1 Samuel 20:41 Cross References - DSV_Strongs

  41 H5288 Als de jongen H935 H8802 heenging H6965 H0 , zo stond H1732 David H6965 H8804 op H4480 H681 van H5045 de zuidzijde H5307 H8799 , en hij viel H639 op zijn aangezicht H776 ter aarde H7812 H8691 , en hij boog zich H7969 H6471 driemaal H5401 H8799 ; en zij kusten H376 H7453 elkander H1058 H8799 , en weenden H376 H7453 met elkander H5704 , totdat H1732 het David H1431 H8689 gans veel maakte.

Genesis 29:11

  11 H3290 En Jakob H5401 H8799 kuste H7354 Rachel H5375 H0 ; en hij hief H6963 zijn stem H5375 H8799 op H1058 H8799 en weende.

Genesis 29:13

  13 H1961 H8799 En het geschiedde H3837 , als Laban H8088 die tijding H8085 H8800 hoorde H3290 van Jakob H269 , zijner zusters H1121 zoon H7323 H8799 , zo liep hij H7125 H8800 hem tegemoet H2263 H8762 , en omhelsde H5401 H8762 hem, en kuste H935 H8686 hem, en bracht H413 hem tot H1004 zijn huis H5608 H8762 . En hij vertelde H3837 Laban H3605 al H428 deze H1697 dingen.

Genesis 43:28

  28 H559 H8799 En zij zeiden H7965 : Het is wel H5650 met uw knecht H1 , onzen vader H2416 , hij leeft H5750 nog H6915 H8799 ; en zij neigden het hoofd H7812 H8691 en bogen zich neder.

Genesis 45:15

  15 H5401 H8762 En hij kuste H3605 al H251 zijn broederen H1058 H8799 , en hij weende H5921 over H310 H3651 hen; en daarna H1696 H8765 spraken H251 zijn broeders H854 met hem.

1 Samuel 10:1

  1 H3947 H8799 Toen nam H8050 Samuel H6378 H8081 een oliekruik H3332 H8799 , en goot H5921 ze uit op H7218 zijn hoofd H5401 H8799 , en kuste H559 H8799 hem, en zeide H3808 : Is het niet H3588 [alzo], dat H3068 de HEERE H5057 u tot een voorganger H5921 over H5159 Zijn erfdeel H4886 H8804 gezalfd heeft?

1 Samuel 18:3

  3 H3083 Jonathan H1732 nu en David H3772 H8799 maakten H1285 een verbond H853 , dewijl hij hem H160 liefhad H5315 als zijn ziel.

1 Samuel 25:23

  23 H26 Toen nu Abigail H1732 David H7200 H8799 zag H4116 H8762 , zo haastte zij zich H3381 H0 , en kwam H4480 H5921 van H2543 den ezel H3381 H8799 af H5307 H8799 , en zij viel H639 voor het aangezicht H1732 van David H5921 op H6440 haar aangezicht H7812 H8691 , en zij boog zich H776 ter aarde.

2 Samuel 1:26

  26 H6887 H8804 Ik ben benauwd H5921 om H251 uwentwil, mijn broeder H3083 Jonathan H3966 ! Gij waart mij zeer H5276 H8804 liefelijk H160 ; uw liefde H6381 H8738 was mij wonderlijker H4480 dan H160 liefde H802 der vrouwen.

2 Samuel 9:6

  6 H4648 Als nu Mefiboseth H1121 , de zoon H3083 van Jonathan H1121 , den zoon H7586 van Saul H413 , tot H1732 David H935 H8799 inkwam H5307 H8799 , zo viel hij H5921 op H6440 zijn aangezicht H7812 H8691 , en boog zich neder H1732 . En David H559 H8799 zeide H4648 : Mefiboseth H559 H8799 ! En hij zeide H2009 : Zie H5650 , [hier] is uw knecht.

2 Samuel 19:39

  39 H3605 Toen nu al H5971 het volk H3383 over de Jordaan H5674 H8799 gegaan was H4428 , en de koning H5674 H8804 [ook] was overgegaan H5401 H8799 , kuste H4428 de koning H1271 Barzillai H1288 H8762 , en zegende H7725 H8799 hem; alzo keerde hij weder H4725 naar zijn plaats.

Acts 20:37

  37 G1161 En G1096 G5633 er werd G2425 een groot G2805 geween G3956 van [hen] allen G2532 ; en G1968 G5631 zij, vallende G1909 om G5137 den hals G3972 van Paulus G2705 G5707 , kusten G846 hem;

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.