DSV_Strongs(i)
6
H6908 H8799
Toen vergaderde
H4428
de koning
H3478
van Israel
H5030
de profeten
H702 H3967
, omtrent vierhonderd
H376
man
H559 H8799
, en hij zeide
H413
tot
H5921
hen: Zal ik tegen
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zal ik het nalaten
H559 H8799
? En zij zeiden
H5927 H8798
: Trek op
H136
, want de HEERE
H3027
zal ze in de hand
H4428
des konings
H5414 H8799
geven.
7
H3092
Maar Josafat
H559 H8799
zeide
H6311
: Is hier
H369
niet
H5750
nog
H5030
een profeet
H3068
des HEEREN
H4480
, dat wij het van
H854
hem
H1875 H8799
vragen mochten?
8
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H5750
: Er is nog
H259
een
H376
man
H4480
, om door
H854
hem
H3068
den HEERE
H1875 H8800
te vragen
H589
; maar ik
H8130 H8804
haat
H3588
hem, omdat
H5921
hij over
H3808
mij niets
H2896
goeds
H5012 H8691
profeteert
H3588 H518
, maar
H7451
kwaad
H4321
: Micha
H1121
, de zoon
H3229
van Jimla
H3092
. En Josafat
H559 H8799
zeide
H4428
: De koning
H559 H8799
zegge
H408
niet
H3651
alzo!
9
H7121 H8799
Toen riep
H4428
de koning
H3478 H413
van Israel
H259
een
H5631
kamerling
H559 H8799
, en hij zeide
H4116 H8761
: Haal haastelijk
H4321
Micha
H1121
, den zoon
H3229
van Jimla.
10
H4428
De koning
H3478
van Israel
H3092
nu, en Josafat
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H3427 H8802
, zaten
H376
elk
H5921
op
H3678
zijn troon
H3847 H8794
, bekleed
H899
met [hun] klederen
H1637
, op het plein
H6607
, aan de deur
H8179
der poort
H8111
van Samaria
H3605
; en al
H5030
de profeten
H5012 H8693
profeteerden
H6440
in hun tegenwoordigheid.
11
H6667
En Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H1270
, had zich ijzeren
H7161
horens
H6213 H8799
gemaakt
H559 H8799
; en hij zeide
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H428
: Met deze
H758
zult gij de Syriers
H5055 H8762
stoten
H5704
, totdat
H3615 H8763
gij hen gans verdaan zult hebben.
12
H3605
En al
H5030
de profeten
H5012 H8737
profeteerden
H3651
alzo
H559 H8800
, zeggende
H5927 H8798
: Trek op
H7433
naar Ramoth
H1568
in Gilead
H6743 H8685
, en gij zult voorspoedig zijn
H3068
; want de HEERE
H3027
zal hen in de hand
H4428
des konings
H5414 H8804
geven.
13
H4397
De bode
H834
nu, die
H1980 H8804
henengegaan was
H4321
, om Micha
H7121 H8800
te roepen
H1696 H8765
, sprak
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H2009
: Zie
H4994
toch
H1697
, de woorden
H5030
der profeten
H259
zijn uit een
H6310
mond
H2896
goed
H413
tot
H4428
den koning
H4994
; dat toch
H1697
uw woord
H1961 H8799
zij
H1697
, gelijk als het woord
H259
van een
H4480
uit
H1696 H8765
hen, en spreek
H2896
het goede.
14
H4321
Doch Micha
H559 H8799
zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H3588
,
H834
hetgeen
H3068
de HEERE
H413
tot
H559 H8799
mij zeggen zal
H853
, dat
H1696 H8762
zal ik spreken.
15
H413
Als hij tot
H4428
den koning
H935 H8799
gekomen was
H559 H8799
, zo zeide
H4428
de koning
H413
tot
H4321
hem: Micha
H413
, zullen wij naar
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zullen wij [het] nalaten
H559 H8799
? En hij zeide
H413
tot
H5927 H8798
hem: Trek op
H6743 H8685
, en gij zult voorspoedig zijn
H3068
, want de HEERE
H3027
zal ze in de hand
H4428
des konings
H5414 H8804
geven.
16
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H5704
hem: Tot
H4100
hoe vele
H6471
reizen
H589
zal ik
H7650 H8688
u bezweren
H834
, opdat
H413
gij tot
H3808
mij niet
H1696 H8762
spreekt
H7535
, dan alleen
H571
de waarheid
H8034
, in den Naam
H3068
des HEEREN?
