en Aaron H251 , uw broeder H1696 H8765 , en spreekt H5553 gijlieden tot de steenrots H5869 voor hun ogen H4325 , zo zal zij hun water H5414 H8804 geven H4325 ; alzo zult gij hun water H3318 H8689 voortbrengen H5553 uit de steenrots H5712 , en gij zult de vergadering H1165 en haar beesten H8248 H8689 drenken.
  9 H3947 H8799 Toen nam H4872 Mozes H4294 den staf H6440 van voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6680 H8765 , gelijk als Hij hem geboden had.
  10 H4872 En Mozes H175 en Aaron H6950 H8686 vergaderden H6951 de gemeente H6440 voor H5553 de steenrots H559 H8799 , en hij zeide H8085 H8798 tot hen: Hoort H4784 H8802 toch, gij wederspannigen H4325 , zullen wij water H5553 voor ulieden uit deze steenrots H3318 H8686 hervoorbrengen?
  11 H7311 H8686 Toen hief H4872 Mozes H3027 zijn hand H5221 H8686 op, en hij sloeg H5553 de steenrots H6471 tweemaal H4294 met zijn staf H3318 H0 ; en er kwam H7227 veel H4325 waters H3318 H8799 uit H5712 , zodat de vergadering H8354 H8799 dronk H1165 , en haar beesten.
  12 H559 H8799 Derhalve zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H175 en tot Aaron H539 H8689 : Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt H6942 H8687 , dat gij Mij heiligdet H5869 voor de ogen H1121 der kinderen H3478 van Israel H6951 , daarom zult gijlieden deze gemeente H935 H8686 niet inbrengen H776 in het land H5414 H8804 , hetwelk Ik hun gegeven heb.
  13 H1992 Dit H4325 zijn de wateren H4809 van Meriba H1121 , daar de kinderen H3478 Israels H3068 met den HEERE H7378 H8804 om getwist hebben H6942 H8735 ; en Hij werd aan hen geheiligd.
  14 H7971 H8799 Daarna zond H4872 Mozes H4397 boden H6946 uit Kades H4428 tot den koning H123 van Edom H559 H8804 , [welke] [zeiden]: Alzo zegt H251 uw broeder H3478 Israel H3045 H8804 : Gij weet H8513 al de moeite H4672 H8804 , die ons ontmoet is;
  15 H1 Dat onze vaders H4714 naar Egypte H3381 H8799 afgetogen zijn H4714 , en wij in Egypte H7227 vele H3117 dagen H3427 H8799 gewoond hebben H4714 ; en dat de Egyptenaars H1 aan ons en onze vaderen H7489 H8686 kwaad gedaan hebben.
  16 H6817 H8799 Toen riepen wij H3068 tot den HEERE H8085 H8799 , en Hij hoorde H6963 onze stem H7971 H8799 , en Hij zond H4397 een Engel H3318 H8686 , en Hij leidde H4714 ons uit Egypte H6946 ; en ziet, wij zijn te Kades H5892 , en stad H7097 aan het uiterste H1366 uwer landpale.
  17 H5674 H0 Laat ons toch door H776 uw land H5674 H8799 trekken H5674 H8799 ; wij zullen niet trekken H7704 door den akker H3754 , noch door de wijngaarden H4325 , noch zullen het water H875 der putten H8354 H8799 drinken H4428 ; wij zullen den koninklijken H1870 weg H3212 H8799 gaan H5186 H8799 , wij zullen niet afwijken H3225 ter rechter H8040 [hand] noch ter linkerhand H1366 , totdat wij door uw landpalen H5674 H8799 zullen getrokken zijn.
  18 H123 Doch Edom H559 H8799 zeide H5674 H8799 tot hem: Gij zult door mij niet trekken H2719 , opdat ik niet misschien met het zwaard H3318 H8799 uitga H7125 H8800 u tegemoet!
  19 H559 H8799 Toen zeiden H1121 de kinderen H3478 Israels H4546 tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg H5927 H8799 optrekken H4325 , en indien wij van uw water H8354 H8799 drinken H4735 , ik en mijn vee H4377 , zo zal ik deszelfs prijs H5414 H8804 daarvoor geven H1697 ; ik zal alleenlijk, zonder iets H7272 anders, te voet H5674 H8799 doortrekken.
  20 H559 H8799 Doch hij zeide H5674 H8799 : Gij zult niet doortrekken H123 ! En Edom H7125 H8800 is hem tegemoet H3318 H8799 uitgetrokken H3515 , met een zwaar H5971 volk H2389 , en met een sterke H3027 hand.
  21 H3985 H8762 Alzo weigerde H123 Edom H3478 Israel H5414 H8800 toe te laten H1366 door zijn landpale H5674 H8800 te trekken H5186 H8799 ; daarom week H3478 Israel van hem af.
  22 H5265 H8799 Toen reisden zij H6946 van Kades H1121 ; en de kinderen H3478 Israels H935 H8799 kwamen H5712 , de ganse vergadering H2022 , aan den berg H2023 Hor.
  23 H3068 De HEERE H559 H8799 nu sprak H4872 tot Mozes H175 , en tot Aaron H2022 , aan den berg H2023 Hor H1366 , aan de pale H776 van het land H123 van Edom H559 H8800 , zeggende:
  24 H175 Aaron H5971 zal tot zijn volken H622 H8735 verzameld worden H935 H8799 ; want hij zal niet komen H776 in het land H1121 , hetwelk Ik aan de kinderen H3478 Israels H5414 H8804 gegeven heb H6310 , omdat gijlieden Mijn mond H4784 H8804 wederspannig geweest zijt H4325 bij de wateren H4809 van Meriba.
  25 H3947 H8798 Neem H175 Aaron H499 , en Eleazar H1121 , zijn zoon H5927 H8685 , en doe hen opklimmen H2022 tot den berg H2023 Hor.
  26 H6584 H0 En trek H175 Aaron H899 zijn klederen H6584 H8685 uit H3847 H0 , en trek H499 ze Eleazar H1121 , zijn zoon H3847 H8689 , aan H175 ; want Aaron H622 H8735 zal verzameld worden H4191 H8804 , en daar sterven.
  27 H4872 Mozes H6213 H8799 nu deed H3068 , gelijk als de HEERE H6680 H8765 geboden had H5927 H8799 ; want zij klommen op H2022 tot den berg H2023 Hor H5869 , voor de ogen H5712 der ganse vergadering.
  28 H4872 En Mozes H6584 H0 trok H175 Aaron H899 zijn klederen H6584 H8686 uit H3847 H0 , en hij trok H1121 ze zijn zoon H499 Eleazar H3847 H8686 aan H175 ; en Aaron H4191 H8799 stierf H7218 aldaar, op de hoogte H2022 diens bergs H3381 H8799 . Toen kwam H4872 Mozes H499 en Eleazar H2022 van dien berg af.
  29 H5712 Toen de ganse vergadering H7200 H8799 zag H175 , dat Aaron H1478 H8804 overleden was H1058 H8799 , zo beweenden zij H175 Aaron H7970 dertig H3117 dagen H1004 , het ganse huis H3478 van Israel.