Ezekiel 19

DSV_Strongs(i)
  1 H5375 H0 Verder, hef gij H7015 een weeklage H5375 H8798 op H5387 over de vorsten H3478 van Israel,
  2 H559 H8804 En zeg H517 : Wat was uw moeder H3833 ? Een leeuwin H738 , onder de leeuwen H7257 H8804 nederliggende H7235 H0 ; zij bracht H1482 haar welpen H7235 H8765 op H8432 in het midden H3715 der jonge leeuwen.
  3 H5927 H0 Zij toog H259 nu een H1482 van haar welpen H5927 H8686 op H3715 ; het werd een jonge leeuw H3925 H8799 , die leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  4 H8085 H8799 Dit hoorden H1471 de volken H8610 H8738 van hem, hij werd gegrepen H7845 in hun groeve H935 H8686 ; en zij brachten H2397 hem met haken H776 H4714 naar Egypteland.
  5 H7200 H8799 Zij nu ziende H3176 H8738 , dat zij in hope was geweest H8615 , [doch] haar verwachting H6 H8804 verloren was H3947 H8799 , zo nam zij H259 een H1482 [ander] van haar welpen H3715 , hetwelk zij [tot] een jongen leeuw H7760 H8804 stelde.
  6 H1980 H8691 Deze wandelde H8432 steeds onder H738 de leeuwen H3715 , werd een jonge leeuw H3925 H8799 , en leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  7 H3045 H8799 Hij bekende H490 zijn weduwen H2717 H8689 , en hij verwoestte H5892 hun steden H776 ; zodat het land H4393 en zijn volheid H3456 H8799 ontzet werd H6963 van de stem H7581 zijner brulling.
  8 H5414 H8799 Toen begaven zich H1471 de volken H5439 tegen hem rondom H4082 uit de landschappen H6566 H8799 , en zij spreidden H7568 hun net H7845 over hem uit; in hun groeve H8610 H8738 werd hij gegrepen.
  9 H5414 H8799 En zij stelden H5474 hem in gesloten bewaring H2397 met haken H935 H8686 , opdat zij hem brachten H4428 tot den koning H894 van Babel H935 H8686 ; zij brachten H4685 hem in vestingen H6963 , opdat zijn stem H8085 H8735 niet meer gehoord wierde H2022 op de bergen H3478 Israels.
  10 H517 Uw moeder H1612 was als een wijnstok H1818 H8676 H1818 in uw stilheid H8362 H8803 , geplant H4325 bij wateren H6509 H8802 ; hij was vruchtbaar H6058 en vol ranken H7227 vanwege vele H4325 wateren.
  11 H5797 En hij had sterke H4294 roeden H7626 tot scepteren H4910 H8802 der heersers H6967 , en de stam H1361 H8799 van elke [roede] werd hoog H5688 tussen de dichte takken H7200 H8735 ; en hij werd gezien H1363 door zijn hoogte H7230 , met de menigte H1808 zijner takken.
  12 H2534 Maar hij werd door grimmigheid H5428 H8714 uitgerukt H776 , [en] ter aarde H7993 H8717 geworpen H6921 H7307 , en de oostenwind H6529 heeft zijn vrucht H3001 H8689 verdroogd H5797 ; zijn sterke H4294 roeden H6561 H8694 zijn afgebroken H3001 H8804 en zijn verdroogd H784 ; het vuur H398 H8804 heeft ze verteerd.
  13 H8362 H8803 En nu is hij geplant H4057 in een woestijn H6723 , in een dor H6772 en dorstig H776 land.
  14 H784 Daartoe is een vuur H3318 H8799 uitgegaan H4294 uit een roede H905 zijner ranken H6529 , [dat] zijn vrucht H398 H8804 verteerd heeft H5797 ; zodat aan hem geen sterke H4294 roede H7626 is [tot] een scepter H4910 H8800 , om te heersen H7015 . Dit is een weeklage H7015 , en is tot een weeklage geworden.