17
H559 H8799
En hij zeide
H7200 H8804
: Ik zag
H3605
het ganse
H3478
Israel
H6327 H8737
verstrooid
H413
op
H2022
de bergen
H6629
, gelijk schapen
H834
, die
H369 H0
geen
H7462 H8802
herder
H369
hebben
H3068
; en de HEERE
H559 H8799
zeide
H428
: Dezen
H3808
hebben geen
H113
heer
H376
; een iegelijk
H7725 H8799
kere weder
H1004
naar zijn huis
H7965
in vrede.
18
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H413
: Heb ik tot
H3808
u niet
H559 H8804
gezegd
H5921
: Hij zal over
H3808
mij niets
H2896
goed
H3588 H518
, maar
H7451
kwaads
H5012 H8691
profeteren?
19
H559 H8799
Verder zeide hij
H3651
: Daarom
H8085 H8798
hoort
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
: Ik zag
H3068
den HEERE
H3427 H8802
, zittende
H5921
op
H3678
Zijn troon
H3605
, en al
H8064
het hemelse
H6635
heir
H5975 H8802
staande
H5921
nevens
H4480
Hem, aan
H3225
Zijn rechter
H4480
[hand] en aan
H8040
Zijn linkerhand.
20
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4310
: Wie
H256
zal Achab
H6601 H8762
overreden
H5927 H8799
, dat hij optrekke
H5307 H8799
en valle
H7433
te Ramoth
H1568
in Gilead
H2088
? De een
H559 H8799
nu zeide
H3541
aldus
H2088
, en de andere
H559 H8802
zeide
H3541
alzo.
21
H3318 H0
Toen ging
H7307
een geest
H3318 H8799
uit
H5975 H8799
, en stond
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H559 H8799
, en zeide
H589
: Ik
H6601 H8762
zal hem overreden.
22
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4100
hem: Waarmede
H559 H8799
? En hij zeide
H3318 H8799
: Ik zal uitgaan
H8267 H7307
, en een leugengeest
H1961 H8804
zijn
H6310
in den mond
H3605
van al
H5030
zijn profeten
H559 H8799
. En Hij zeide
H6601 H8762
: Gij zult overreden
H1571
, en zult het ook
H3201 H8799
vermogen
H3318 H8798
; ga uit
H6213 H8798
en doe
H3651
alzo.
23
H6258
Nu dan
H2009
, zie
H3068
, de HEERE
H8267 H7307
heeft een leugengeest
H6310
in den mond
H3605
van al
H428
deze
H5030
uw profeten
H5414 H8804
gegeven
H3068
; en de HEERE
H7451
heeft kwaad
H5921
over
H1696 H8765
u gesproken.
24
H5066 H0
Toen trad
H6667
Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H5066 H8799
, toe
H5221 H8686
, en sloeg
H4321
Micha
H5921
op
H3895
het kinnebakken
H559 H8799
; en hij zeide
H335 H2088
: Door wat
H7307
[weg] is de geest
H3068
des HEEREN
H4480
van
H854
mij
H5674 H8804
doorgegaan
H854
, om u
H1696 H8763
aan te spreken?
25
H4321
En Micha
H559 H8799
zeide
H2009
: Zie
H7200 H8802
, gij zult het zien
H1931
, op dienzelfden
H3117
dag
H834
, als
H935 H8799
gij zult gaan
H2315
[van] kamer
H2315
in kamer
H2247 H8736
, om u te versteken.
26
H4428
De koning
H3478
van Israel
H559 H8799
nu zeide
H3947 H8798
: Neem
H4321
Micha
H7725 H8685
, en breng hem weder
H413
tot
H526
Amon
H8269
, den overste
H5892
der stad
H413
, en tot
H3101
Joas
H1121
, den zoon
H4428
des konings;
27
H559 H8804
En gij zult zeggen
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H7760 H8798
: Zet
H2088
dezen
H1004 H3608
in het gevangenhuis
H398 H8685
, en spijst
H3899
hem met brood
H3906
der bedruktheid
H4325
, en met water
H3906
der bedruktheid
H5704
, totdat
H7965
ik met vrede
H935 H8800
[weder] kom.