DSV_Strongs(i)
1
H1121
Als de kinderen
H3478
Israels
H5712
, de ganse vergadering
H4057
, in de woestijn
H6790
Zin
H935 H8799
gekomen waren
H7223
, in de eerste
H2320
maand
H3427 H8799
, zo bleef
H5971
het volk
H6946
te Kades
H4813
. En Mirjam
H4191 H8799
stierf
H6912 H8735
aldaar, en zij werd aldaar begraven.
2
H4325
En er was geen water
H5712
voor de vergadering
H6950 H8735
; toen vergaderden zij zich
H4872
tegen Mozes
H175
en tegen Aaron.
3
H5971
En het volk
H7378 H8799
twistte
H4872
met Mozes
H559 H8799
, en zij spraken
H559 H8800
, zeggende
H3863
: Och, of
H1478 H8804
of wij den geest gegeven hadden
H251
, toen onze broeders
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H1478 H8800
den geest gaven!
4
H6951
Waarom toch hebt gijlieden de gemeente
H3068
des HEEREN
H4057
in deze woestijn
H935 H8689
gebracht
H4191 H8800
, dat wij daar sterven zouden
H1165
, wij en onze beesten?
5
H5927 H8689
En waarom hebt gijlieden ons doen optrekken
H4714
uit Egypte
H935 H8687
, om ons te brengen
H7451
in deze kwade
H4725
plaats
H4725
? Het is geen plaats
H2233
van zaad
H8384
, noch van vijgen
H1612
, noch van wijnstokken
H7416
, noch van granaatappelen
H4325
; ook is er geen water
H8354 H8800
om te drinken.
6
H935 H8799
Toen gingen
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H6440
van het aangezicht
H6951
der gemeente
H6607
tot de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H5307 H8799
, en zij vielen
H6440
op hun aangezichten
H3519
; en de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H7200 H8735
verscheen hun.
8
H3947 H8798
Neem
H4294
dien staf
H6950 H8685
, en verzamel
H5712
de vergadering
H175
, gij en Aaron
H251
, uw broeder
H1696 H8765
, en spreekt
H5553
gijlieden tot de steenrots
H5869
voor hun ogen
H4325
, zo zal zij hun water
H5414 H8804
geven
H4325
; alzo zult gij hun water
H3318 H8689
voortbrengen
H5553
uit de steenrots
H5712
, en gij zult de vergadering
H1165
en haar beesten
H8248 H8689
drenken.
9
H3947 H8799
Toen nam
H4872
Mozes
H4294
den staf
H6440
van voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6680 H8765
, gelijk als Hij hem geboden had.
10
H4872
En Mozes
H175
en Aaron
H6950 H8686
vergaderden
H6951
de gemeente
H6440
voor
H5553
de steenrots
H559 H8799
, en hij zeide
H8085 H8798
tot hen: Hoort
H4784 H8802
toch, gij wederspannigen
H4325
, zullen wij water
H5553
voor ulieden uit deze steenrots
H3318 H8686
hervoorbrengen?
11
H7311 H8686
Toen hief
H4872
Mozes
H3027
zijn hand
H5221 H8686
op, en hij sloeg
H5553
de steenrots
H6471
tweemaal
H4294
met zijn staf
H3318 H0
; en er kwam
H7227
veel
H4325
waters
H3318 H8799
uit
H5712
, zodat de vergadering
H8354 H8799
dronk
H1165
, en haar beesten.
12
H559 H8799
Derhalve zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H175
en tot Aaron
H539 H8689
: Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt
H6942 H8687
, dat gij Mij heiligdet
H5869
voor de ogen
H1121
der kinderen
H3478
van Israel
H6951
, daarom zult gijlieden deze gemeente
H935 H8686
niet inbrengen
H776
in het land
H5414 H8804
, hetwelk Ik hun gegeven heb.
13
H1992
Dit
H4325
zijn de wateren
H4809
van Meriba
H1121
, daar de kinderen
H3478
Israels
H3068
met den HEERE
H7378 H8804
om getwist hebben
H6942 H8735
; en Hij werd aan hen geheiligd.
14
H7971 H8799
Daarna zond
H4872
Mozes
H4397
boden
H6946
uit Kades
H4428
tot den koning
H123
van Edom
H559 H8804
, [welke] [zeiden]: Alzo zegt
H251
uw broeder
H3478
Israel
H3045 H8804
: Gij weet
H8513
al de moeite
H4672 H8804
, die ons ontmoet is;
15
H1
Dat onze vaders
H4714
naar Egypte
H3381 H8799
afgetogen zijn
H4714
, en wij in Egypte
H7227
vele
H3117
dagen
H3427 H8799
gewoond hebben
H4714
; en dat de Egyptenaars
H1
aan ons en onze vaderen
H7489 H8686
kwaad gedaan hebben.
