DSV_Strongs(i)
1
H5265 H8799
Daarna toog
H5712
de ganse vergadering
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H4550
, naar hun dagreizen
H4057
, uit de woestijn
H5512
Sin
H6310
, op het bevel
H3068
des HEEREN
H2583 H8799
, en zij legerden zich
H7508
te Rafidim
H4325
. Daar nu was geen water
H5971
voor het volk
H8354 H8800
om te drinken.
2
H7378 H8799
Toen twistte
H5971
het volk
H4872
met Mozes
H559 H8799
, en zeide
H5414 H8798
: Geeft gijlieden
H4325
ons water
H8354 H8799
, dat wij drinken
H4872
! Mozes
H559 H8799
dan zeide
H7378 H8799
tot hen: Wat twist gij
H5254 H8762
met mij? Waarom verzoekt gij
H3068
den HEERE?
3
H5971
Toen nu het volk
H6770 H8799
aldaar dorstte
H4325
naar water
H3885 H8686
, zo murmureerde
H5971
het volk
H4872
tegen Mozes
H559 H8799
, en het zeide
H4714
: Waartoe hebt gij ons nu uit Egypte
H5927 H8689
doen optrekken
H1121
, opdat gij mij, en mijn kinderen
H4735
, en mijn vee
H6772
, van dorst
H4191 H8687
deedt sterven?
4
H6817 H8799
Zo riep
H4872
Mozes
H3068
tot den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H5971
: Wat zal ik dit volk
H6213 H8799
doen
H4592
? Er feilt niet veel
H5619 H8804
aan, of zij zullen mij stenigen.
5
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H5674 H8798
: Ga heen
H6440
voor het aangezicht
H5971
des volks
H3947 H8798
, en neem
H2205
met u uit de oudsten
H3478
van Israel
H3947 H8798
; en neem
H4294
uw staf
H3027
in uw hand
H2975
, waarmede gij de rivier
H5221 H8689
sloegt
H1980 H8804
, en ga heen.
6
H6440
Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht
H6697
op de rotssteen
H2722
in Horeb
H5975 H8802
staan
H6697
; en gij zult op den rotssteen
H5221 H8689
slaan
H4325
, zo zal er water
H3318 H8804
uitgaan
H5971
, dat het volk
H8354 H8804
drinke
H4872
. Mozes
H6213 H8799
nu deed
H5869
alzo voor de ogen
H2205
der oudsten
H3478
van Israel.
7
H7121 H8799
En hij noemde
H8034
den naam
H4725
dier plaats
H4532
Massa
H4809
en Meriba
H7379
, om den twist
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3068
, en omdat zij den HEERE
H5254 H8763
verzocht hadden
H559 H8800
, zeggende
H3426
: Is
H3068
de HEERE
H7130
in het midden van ons, of niet?
9
H4872
Mozes
H559 H8799
dan zeide
H3091
tot Jozua
H977 H8798
: Kies
H582
ons mannen
H3318 H8798
, en trek uit
H3898 H8734
, strijd
H6002
tegen Amalek
H4279
; morgen
H7218
zal ik op de hoogte
H1389
des heuvels
H5324 H8737
staan
H4294
, en de staf
H430
Gods
H3027
zal in mijn hand zijn.
10
H3091
Jozua
H6213 H8799
nu deed
H4872
, als Mozes
H559 H8804
hem gezegd had
H3898 H8736
, strijdende
H6002
tegen Amalek
H4872
; doch Mozes
H175
, Aaron
H2354
en Hur
H5927 H8804
klommen
H7218
op de hoogte
H1389
des heuvels.
11
H4872
En het geschiedde, terwijl Mozes
H3027
zijn hand
H7311 H8686
ophief
H3478
, zo was Israel
H1396 H8804
de sterkste
H3027
; maar terwijl hij zijn hand
H5117 H8686
nederliet
H6002
, zo was Amalek
H1396 H8804
de sterkste.
12
H3027
Doch de handen
H4872
van Mozes
H3515
werden zwaar
H3947 H8799
; daarom namen zij
H68
een steen
H7760 H8799
, en legden
H3427 H8799
dien onder hem, dat hij daarop zat
H175
; en Aaron
H2354
en Hur
H8551 H8804
onderstutten
H3027
zijn handen
H259
, de een op deze
H259
, de ander op de andere
H3027
[zijde]; alzo waren zijn handen
H530
gewis
H8121
, totdat de zon
H935 H8800
onderging.
13
H3091
Alzo dat Jozua
H6002
Amalek
H5971
en zijn volk
H2522 H8799
krenkte
H6310
, door de scherpte
H2719
des zwaards.
14
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H3789 H8798
: Schrijf
H2146
dit ter gedachtenis
H5612
in een boek
H7760 H8798
, en leg
H241
het in de oren
H3091
van Jozua
H2143
, dat Ik de gedachtenis
H6002
van Amalek
H4229 H8800
geheel
H4229 H8799
uitdelgen zal
H8064
van onder den hemel.