Psalms 78:60-72

DSV_Strongs(i)
  60 H5203 H8799 Dies verliet Hij H4908 den tabernakel H7887 te Silo H168 , de tent H7931 H8765 , [die] Hij tot een woning gesteld had H120 onder de mensen.
  61 H5414 H8799 En Hij gaf H5797 Zijn sterkte H7628 in de gevangenis H8597 , en Zijn heerlijkheid H3027 in de hand H6862 des wederpartijders.
  62 H5462 H0 En Hij leverde H5971 Zijn volk H5462 H8686 over H2719 ten zwaarde H5674 H8694 , en werd verbolgen H5159 tegen Zijn erfenis.
  63 H784 Het vuur H398 H8804 verteerde H970 hun jongelingen H1330 , en hun jonge dochters H1984 H8795 werden niet geprezen.
  64 H3548 Hun priesters H5307 H8804 vielen H2719 door het zwaard H490 , en hun weduwen H1058 H8799 weenden niet.
  65 H3364 H8799 Toen ontwaakte H136 de Heere H3463 , als een slapende H1368 , als een held H7442 H8711 , die juicht H3196 van den wijn.
  66 H5221 H8686 En Hij sloeg H6862 Zijn wederpartijders H268 aan het achterste H5414 H0 ; Hij deed H5769 hun eeuwige H2781 smaadheid H5414 H8804 aan.
  67 H3988 H8799 Doch Hij verwierp H168 de tent H3130 van Jozef H7626 , en den stam H669 van Efraim H977 H8804 verkoos Hij niet.
  68 H977 H8799 Maar Hij verkoos H7626 den stam H3063 van Juda H2022 , den berg H6726 Sion H157 H8804 , dien Hij liefhad.
  69 H1129 H8799 En Hij bouwde H4720 Zijn heiligdom H7311 H8802 als hoogten H776 , als de aarde H3245 H8804 , die Hij gegrond heeft H5769 in eeuwigheid.
  70 H977 H8799 En Hij verkoos H5650 Zijn knecht H1732 David H3947 H8799 , en nam H4356 H6629 hem van de schaapskooien;
  71 H310 Van achter H5763 H8802 de zogende H935 H8689 [schapen] deed Hij hem komen H7462 H8800 , om te weiden H3290 Jakob H5971 , Zijn volk H3478 , en Israel H5159 , Zijn erfenis.
  72 H7462 H8686 Ook heeft hij hen geweid H8537 naar de oprechtheid H3824 zijns harten H5148 H8686 , en heeft hen geleid H8394 met een zeer verstandig beleid H3709 zijner handen.