Numbers 23

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H1111 tot Balak H1129 H8798 : Bouw H7651 mij hier zeven H4196 altaren H3559 H8685 , en bereid H7651 mij hier zeven H6499 varren H7651 en zeven H352 rammen.
  2 H1111 Balak H6213 H8799 nu deed H1109 , gelijk als Bileam H1696 H8765 gesproken had H1111 ; en Balak H1109 en Bileam H5927 H8686 offerden H6499 een var H352 en een ram H4196 , op elk altaar.
  3 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H1111 tot Balak H3320 H8690 : Blijf staan H5930 bij uw brandoffer H3212 H8799 , en ik zal heengaan H3068 ; misschien zal de HEERE H7125 H8800 mij tegemoet H7136 H8735 komen H1697 ; en hetgeen H7200 H8686 Hij wijzen zal H5046 H8689 , dat zal ik u bekend maken H3212 H8799 . Toen ging hij H8205 op de hoogte.
  4 H430 Als God H1109 Bileam H7136 H8735 ontmoet was H559 H8799 , zo zeide hij H7651 tot Hem: Zeven H4196 altaren H6186 H8804 heb ik toegericht H6499 , en heb een var H352 en een ram H4196 op elk altaar H5927 H8686 geofferd.
  5 H7760 H8799 Toen leide H3068 de HEERE H1697 het woord H6310 in den mond H1109 van Bileam H559 H8799 , en zeide H7725 H8798 : Keer weder H1111 tot Balak H1696 H8762 , en spreek aldus.
  6 H7725 H8799 Als hij nu tot hem wederkeerde H5324 H8737 , ziet, zo stond hij H5930 bij zijn brandoffer H8269 , hij en al de vorsten H4124 der Moabieten.
  7 H5375 H0 Toen hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H758 : Uit Syrie H1111 heeft mij Balak H4428 , de koning H4124 der Moabieten H5148 H8686 , laten halen H2042 , van het gebergte H6924 tegen het oosten H3212 H8798 , [zeggende]: Kom H779 H8798 , vervloek H3290 mij Jakob H3212 H8798 , en kom H2194 H8798 , scheld H3478 Israel!
  8 H4100 Wat H5344 H8799 zal ik vloeken H410 , dien God H6895 H8804 niet vloekt H2194 H8799 ; en wat zal ik schelden H3068 , waar de HEERE H2194 H8804 niet scheldt?
  9 H7218 Want van de hoogte H6697 der steenrotsen H7200 H8799 zie ik H1389 hem, en van de heuvelen H7789 H8799 aanschouw ik H5971 hem; ziet, dat volk H910 zal alleen H7931 H8799 wonen H1471 , en het zal onder de heidenen H2803 H8691 niet gerekend worden.
  10 H6083 Wie zal het stof H3290 van Jakob H4487 H8804 tellen H4557 , en het getal H7255 , [ja], het vierde H3478 deel van Israel H5315 ? Mijn ziel H4191 H8799 sterve H4194 den dood H3477 der oprechten H319 , en mijn uiterste zij gelijk het zijne!
  11 H559 H8799 Toen zeide H1111 Balak H1109 tot Bileam H6213 H8804 : Wat hebt gij mij gedaan H3947 H8804 ? Ik heb u genomen H341 H8802 , om mijn vijanden H6895 H8800 te vloeken H1288 H8763 ; maar zie, gij hebt hen doorgaans H1288 H8765 gezegend!
  12 H6030 H8799 Hij nu antwoordde H559 H8799 en zeide H8104 H8799 : Zal ik dat niet waarnemen H1696 H8763 te spreken H3068 , wat de HEERE H6310 in mijn mond H7760 H8799 gelegd heeft?
  13 H559 H8799 Toen zeide H1111 Balak H3212 H8798 tot hem: Kom H312 toch met mij aan een andere H4725 plaats H7200 H8799 , van waar gij hem zult zien H657 ; gij zult niet dan H7097 zijn einde H7200 H8799 zien H7200 H8799 , maar hem niet ganselijk zien H6895 H8798 ; en vervloek hem mij van daar!
  14 H3947 H8799 Alzo nam hij hem mede H7704 tot het veld H6839 H8677 H6822 H8802 Zofim H7218 , op de hoogte H6449 van Pisga H1129 H8799 ; en hij bouwde H7651 zeven H4196 altaren H5927 H8686 , en hij offerde H6499 een var H352 en een ram H4196 op elk altaar.
