Proverbs 1:10 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 39:7-13
7
H1961 H8799
En het geschiedde
H310
na
H428
deze
H1697
dingen
H802
, dat de huisvrouw
H113
zijns heren
H5869
haar ogen
H413
op
H3130
Jozef
H5375 H8799
wierp
H559 H8799
; en zij zeide
H7901 H8798
: lig
H5973
bij mij!
8
H3985 H8762
Maar hij weigerde
H559 H8799
het, en zeide
H413
tot
H802
de huisvrouw
H113
zijns heren
H2005
: Zie
H113
, mijn heer
H3808
heeft geen
H3045 H8804
kennis
H854
met
H4100
mij, wat
H1004
er in het huis
H3605
is; en al
H834
wat
H3426
hij heeft
H3027
, dat heeft hij in mijn hand
H5414 H8804
gegeven.
9
H369
Niemand is
H1419
groter
H2088
in dit
H1004
huis
H4480
dan
H4480
ik, en hij heeft voor
H3808 H3972
mij niets
H2820 H8804
onthouden
H3588 H518
, dan
H853
u
H834
, daarin
H859
dat gij
H802
zijn huisvrouw
H349
zijt; hoe
H2063
zoude ik dan dit
H1419
een zo groot
H7451
kwaad
H6213 H8799
doen
H2398 H8804
, en zondigen
H430
tegen God!
10
H1961 H8799
En het geschiedde
H413
, als zij
H3130
Jozef
H3117
dag
H3117
op dag
H1696 H8763
aansprak
H413
, en hij naar
H3808
haar niet
H8085 H8804
hoorde
H681
, om bij
H7901 H8800
haar te liggen
H5973
, [en] bij
H1961 H8800
haar te zijn;
11
H1961 H8799
Zo gebeurde het
H2088
op zulk
H3117
een dag
H1004
, dat hij in het huis
H935 H8799
kwam
H4399
, om zijn werk
H6213 H8800
te doen
H376 H369 H0
; en niemand
H4480
van
H582
de lieden
H1004
des huizes
H369
was
H8033
daar
H1004
binnenshuis.
Deuteronomy 13:8
Judges 16:16-21
16
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H3605
zij hem alle
H3117
dagen
H1697
met haar woorden
H6693 H8689
perste
H509 H8762
, en hem moeilijk viel
H5315
, dat zijn ziel
H7114 H8799
verdrietig werd
H4191 H8800
tot stervens toe;
17
H5046 H8686
Zo verklaarde hij
H3605
haar zijn ganse
H3820
hart
H559 H8799
, en zeide
H3808
tot haar: Er is nooit
H4177
een scheermes
H5921
op
H7218
mijn hoofd
H5927 H8804
gekomen
H3588
, want
H589
ik
H5139
ben een Nazireer
H430
Gods
H4480
van
H517
mijn moeders
H990
buik
H518
af; indien
H1548 H8795
ik geschoren wierd
H3581
, zo zou mijn kracht
H4480
van
H5493 H8804
mij wijken
H2470 H8804
, en ik zou zwak worden
H1961 H8804
, en wezen
H3605
als alle
H120
de mensen.
18
H1807
Als nu Delila
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H3605
hij haar zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard had
H7971 H8799
, zo zond zij heen
H7121 H8799
, en riep
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H559 H8800
, zeggende
H5927 H0
: Komt
H6471
ditmaal
H5927 H8798
op
H3588
, want
H3605
hij heeft mij zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard
H5633
. En de vorsten
H6430
der Filistijnen
H413
kwamen tot
H5927 H8804
haar op
H5927 H8686
, en brachten
H3701
dat geld
H3027
in hun hand.
19
H3462 H8762
Toen deed zij hem slapen
H5921
op
H1290
haar knieen
H7121 H8799
, en riep
H376
een man
H7651
en liet hem de zeven
H4253
haarlokken
H7218
zijns hoofds
H1548 H8762
afscheren
H2490 H8686
, en zij begon
H6031 H8763
hem te plagen
H3581
; en zijn kracht
H5493 H8799
week
H4480 H5921
van hem.
20
H559 H8799
En zij zeide
H6430
: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H3364 H8799
! En hij ontwaakte
H4480
uit
H8142
zijn slaap
H559 H8799
, en zeide
H3318 H8799
: Ik zal ditmaal uitgaan
H6471 H6471
, als op andere malen
H5287 H8735
, en mij uitschudden
H3588
; want
H1931
hij
H3045 H8804
wist
H3808
niet
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H4480 H5921
van
H5493 H8804
hem geweken was.
21
H270 H8799
Toen grepen
H6430
hem de Filistijnen
H5365 H0
, en groeven
H5869
zijn ogen
H5365 H8762
uit
H3381 H0
; en zij voerden
H853
hem
H3381 H8686
af
H5804
naar Gaza
H631 H8799
, en bonden
H5178
hem met twee koperen ketenen
H1961 H8799
, en hij was
H2912 H8802
malende
H631 H8803 H1004
in het gevangenhuis.
Psalms 1:1
Psalms 50:18
Proverbs 7:21-23
21
H5186 H8689
Zij bewoog
H7230
hem door de veelheid
H3948
van haar onderricht
H5080 H8686
, zij dreef hem aan
H2506
door het gevlei
H8193
harer lippen.