DSV_Strongs(i)
14
H5148 H8686
En Hij leidde
H3119
hen des daags
H6051
met een wolk
H3915
, en den gansen nacht
H216
met een licht
H784
des vuurs.
15
H1234 H8762
Hij kliefde
H6697
de rotsstenen
H4057
in de woestijn
H8248 H8686
, en drenkte
H7227
hen overvloedig
H8415
, als [uit] afgronden.
16
H3318 H0
Want Hij bracht
H5140 H8802
stromen
H3318 H8686
voort
H5553
uit de steenrots
H4325
, en deed de wateren
H3381 H8686
afdalen
H5104
als rivieren.
17
H3254 H8686
Nog voeren zij wijders voort
H2398 H8800
tegen Hem te zondigen
H4784 H8687
, verbitterende
H5945
den Allerhoogste
H6723
in de dorre wildernis.
18
H5254 H8762
En zij verzochten
H410
God
H3824
in hun hart
H7592 H8800
, begerende
H400
spijs
H5315
naar hun lust.
19
H1696 H8762
En zij spraken
H430
tegen God
H559 H8804
, zij zeiden
H410
: Zou God
H7979
een tafel
H3201 H8799
kunnen
H6186 H8800
toerichten
H4057
in de woestijn?
20
H6697
Ziet, Hij heeft den rotssteen
H5221 H8689
geslagen
H4325
, dat er wateren
H2100 H8799
uitvloeiden
H5158
, en beken
H7857 H8799
overvloediglijk uitbraken
H3899
, zou Hij ook brood
H3201 H8799
kunnen
H5414 H8800
geven
H5971
? Zou Hij Zijn volke
H7607
vlees
H3559 H8686
toebereiden?
21
H8085 H8804
Daarom hoorde
H3068
de HEERE
H5674 H8691
, en werd verbolgen
H784
; en een vuur
H5400 H8738
werd ontstoken
H3290
tegen Jakob
H639
, en toorn
H5927 H8804
ging ook op
H3478
tegen Israel;
22
H430
Omdat zij in God
H539 H8689
niet geloofden
H3444
, en op Zijn heil
H982 H8804
niet vertrouwden.
23
H7834
Daar Hij den wolken
H4605
van boven
H6680 H8762
gebood
H1817
, en de deuren
H8064
des hemels
H6605 H8804
opende;
24
H4305 H8686
En regende
H4478
op hen het Man
H398 H8800
om te eten
H5414 H8804
, en gaf
H8064
hun hemels
H1715
koren.
25
H376
Een iegelijk
H398 H8804
at
H3899
het brood
H47
der Machtigen
H7971 H8804
; Hij zond
H6720
hun teerkost
H7648
tot verzadiging.
26
H5265 H0
Hij dreef
H6921
den oostenwind
H5265 H8686
voort
H8064
in den hemel
H5090 H0
, en voerde
H8486
den zuidenwind
H5090 H8762
aan
H5797
door Zijn sterkte;