  15 H559 H8799 Toen zeide hij H1111 tot Balak H3541 : Blijf hier H3320 H8690 staan H5930 bij uw brandoffer H3541 , en ik zal [Hem] aldaar H7136 H8735 ontmoeten.
  16 H3068 Als de HEERE H1109 Bileam H7136 H8735 ontmoet was H7760 H8799 , zo leide Hij H1697 het woord H6310 in zijn mond H559 H8799 , en Hij zeide H7725 H8798 : Keer weder H1111 tot Balak H1696 H8762 , en spreek alzo.
  17 H935 H8799 Toen hij tot hem kwam H5324 H8737 , ziet, zo stond hij H5930 bij zijn brandoffer H8269 , en de vorsten H4124 der Moabieten H1111 bij hem. Balak H559 H8799 nu zeide H3068 tot hem: Wat heeft de HEERE H1696 H8765 gesproken?
  18 H5375 H0 Toen hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H6965 H8798 : Sta op H1111 , Balak H8085 H8798 , en hoor H238 H8685 ! Neig uw oren H1121 tot mij, gij, zoon H6834 van Zippor!
  19 H410 God H376 is geen man H3576 H8762 , dat Hij liegen zou H120 , noch eens mensen H1121 kind H5162 H8691 , dat het Hem berouwen zou H559 H8804 ; zou Hij het zeggen H6213 H8799 , en niet doen H1696 H8765 , of spreken H6965 H8686 , en niet bestendig maken?
  20 H3947 H8804 Zie, ik heb ontvangen H1288 H8763 te zegenen H1288 H8765 ; dewijl Hij zegent H7725 H8686 , zo zal ik het niet keren.
  21 H5027 H8689 Hij schouwt H205 niet aan de ongerechtigheid H3290 in Jakob H7200 H8804 ; ook ziet Hij H5999 niet aan de boosheid H3478 in Israel H3068 . De HEERE H430 , zijn God H8643 , is met hem, en het geklank H4428 des Konings is bij hem.
  22 H410 God H4714 heeft hen uit Egypte H3318 H8688 uitgevoerd H8443 ; zijn krachten H7214 zijn als van een eenhoorn.
  23 H5173 Want er is geen toverij H3290 tegen Jakob H7081 noch waarzeggerij H3478 tegen Israel H6256 . Te dezer tijd H3290 zal van Jakob H559 H8735 gezegd worden H3478 , en van Israel H410 , wat God H6466 H8804 gewrocht heeft.
  24 H5971 Zie, het volk H6965 H8799 zal opstaan H3833 als een oude leeuw H5375 H8691 , en het zal zich verheffen H738 als een leeuw H7901 H8799 ; het zal zich niet neerleggen H2964 , totdat het den roof H398 H8799 gegeten H1818 , en het bloed H2491 der verslagenen H8354 H8799 gedronken zal hebben!
  25 H559 H8799 Toen zeide H1111 Balak H1109 tot Bileam H6895 H8800 : Gij zult het ganselijk H5344 H8799 noch vloeken H1288 H8763 , noch geenszins H1288 H8762 zegenen.
  26 H1109 Doch Bileam H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H1111 tot Balak H1696 H8765 : Heb ik niet tot u gesproken H559 H8800 , zeggende H3068 : Al wat de HEERE H1696 H8762 spreken zal H6213 H8799 , dat zal ik doen?
  27 H559 H8799 Verder zeide H1111 Balak H1109 tot Bileam H3212 H8798 : Kom H312 toch, ik zal u aan een ander H4725 plaats H3947 H8799 medenemen H3474 H8799 ; misschien zal het recht zijn H5869 in de ogen H430 van dien God H6895 H8804 , dat gij het mij van daar vervloekt.
  28 H3947 H8799 Toen nam H1111 Balak H1109 Bileam H7218 mede tot de hoogte H6465 van Peor H6440 , die tegen H3452 de woestijn H8259 H8737 ziet.
  29 H1109 En Bileam H559 H8799 zeide H1111 tot Balak H1129 H8798 : Bouw H7651 mij hier zeven H4196 altaren H3559 H8685 , en bereid H7651 mij hier zeven H6499 varren H7651 en zeven H352 rammen.
  30 H1111 Balak H6213 H8799 nu deed H1109 , gelijk als Bileam H559 H8804 gezegd had H5927 H8686 ; en hij offerde H6499 een var H352 en een ram H4196 op elk altaar.