2 Kings 17:7-18

DSV_Strongs(i)
  7 H1961 H8799 Want het was geschied H3588 , dat H1121 de kinderen H3478 Israels H2398 H8804 gezondigd hadden H3068 tegen den HEERE H430 , hun God H853 , Die hen H776 H4714 uit Egypteland H5927 H8688 opgebracht had H4480 , van H8478 onder H3027 de hand H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H312 ; en hadden andere H430 goden H3372 H8799 gevreesd;
  8 H3212 H8799 En hadden gewandeld H2708 in de inzettingen H1471 der heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H3423 H8689 verdreven had H4428 , en der koningen H3478 van Israel H834 , die H6213 H8804 ze gemaakt hadden.
  9 H1121 En de kinderen H3478 Israels H1697 hadden de zaken H834 , die H3808 niet H3651 recht H5921 zijn, tegen H3068 den HEERE H430 , hun God H2644 H8762 , bemanteld H1116 ; en hadden zich hoogten H1129 H8799 gebouwd H3605 in al H5892 hun steden H4480 , van H4026 H5341 H8802 den wachttoren H5704 af tot H4013 de vaste H5892 steden toe.
  10 H4676 En zij hadden zich staande beelden H5324 H8686 opgericht H842 en bossen H5921 , op H3605 allen H1364 hogen H1389 heuvel H8478 en onder H3605 alle H7488 groen H6086 geboomte.
  11 H8033 En zij hadden daar H6999 H8762 gerookt H3605 op alle H1116 hoogten H1471 , gelijk de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 van H6440 hun aangezichten H1540 H8689 weggevoerd had H7451 ; en zij hadden kwade H1697 dingen H6213 H8799 gedaan H3068 , om den HEERE H3707 H8687 tot toorn te verwekken.
  12 H1544 En zij hadden de drekgoden H5647 H8799 gediend H834 , waarvan H3068 de HEERE H559 H8804 tot hen gezegd had H2088 : Gij zult deze H1697 zaak H3808 niet H6213 H8799 doen.
  13 H3068 Als nu de HEERE H3478 tegen Israel H3063 en tegen Juda H3027 , door den dienst H3605 van alle H5030 profeten H3605 , van alle H2374 zieners H5749 H8686 , betuigd had H559 H8800 , zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H4480 van H7451 uw boze H1870 wegen H8104 H8798 en houdt H4687 Mijn geboden H2708 , [en] Mijn inzettingen H3605 , naar al H8451 de wet H834 , die H1 Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb H834 , en die H413 Ik tot H3027 u door de hand H5650 van Mijn knechten H5030 , de profeten H7971 H8804 , gezonden heb;
  14 H8085 H8804 Zo hoorden zij H3808 niet H7185 H8686 , maar zij verhardden H6203 hun nek H6203 , gelijk de nek H1 hunner vaderen H834 geweest was, die H3068 aan den HEERE H430 , hun God H3808 , niet H539 H8689 geloofd hadden.
  15 H3988 H8799 Daartoe verwierpen zij H2706 Zijn inzettingen H1285 , en Zijn verbond H834 , dat H1 Hij met hun vaderen H3772 H8804 gemaakt had H5715 , en Zijn getuigenissen H834 , die H5749 H8689 Hij tegen hen betuigd had H3212 H8799 , en wandelden H1892 de ijdelheid H310 na H1891 H8799 , dat zij ijdel werden H310 , en achter H1471 de heidenen H834 , die H5439 rondom H834 hen waren, van dewelke H3068 de HEERE H853 hun H6680 H8765 geboden had H1115 , dat zij niet H6213 H8800 zouden doen gelijk die.
  16 H5800 H8799 Ja, zij verlieten H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H6213 H8799 , en maakten zich H4541 gegoten beelden H8147 , twee H5695 kalveren H6213 H8799 ; en maakten H842 bossen H7812 H8691 , en bogen zich H3605 voor alle H6635 heir H8064 des hemels H5647 H8799 , en dienden H1168 Baal.
  17 H1121 Ook deden zij hun zonen H1323 en hun dochteren H784 door het vuur H5674 H8686 gaan H7080 H8799 , en gebruikten H7081 waarzeggerijen H5172 H8762 , en gaven op vogelgeschrei acht H4376 H8691 , en verkochten zich H6213 H8800 , om te doen H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken.
  18 H599 H8691 Daarom vertoornde zich H3068 de HEERE H3966 zeer H3478 over Israel H5493 H8686 , dat Hij hen wegdeed H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H7604 H0 ; er bleef H3808 niets H7604 H8738 over H7535 , behalve H7626 de stam H3063 van Juda H909 alleen.