Exodus 12:6-11

DSV_Strongs(i)
  6 H4931 En gij zult het in bewaring hebben H702 H6240 tot den veertienden H3117 dag H2320 dezer maand H3605 ; en de ganse H6951 gemeente H5712 der vergadering H3478 van Israel H7819 H8804 zal het slachten H996 tussen H6153 twee avonden.
  7 H1818 En zij zullen van het bloed H3947 H8804 nemen H5414 H8804 , en strijken H8147 het aan de beide H4201 zijposten H4947 , en aan den bovendorpel H1004 , aan de huizen H398 H8799 , in welke zij het eten zullen.
  8 H1320 En zij zullen het vlees H398 H8804 eten H3915 in denzelfden nacht H784 , aan het vuur H6748 gebraden H4682 , met ongezuurde broden H4844 ; zij zullen het met bittere H398 H8799 saus eten.
  9 H4995 Gij zult daarvan niet rauw H398 H8799 eten H4325 , ook geenszins in water H1310 H8794 H1311 gezoden H784 ; maar aan het vuur H6748 gebraden H7218 , zijn hoofd H3767 met zijn schenkelen H7130 en met zijn ingewand.
  10 H3498 H8686 Gij zult daarvan ook niet laten overblijven H1242 tot den morgen H3498 H8737 ; maar hetgeen daarvan overblijft H1242 tot den morgen H784 , zult gij met vuur H8313 H8799 verbranden.
  11 H3602 Aldus H398 H8799 nu zult gij het eten H4975 : uw lenden H2296 H8803 zullen opgeschort zijn H5275 , uw schoenen H7272 aan uw voeten H4731 , en uw staf H3027 in uw hand H2649 ; en gij zult het met haast H398 H8804 eten H3068 ; het is des HEEREN H6453 pascha.