DSV_Strongs(i)
5
H7971 H8799
Toen zond Ik
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H5062 H8799
, en Ik plaagde
H4714
Egypte
H834
, gelijk als
H7130
Ik in deszelfs midden
H6213 H8804
gedaan heb
H310
; en daarna
H3318 H8689
leidde Ik u daaruit.
6
H1
Als Ik uw vaders
H4480
uit
H4714
Egypte
H3318 H8686
gevoerd had
H935 H8799
, zo kwaamt gij
H3220
aan de zee
H4714
, en de Egyptenaars
H7291 H8799
jaagden
H1
uw vaderen
H310
na
H7393
met wagens
H6571
en met ruiters
H5488 H3220
, tot de Schelfzee.
7
H6817 H8799
Zij nu riepen
H413
tot
H3068
den HEERE
H7760 H8799
, en Hij stelde
H3990
een duisternis
H996
tussen
H996
u en tussen
H4713
de Egyptenaars
H935 H8686
, en Hij bracht
H3220
de zee
H5921
over
H3680 H8762
hen, en bedekte
H5869
hen; en uw ogen
H7200 H8799
hebben gezien
H834
, wat
H4714
Ik in Egypte
H6213 H8804
gedaan heb
H7227
. Daarna hebt gij vele
H3117
dagen
H4057
in de woestijn
H3427 H8799
gewoond.
8
H935 H8686
Toen bracht Ik
H853
u
H413
in
H776
het land
H567
der Amorieten
H5676
, die over gene zijde
H3383
van de Jordaan
H3427 H8802
woonden
H3898 H8735
, die streden
H854
tegen
H5414 H8799
u; maar Ik gaf
H853
hen
H3027
in uw hand
H3423 H0
, en gij bezat
H776
hun land
H3423 H8799
erfelijk
H8045 H8686
, en Ik verdelgde
H6440
hen voor ulieder aangezicht.
9
H6965 H0
Ook maakte zich
H1111
Balak
H6965 H8799
op
H1121
, de zoon
H6834
van Zippor
H4428
, de koning
H4124
der Moabieten
H3898 H8735
, en hij streed
H3478
tegen Israel
H7971 H8799
; en hij zond heen
H1109
, en deed Bileam
H1121
, den zoon
H1160
van Beor
H7121 H8799
, roepen
H853
, opdat hij u
H7043 H8763
vervloeken zou.
10
H14 H8804
Maar Ik wilde
H1109
Bileam
H3808
niet
H8085 H8800
horen
H1288 H8762
; dies zegende hij
H853
u
H1288 H8800
gestadig
H5337 H8686
, en Ik verloste
H853
u
H3027
uit zijn hand.
11
H3383
Toen gij over de Jordaan
H5674 H8799
getrokken waart
H413
, en te
H3405
Jericho
H935 H8799
kwaamt
H3898 H8735
, zo krijgden
H1167
de burgers
H3405
van Jericho
H567
tegen u, de Amorieten
H6522
, en de Ferezieten
H3669
, en de Kanaanieten
H2850
, en de Hethieten
H1622
, en de Girgazieten
H2340
, de Hevieten
H2983
en de Jebusieten
H5414 H8799
; doch Ik gaf
H853
hen
H3027
in ulieder hand.
12
H7971 H8799
En Ik zond
H6880
horzelen
H6440
voor
H1644 H8762
u heen; die dreven
H853
hen
H4480
weg van
H6440
ulieder aangezicht
H8147
, [gelijk] de beide
H4428
koningen
H567
der Amorieten
H3808
, niet
H2719
door uw zwaard
H3808
, noch
H7198
door uw boog.
13
H776
Dus heb Ik u een land
H5414 H8799
gegeven
H834
, waaraan
H3808
gij niet
H3021 H8804
gearbeid hebt
H5892
, en steden
H834
, die
H3808
gij niet
H1129 H8804
gebouwd hebt
H3427 H8799
, en gij woont
H398 H8802
in dezelve; gij eet
H3754
van de wijngaarden
H2132
en olijfbomen
H834
, die
H859
gij
H5193 H8804
niet geplant hebt.
14
H6258
En nu
H3372 H8798
, vreest
H3068
den HEERE
H5647 H8798
, en dient
H8549
Hem in oprechtheid
H571
en in waarheid
H5493 H8685
; en doet weg
H430
de goden
H834
, die
H1
uw vaders
H5647 H8804
gediend hebben
H5676
, aan gene zijde
H5104
der rivier
H4714
, en in Egypte
H5647 H8798
; en dient
H3068
den HEERE.