Job 19:29 Cross References - DSV_Strongs
Job 13:7-11
7
H410
Zult gij voor God
H5766
onrecht
H1696 H8762
spreken
H7423
, en zult gij voor Hem bedriegerij
H1696 H8762
spreken?
8
H6440
Zult gij Zijn aangezicht
H5375 H8799
aannemen
H518
?
H410
Zult gij voor God
H7378 H8799
twisten?
9
H2895 H8804
Zal het goed zijn
H3588
, als
H853
Hij u
H2713 H8799
zal onderzoeken
H518
?
H2048 H8762
Zult gij met Hem spotten
H582
, gelijk men met een mens
H2048 H8763
spot?
Job 15:22
Job 22:4
Psalms 1:5
Psalms 9:7
Psalms 58:10-11
Ecclesiastes 11:9
9
H8055 H8798
Verblijd u
H970
, o jongeling
H3208
! in uw jeugd
H3820
, en laat uw hart
H2895 H8686
zich vermaken
H3117
in de dagen
H979
uwer jongelingschap
H1980 H8761
, en wandel
H1870
in de wegen
H3820
uws harten
H4758
, en in de aanschouwingen
H5869
uwer ogen
H3045 H8798
; maar weet
H430
, dat God
H935 H8686
, om al deze dingen, u zal doen komen
H4941
voor het gericht.
Ecclesiastes 12:14
Matthew 7:1-2
Romans 13:1-4
1
G3956
Alle
G5590
ziel
G1849
zij den machten
G5242 G5723
, over [haar] gesteld
G5293 G5732
, onderworpen
G1063
; want
G2076 G5748
er is
G3756
geen
G1849
macht
G1508
dan
G575
van
G2316
God
G1161
, en
G1849
de machten
G5607 G5752
, die er zijn
G1526 G5748
, die zijn
G5259
van
G2316
God
G5021 G5772
geordineerd.
2
G5620
Alzo dat
G1849
die zich tegen de macht
G498 G5734
stelt
G1296
, de ordinantie
G2316
van God
G436 G5758
wederstaat
G1161
; en
G436 G5761
die ze wederstaan
G1438
, zullen over zichzelven
G2917
een oordeel
G2983 G5695
halen.
3
G1063
Want
G758
de oversten
G1526 G5748
zijn
G3756
niet
G5401
[tot] een vreze
G18
den goeden
G2041
werken
G235
, maar
G2556
den kwaden
G2309 G5719
. Wilt gij
G1161
nu
G1849
de macht
G3361
niet
G5399 G5738
vrezen
G4160 G5720
, doe
G18
het goede
G2532
, en
G1868
gij zult lof
G1537
van
G846
haar
G2192 G5692
hebben;
4
G1063
Want
G2076 G5748
zij is
G2316
Gods
G1249
dienares
G4671
, u
G1519
ten
G18
goede
G1161
. Maar
G1437
indien
G2556
gij kwaad
G4160 G5725
doet
G5399 G5732 G5737
, zo vrees
G1063
; want
G5409 G5719
zij draagt
G3162
het zwaard
G3756
niet
G1500
te vergeefs
G1063
; want
G2076 G5748
zij is
G2316
Gods
G1249
dienares
G1558
, een wreekster
G3709
tot straf
G1519
dengene
G2556
, die kwaad
G4238 G5723
doet.
James 4:11-12
11
G80
Broeders
G2635 G
, spreekt
G3361
niet
G2635 G5720
kwalijk
G240
van elkander
G80
. Die van [zijn] broeder
G2635 G5723
kwalijk spreekt
G2532
en
G846
zijn
G80
broeder
G2919 G5723
oordeelt
G2635 G5719
, die spreekt kwalijk
G3551
van de wet
G2532
, en
G2919 G5719
oordeelt
G3551
de wet
G1487
. Indien
G1161
gij nu
G3551
de wet
G2919 G5719
oordeelt
G1488 G5748
, zo zijt gij
G3756
geen
G4163
dader
G3551
der wet
G235
, maar
G2923
een rechter.