Exodus 16:3-7

DSV_Strongs(i)
  3 H1121 En de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeiden H4310 H5414 H8799 tot hen: Och, dat H776 H4714 wij in Egypteland H4191 H8800 gestorven waren H3027 door de hand H3068 des HEEREN H1320 H5518 , toen wij bij de vleespotten H3427 H8800 zaten H7648 , toen wij tot verzadiging H3899 brood H398 H8800 aten H3318 H8689 ! Want gijlieden hebt ons uitgeleid H4057 in deze woestijn H6951 , om deze ganse gemeente H7458 door den honger H4191 H8687 te doden.
  4 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H3899 : Zie, Ik zal voor ulieden brood H8064 uit den hemel H4305 H8688 regenen H5971 ; en het volk H3318 H8804 zal uitgaan H3950 H8804 , en verzamelen H1697 H3117 elke dagmaat H3117 op haar dag H5254 H8762 ; opdat Ik het verzoeke H8451 , of het in Mijn wet H3212 H8799 ga, of niet.
  5 H8345 En het zal geschieden op den zesden H3117 dag H3559 H8689 , dat zij bereiden zullen H834 hetgeen H935 H8686 zij ingebracht zullen hebben H4932 ; dat zal dubbel H3117 zijn boven hetgeen zij dagelijks H3950 H8799 zullen verzamelen.
  6 H559 H8799 Toen zeiden H4872 Mozes H175 en Aaron H1121 tot al de kinderen H3478 Israels H6153 : Aan den avond H3045 H8804 , dan zult gij weten H3068 , dat u de HEERE H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8689 uitgeleid heeft;
  7 H1242 En morgen H3068 , dan zult gij des HEEREN H3519 heerlijkheid H7200 H8804 zien H8519 , dewijl Hij uw murmureringen H3068 tegen den HEERE H8085 H8800 gehoord heeft H5168 ; want wat zijn wij H3885 H8686 H8675 H3885 H8735 , dat gij tegen ons murmureert?