1 Kings 22:6-28

DSV_Strongs(i)
  6 H6908 H8799 Toen vergaderde H4428 de koning H3478 van Israel H5030 de profeten H702 H3967 , omtrent vierhonderd H376 man H559 H8799 , en hij zeide H413 tot H5921 hen: Zal ik tegen H7433 Ramoth H1568 in Gilead H4421 ten strijde H3212 H8799 trekken H518 , of H2308 H8799 zal ik het nalaten H559 H8799 ? En zij zeiden H5927 H8798 : Trek op H136 , want de HEERE H3027 zal ze in de hand H4428 des konings H5414 H8799 geven.
  7 H3092 Maar Josafat H559 H8799 zeide H6311 : Is hier H369 niet H5750 nog H5030 een profeet H3068 des HEEREN H4480 , dat wij het van H854 hem H1875 H8799 vragen mochten?
  8 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H3478 van Israel H413 tot H3092 Josafat H5750 : Er is nog H259 een H376 man H4480 , om door H854 hem H3068 den HEERE H1875 H8800 te vragen H589 ; maar ik H8130 H8804 haat H3588 hem, omdat H5921 hij over H3808 mij niets H2896 goeds H5012 H8691 profeteert H3588 H518 , maar H7451 kwaad H4321 : Micha H1121 , de zoon H3229 van Jimla H3092 . En Josafat H559 H8799 zeide H4428 : De koning H559 H8799 zegge H408 niet H3651 alzo!
  9 H7121 H8799 Toen riep H4428 de koning H3478 H413 van Israel H259 een H5631 kamerling H559 H8799 , en hij zeide H4116 H8761 : Haal haastelijk H4321 Micha H1121 , den zoon H3229 van Jimla.
  10 H4428 De koning H3478 van Israel H3092 nu, en Josafat H4428 , de koning H3063 van Juda H3427 H8802 , zaten H376 elk H5921 op H3678 zijn troon H3847 H8794 , bekleed H899 met [hun] klederen H1637 , op het plein H6607 , aan de deur H8179 der poort H8111 van Samaria H3605 ; en al H5030 de profeten H5012 H8693 profeteerden H6440 in hun tegenwoordigheid.
  11 H6667 En Zedekia H1121 , de zoon H3668 van Kenaana H1270 , had zich ijzeren H7161 horens H6213 H8799 gemaakt H559 H8799 ; en hij zeide H3541 : Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H428 : Met deze H758 zult gij de Syriers H5055 H8762 stoten H5704 , totdat H3615 H8763 gij hen gans verdaan zult hebben.
  12 H3605 En al H5030 de profeten H5012 H8737 profeteerden H3651 alzo H559 H8800 , zeggende H5927 H8798 : Trek op H7433 naar Ramoth H1568 in Gilead H6743 H8685 , en gij zult voorspoedig zijn H3068 ; want de HEERE H3027 zal hen in de hand H4428 des konings H5414 H8804 geven.
  13 H4397 De bode H834 nu, die H1980 H8804 henengegaan was H4321 , om Micha H7121 H8800 te roepen H1696 H8765 , sprak H413 tot H559 H8800 hem, zeggende H2009 : Zie H4994 toch H1697 , de woorden H5030 der profeten H259 zijn uit een H6310 mond H2896 goed H413 tot H4428 den koning H4994 ; dat toch H1697 uw woord H1961 H8799 zij H1697 , gelijk als het woord H259 van een H4480 uit H1696 H8765 hen, en spreek H2896 het goede.
  14 H4321 Doch Micha H559 H8799 zeide H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H3588 , H834 hetgeen H3068 de HEERE H413 tot H559 H8799 mij zeggen zal H853 , dat H1696 H8762 zal ik spreken.
  15 H413 Als hij tot H4428 den koning H935 H8799 gekomen was H559 H8799 , zo zeide H4428 de koning H413 tot H4321 hem: Micha H413 , zullen wij naar H7433 Ramoth H1568 in Gilead H4421 ten strijde H3212 H8799 trekken H518 , of H2308 H8799 zullen wij [het] nalaten H559 H8799 ? En hij zeide H413 tot H5927 H8798 hem: Trek op H6743 H8685 , en gij zult voorspoedig zijn H3068 , want de HEERE H3027 zal ze in de hand H4428 des konings H5414 H8804 geven.
  16 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H5704 hem: Tot H4100 hoe vele H6471 reizen H589 zal ik H7650 H8688 u bezweren H834 , opdat H413 gij tot H3808 mij niet H1696 H8762 spreekt H7535 , dan alleen H571 de waarheid H8034 , in den Naam H3068 des HEEREN?