16
H6817 H8799
Toen riepen wij
H3068
tot den HEERE
H8085 H8799
, en Hij hoorde
H6963
onze stem
H7971 H8799
, en Hij zond
H4397
een Engel
H3318 H8686
, en Hij leidde
H4714
ons uit Egypte
H6946
; en ziet, wij zijn te Kades
H5892
, en stad
H7097
aan het uiterste
H1366
uwer landpale.
17
H5674 H0
Laat ons toch door
H776
uw land
H5674 H8799
trekken
H5674 H8799
; wij zullen niet trekken
H7704
door den akker
H3754
, noch door de wijngaarden
H4325
, noch zullen het water
H875
der putten
H8354 H8799
drinken
H4428
; wij zullen den koninklijken
H1870
weg
H3212 H8799
gaan
H5186 H8799
, wij zullen niet afwijken
H3225
ter rechter
H8040
[hand] noch ter linkerhand
H1366
, totdat wij door uw landpalen
H5674 H8799
zullen getrokken zijn.
18
H123
Doch Edom
H559 H8799
zeide
H5674 H8799
tot hem: Gij zult door mij niet trekken
H2719
, opdat ik niet misschien met het zwaard
H3318 H8799
uitga
H7125 H8800
u tegemoet!
19
H559 H8799
Toen zeiden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H4546
tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg
H5927 H8799
optrekken
H4325
, en indien wij van uw water
H8354 H8799
drinken
H4735
, ik en mijn vee
H4377
, zo zal ik deszelfs prijs
H5414 H8804
daarvoor geven
H1697
; ik zal alleenlijk, zonder iets
H7272
anders, te voet
H5674 H8799
doortrekken.
20
H559 H8799
Doch hij zeide
H5674 H8799
: Gij zult niet doortrekken
H123
! En Edom
H7125 H8800
is hem tegemoet
H3318 H8799
uitgetrokken
H3515
, met een zwaar
H5971
volk
H2389
, en met een sterke
H3027
hand.
21
H3985 H8762
Alzo weigerde
H123
Edom
H3478
Israel
H5414 H8800
toe te laten
H1366
door zijn landpale
H5674 H8800
te trekken
H5186 H8799
; daarom week
H3478
Israel van hem af.
22
H5265 H8799
Toen reisden zij
H6946
van Kades
H1121
; en de kinderen
H3478
Israels
H935 H8799
kwamen
H5712
, de ganse vergadering
H2022
, aan den berg
H2023
Hor.
23
H3068
De HEERE
H559 H8799
nu sprak
H4872
tot Mozes
H175
, en tot Aaron
H2022
, aan den berg
H2023
Hor
H1366
, aan de pale
H776
van het land
H123
van Edom
H559 H8800
, zeggende:
24
H175
Aaron
H5971
zal tot zijn volken
H622 H8735
verzameld worden
H935 H8799
; want hij zal niet komen
H776
in het land
H1121
, hetwelk Ik aan de kinderen
H3478
Israels
H5414 H8804
gegeven heb
H6310
, omdat gijlieden Mijn mond
H4784 H8804
wederspannig geweest zijt
H4325
bij de wateren
H4809
van Meriba.
25
H3947 H8798
Neem
H175
Aaron
H499
, en Eleazar
H1121
, zijn zoon
H5927 H8685
, en doe hen opklimmen
H2022
tot den berg
H2023
Hor.
26
H6584 H0
En trek
H175
Aaron
H899
zijn klederen
H6584 H8685
uit
H3847 H0
, en trek
H499
ze Eleazar
H1121
, zijn zoon
H3847 H8689
, aan
H175
; want Aaron
H622 H8735
zal verzameld worden
H4191 H8804
, en daar sterven.
27
H4872
Mozes
H6213 H8799
nu deed
H3068
, gelijk als de HEERE
H6680 H8765
geboden had
H5927 H8799
; want zij klommen op
H2022
tot den berg
H2023
Hor
H5869
, voor de ogen
H5712
der ganse vergadering.
28
H4872
En Mozes
H6584 H0
trok
H175
Aaron
H899
zijn klederen
H6584 H8686
uit
H3847 H0
, en hij trok
H1121
ze zijn zoon
H499
Eleazar
H3847 H8686
aan
H175
; en Aaron
H4191 H8799
stierf
H7218
aldaar, op de hoogte
H2022
diens bergs
H3381 H8799
. Toen kwam
H4872
Mozes
H499
en Eleazar
H2022
van dien berg af.