DSV_Strongs(i)
20
H352
En gij zult den ram
H7819 H8804
slachten
H1818
, en van zijn bloed
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en doen
H8571 H241
het op het [rechter] oorlapje
H175
van Aaron
H8571 H3233 H241
, en op het rechteroorlapje
H1121
van zijn zonen
H931
, desgelijks op den duim
H3233 H3027
hunner rechterhand
H931
, en op den groten teen
H3233 H7272
huns rechtervoets
H1818
; en dat bloed
H4196
zult gij op het altaar
H2236 H8804
sprengen
H5439
, rondom heen.
21
H3947 H8804
Dan zult gij nemen
H1818
van het bloed
H4196
, dat op het altaar
H4888 H8081
is, en van de zalfolie
H175
, en gij zult op Aaron
H899
en op zijn klederen
H5137 H8689
sprengen
H1121
, en op zijn zonen
H899
en op de klederen
H1121
zijner zonen
H6942 H8804
met hem; opdat hij geheiligd zij
H899
, en zijn klederen
H1121
, ook zijn zonen
H899
, en de klederen
H1121
zijner zonen met hem.