  17 H559 H8799 En hij zeide H7200 H8804 : Ik zag H3605 het ganse H3478 Israel H6327 H8737 verstrooid H413 op H2022 de bergen H6629 , gelijk schapen H834 , die H369 H0 geen H7462 H8802 herder H369 hebben H3068 ; en de HEERE H559 H8799 zeide H428 : Dezen H3808 hebben geen H113 heer H376 ; een iegelijk H7725 H8799 kere weder H1004 naar zijn huis H7965 in vrede.
  18 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H3478 van Israel H413 tot H3092 Josafat H413 : Heb ik tot H3808 u niet H559 H8804 gezegd H5921 : Hij zal over H3808 mij niets H2896 goed H3588 H518 , maar H7451 kwaads H5012 H8691 profeteren?
  19 H559 H8799 Verder zeide hij H3651 : Daarom H8085 H8798 hoort H1697 het woord H3068 des HEEREN H7200 H8804 : Ik zag H3068 den HEERE H3427 H8802 , zittende H5921 op H3678 Zijn troon H3605 , en al H8064 het hemelse H6635 heir H5975 H8802 staande H5921 nevens H4480 Hem, aan H3225 Zijn rechter H4480 [hand] en aan H8040 Zijn linkerhand.
  20 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4310 : Wie H256 zal Achab H6601 H8762 overreden H5927 H8799 , dat hij optrekke H5307 H8799 en valle H7433 te Ramoth H1568 in Gilead H2088 ? De een H559 H8799 nu zeide H3541 aldus H2088 , en de andere H559 H8802 zeide H3541 alzo.
  21 H3318 H0 Toen ging H7307 een geest H3318 H8799 uit H5975 H8799 , en stond H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H559 H8799 , en zeide H589 : Ik H6601 H8762 zal hem overreden.
  22 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H4100 hem: Waarmede H559 H8799 ? En hij zeide H3318 H8799 : Ik zal uitgaan H8267 H7307 , en een leugengeest H1961 H8804 zijn H6310 in den mond H3605 van al H5030 zijn profeten H559 H8799 . En Hij zeide H6601 H8762 : Gij zult overreden H1571 , en zult het ook H3201 H8799 vermogen H3318 H8798 ; ga uit H6213 H8798 en doe H3651 alzo.
  23 H6258 Nu dan H2009 , zie H3068 , de HEERE H8267 H7307 heeft een leugengeest H6310 in den mond H3605 van al H428 deze H5030 uw profeten H5414 H8804 gegeven H3068 ; en de HEERE H7451 heeft kwaad H5921 over H1696 H8765 u gesproken.
  24 H5066 H0 Toen trad H6667 Zedekia H1121 , de zoon H3668 van Kenaana H5066 H8799 , toe H5221 H8686 , en sloeg H4321 Micha H5921 op H3895 het kinnebakken H559 H8799 ; en hij zeide H335 H2088 : Door wat H7307 [weg] is de geest H3068 des HEEREN H4480 van H854 mij H5674 H8804 doorgegaan H854 , om u H1696 H8763 aan te spreken?
  25 H4321 En Micha H559 H8799 zeide H2009 : Zie H7200 H8802 , gij zult het zien H1931 , op dienzelfden H3117 dag H834 , als H935 H8799 gij zult gaan H2315 [van] kamer H2315 in kamer H2247 H8736 , om u te versteken.
  26 H4428 De koning H3478 van Israel H559 H8799 nu zeide H3947 H8798 : Neem H4321 Micha H7725 H8685 , en breng hem weder H413 tot H526 Amon H8269 , den overste H5892 der stad H413 , en tot H3101 Joas H1121 , den zoon H4428 des konings;
  27 H559 H8804 En gij zult zeggen H3541 : Zo H559 H8804 zegt H4428 de koning H7760 H8798 : Zet H2088 dezen H1004 H3608 in het gevangenhuis H398 H8685 , en spijst H3899 hem met brood H3906 der bedruktheid H4325 , en met water H3906 der bedruktheid H5704 , totdat H7965 ik met vrede H935 H8800 [weder] kom.
  28 H4321 En Micha H559 H8799 zeide H518 : Indien H7725 H8800 gij enigszins H7965 met vrede H7725 H8799 wederkomt H3068 , zo heeft de HEERE H3808 door mij niet H1696 H8765 gesproken H559 H8799 ! Verder zeide hij H8085 H8798 : Hoort H5971 , gij volken H3605 altegaar!