Psalms 106:13-29

DSV_Strongs(i)
  13 H7911 H8804 [Doch] zij vergaten H4116 H8765 haast H4639 Zijn werken H2442 H8765 , zij verbeidden H6098 naar Zijn raad niet.
  14 H183 H8691 Maar zij werden belust H8378 met lust H4057 in de woestijn H5254 H8762 , en zij verzochten H410 God H3452 in de wildernis.
  15 H5414 H8799 Toen gaf Hij H7596 hun hun begeerte H7971 H8762 ; maar Hij zond H5315 aan hun zielen H7332 een magerheid.
  16 H7065 H8762 En zij benijdden H4872 Mozes H4264 in het leger H175 , [en] Aaron H6918 , den heilige H3068 des HEEREN.
  17 H776 De aarde H6605 H8799 deed zich open H1104 H8799 , en verslond H1885 Dathan H3680 H8762 , en overdekte H5712 de vergadering H48 van Abiram.
  18 H784 En een vuur H1197 H8799 brandde H5712 onder hun vergadering H3852 , een vlam H3857 H0 stak H7563 de goddelozen H3857 H8762 aan brand.
  19 H6213 H8799 Zij maakten H5695 een kalf H2722 bij Horeb H7812 H8691 , en zij bogen zich H4541 voor een gegoten beeld.
  20 H4171 H8686 En zij veranderden H3519 hun Eer H8403 in de gedaante H7794 van een os H6212 , die gras H398 H8802 eet.
  21 H7911 H8804 Zij vergaten H410 God H3467 H8688 , hun Heiland H1419 , Die grote dingen H6213 H8802 gedaan had H4714 in Egypte;
  22 H6381 H8737 Wonderdaden H776 in het land H2526 van Cham H3372 H8737 ; vreselijke dingen H5488 H3220 aan de Schelfzee.
  23 H559 H8799 Dies Hij zeide H8045 H8687 , dat Hij hen verdelgen zou H3884 , ten ware H4872 Mozes H972 , Zijn uitverkorene H6556 , in de scheure H6440 voor Zijn aangezicht H5975 H8804 gestaan had H2534 , om Zijn grimmigheid H7725 H8687 af te keren H7843 H8687 , dat Hij hen niet verdierf.
  24 H3988 H8799 Zij versmaadden H2532 ook het gewenste H776 land H539 H8689 ; zij geloofden H1697 Zijn woord niet.
  25 H7279 H8735 Maar zij murmureerden H168 in hun tenten H6963 ; naar de stem H3068 des HEEREN H8085 H8804 hoorden zij niet.
  26 H5375 H8799 Dies hief Hij H3027 tegen hen Zijn hand H5307 H8687 op, [zwerende], dat Hij hen nedervellen zou H4057 in de woestijn;
  27 H2233 En dat Hij hun zaad H5307 H8687 zou nedervellen H1471 onder de heidenen H2219 H8763 , en hen verstrooien zou H776 door de landen.
  28 H6775 H8735 Ook hebben zij zich gekoppeld H1187 aan Baal-peor H2077 , en zij hebben de offeranden H4191 H8801 der doden H398 H8799 gegeten.
  29 H3707 H8686 En zij hebben [den] [Heere] tot toorn verwekt H4611 met hun daden H4046 , zodat de plaag H6555 H8799 een inbreuk onder hen deed.