1 Samuel 7 Toen kwamen de mannen van Kirjath-jearim , en haalden de ark des HEEREN op , en zij brachten ze in het huis van Abinadab , op den heuvel ; en zij heiligden zijn zoon Eleazar , dat hij de ark des HEEREN bewaarde.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

1 H935 H8799 Toen kwamen H582 de mannen H7157 van Kirjath-jearim H5927 H0 , en haalden H727 de ark H3068 des HEEREN H5927 H8686 op H935 H8686 , en zij brachten H853 ze H413 in H1004 het huis H41 van Abinadab H1389 , op den heuvel H6942 H8765 ; en zij heiligden H1121 zijn zoon H499 Eleazar H727 , dat hij de ark H3068 des HEEREN H8104 H8800 bewaarde.

2 H1961 En het geschiedde H4480 , van H3117 dien dag H727 af, dat de ark H7157 [des] [Heeren] te Kirjath-jearim H3427 H8800 bleef H3117 H7235 H8799 , en de dagen H1961 H8799 werden H6242 twintig H8141 jaren H3605 ; en het ganse H1004 huis H3478 van Israel H5091 H8735 klaagde H3068 den HEERE H310 achterna.

3 H559 H8799 Toen sprak H8050 Samuel H413 tot H3605 het ganse H1004 huis H3478 van Israel H559 H8800 , zeggende H518 : Indien H859 gijlieden H3605 u met uw ganse H3824 hart H413 tot H3068 den HEERE H7725 H8802 bekeert H5493 H0 , zo doet H5236 de vreemde H430 goden H4480 uit H8432 het midden H5493 H8685 van u weg H6252 , ook de Astharoths H3559 H8685 ; en richt H3824 uw hart H413 tot H3068 den HEERE H5647 H8798 , en dient H909 Hem alleen H853 , zo zal Hij u H4480 uit H3027 de hand H6430 der Filistijnen H5337 H8686 rukken.

4 H1121 De kinderen H3478 Israels H5493 H0 nu deden H1168 de Baals H6252 en de Astharoths H5493 H8686 weg H5647 H8799 , en zij dienden H3068 den HEERE alleen.

5 H559 H8799 Verder zeide H8050 Samuel H6908 H8798 : Vergadert H3605 het ganse H3478 Israel H4708 naar Mizpa H413 , en ik zal H3068 den HEERE H1157 voor H6419 H8691 u bidden.

6 H6908 H8735 En zij werden vergaderd H4709 te Mizpa H7579 H8799 , en zij schepten H4325 water H8210 H8799 , en goten het uit H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6684 H8799 ; en zij vastten H1931 te dien H3117 dage H559 H8799 , en zeiden H8033 aldaar H3068 : Wij hebben tegen den HEERE H2398 H8804 gezondigd H8199 H8799 . Alzo richtte H8050 Samuel H1121 de kinderen H3478 Israels H4708 te Mizpa.

7 H6430 Toen de Filistijnen H8085 H8799 hoorden H3588 , dat H1121 de kinderen H3478 Israels H6908 H8694 zich vergaderd hadden H4708 te Mizpa H5927 H0 , zo kwamen H5633 de oversten H6430 der Filistijnen H5927 H8799 op H413 tegen H3478 Israel H1121 . Als de kinderen H3478 Israels H8085 H8799 [dat] hoorden H3372 H8799 , zo vreesden zij H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen.

8 H1121 En de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeiden H413 tot H8050 Samuel H2790 H8686 : Zwijg H408 niet H4480 van H4480 onzentwege, dat gij niet H2199 H8800 zoudt roepen H413 tot H3068 den HEERE H430 , onzen God H3467 H8686 , opdat Hij ons verlosse H4480 uit H3027 de hand H6430 der Filistijnen.

9 H3947 H8799 Toen nam H8050 Samuel H259 een H2461 H2924 melklam H5927 H8686 , en hij offerde H3632 het geheel H3068 den HEERE H5930 ten brandoffer H8050 ; en Samuel H2199 H8799 riep H413 tot H3068 den HEERE H1157 voor H3478 Israel H3068 ; en de HEERE H6030 H8799 verhoorde hem.

10 H1961 H8799 En het geschiedde H8050 , toen Samuel H5930 dat brandoffer H5927 H8688 offerde H5066 H8738 , zo kwamen H6430 de Filistijnen H4421 aan ten strijde H3478 tegen Israel H3068 ; en de HEERE H7481 H8686 donderde H1931 te dien H3117 dage H1419 met een groten H6963 donder H5921 over H6430 de Filistijnen H2000 H8799 , en Hij verschrikte H5062 H8735 hen, zodat zij verslagen werden H6440 voor het aangezicht H3478 van Israel.

11 H582 En de mannen H3478 van Israel H3318 H8799 togen uit H4480 van H4709 Mizpa H7291 H8799 , en vervolgden H6430 de Filistijnen H5221 H8686 , en zij sloegen H5704 hen tot H4480 H8478 onder H1033 Beth-kar.

12 H8050 Samuel H3947 H8799 nu nam H259 een H68 steen H7760 H8799 , en stelde H996 [dien] tussen H4709 Mizpa H996 en tussen H8129 Sen H7121 H8799 , en hij noemde H8034 diens naam H72 Eben-haezer H559 H8799 ; en hij zeide H5704 : Tot H2008 hiertoe H3068 heeft de HEERE H5826 H8804 ons geholpen.

13 H6430 Alzo werden de Filistijnen H3665 H8735 vernederd H935 H8800 , en kwamen H3808 niet H5750 H3254 H8804 meer H1366 in de landpalen H3478 van Israel H3027 ; want de hand H3068 des HEEREN H1961 H8799 was H6430 tegen de Filistijnen H3605 al H3117 de dagen H8050 van Samuel.

14 H5892 En de steden H834 , welke H6430 de Filistijnen H4480 van H3478 Israel H3947 H8804 genomen hadden H7725 H8799 kwamen weder H3478 aan Israel H4480 , van H6138 Ekron H5704 tot H1661 Gath H5337 H8689 toe; ook rukte H3478 Israel H1366 derzelver landpale H4480 uit H3027 de hand H6430 der Filistijnen H1961 H8799 ; en er was H7965 vrede H996 tussen H3478 Israel H996 en tussen H567 de Amorieten.

15 H8050 Samuel H8199 H8799 nu richtte H3478 Israel H3605 al H3117 de dagen H2416 zijns levens.

16 H1980 H8804 En hij toog H1767 van H8141 jaar H8141 tot jaar H5437 H8804 , en ging rondom H1008 naar Beth-el H1537 , en Gilgal H4709 , en Mizpa H8199 H8804 ; en hij richtte H3478 Israel H3605 in al H428 die H4725 plaatsen.

17 H8666 Doch hij keerde weder H7414 naar Rama H3588 ; want H8033 daar H1004 was zijn huis H8199 H8804 , en daar richtte hij H3478 Israel H1129 H8799 ; en hij bouwde H8033 aldaar H3068 den HEERE H4196 een altaar.