Luke 22:17 Cross References - DSV_Strongs

17 G2532 En G4221 als Hij een drinkbeker G1209 G5666 genomen had G2168 G5660 , en gedankt had G2036 G5627 , zeide Hij G2983 G5628 : Neemt G5124 dezen G2532 , en G1266 G5657 deelt G1438 [hem] onder ulieden.

Deuteronomy 8:10

10 H398 H8804 Als gij dan zult gegeten hebben H7646 H8804 , en verzadigd zijn H3068 , zo zult gij den HEERE H430 , uw God H1288 H8765 , loven H2896 over dat goede H776 land H5414 H8804 , dat Hij u zal hebben gegeven.

1 Samuel 9:13

13 H5892 Wanneer gijlieden in de stad H935 H8800 komt H3651 , zo H853 zult gij hem H4672 H8799 vinden H2962 , eer H5927 H8799 hij opgaat H1116 op de hoogte H398 H8800 om te eten H3588 ; want H5971 het volk H3808 zal niet H398 H8799 eten H5704 , totdat H935 H8800 hij komt H3588 , want H1931 hij H1288 H8762 zegent H2077 het offer H310 H3651 , daarna H398 H8799 eten H7121 H8803 de genodigden H5927 H0 ; daarom gaat H6258 nu H5927 H8798 op H3588 , want H853 hem H3117 , als heden H853 zult gij hem H4672 H8799 vinden.

Psalms 23:5

5 H6186 H0 Gij richt H7979 de tafel H6186 H8799 toe H6440 voor mijn aangezicht H6887 H8802 , tegenover mijn tegenpartijders H1878 H0 ; Gij maakt H7218 mijn hoofd H1878 H8765 vet H8081 met olie H3563 , mijn beker H7310 is overvloeiende.

Psalms 116:13

13 H3563 Ik zal den beker H3444 der verlossingen H5375 H8799 opnemen H8034 , en den Naam H3068 des HEEREN H7121 H8799 aanroepen.

Jeremiah 16:7

7 H6536 H8799 Ook zal men hun niets uitdelen H60 over den rouw H5162 H8763 , om iemand te troosten H4191 H8801 over een dode H8248 H8686 ; noch hun te drinken geven H3563 H8575 uit den troostbeker H1 , over iemands vader H517 of over iemands moeder.

Luke 9:16

16 G1161 En G4002 Hij, de vijf G740 broden G2532 en G1417 de twee G2486 vissen G2983 G5631 genomen hebbende G308 G5660 , zag op G1519 naar G3772 den hemel G2127 G5656 , en zegende G846 die G2532 , en G2622 G5656 brak G2532 ze, en G1325 G5707 gaf G3101 ze den discipelen G3793 , om der schare G3908 G5683 voor te leggen.

Luke 22:19

19 G2532 En G2983 G5631 Hij nam G740 brood G2168 G5660 , en als Hij gedankt had G2806 G5656 , brak Hij G2532 het, en G1325 G5656 gaf G846 het hun G3004 G5723 , zeggende G5124 : Dat G2076 G5748 is G3450 Mijn G4983 lichaam G3588 , hetwelk G5228 voor G5216 u G1325 G5746 gegeven wordt G4160 G5720 ; doet G5124 dat G1519 tot G1699 Mijn G364 gedachtenis.

Romans 14:6

6 G2250 Die den dag G5426 G5723 waarneemt G5426 G5719 , die neemt [hem] waar G2962 den Heere G2532 ; en G2250 die den dag G3361 niet G5426 G5723 waarneemt G5426 G , die neemt G3756 [hem] niet G5426 G5719 waar G2962 den Heere G2068 G5723 . Die daar eet G2068 G5719 , die eet G2962 [zulks] den Heere G1063 , want G2168 G5719 hij dankt G2316 God G2532 ; en G3361 die niet G2068 G5723 eet G2068 G5719 , die eet G2962 [zulks] den Heere G3756 niet G2532 , en G2168 G5719 hij dankt G2316 God.

1 Timothy 4:4-5

4 G3754 Want G3956 alle G2938 schepsel G2316 Gods G2570 is goed G2532 , en G3762 er is niets G579 verwerpelijk G3326 , met G2169 dankzegging G2983 G5746 genomen zijnde;

5 G1063 Want G37 G5743 het wordt geheiligd G1223 door G3056 het Woord G2316 van God G2532 , en G1783 [door] het gebed.