Numbers 22

DSV_Strongs(i)
  1 H5265 H8799 Daarna reisden H1121 de kinderen H3478 van Israel H2583 H8799 , en legerden zich H6160 in de vlakke velden H4124 van Moab H5676 , aan deze zijde H3383 van de Jordaan H3405 van Jericho.
  2 H1111 Toen Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H7200 H8799 , zag H3478 al wat Israel H567 aan de Amorieten H6213 H8804 gedaan had;
  3 H1481 H8799 Zo vreesde H4124 Moab H3966 zeer H6440 voor het aangezicht H5971 dezes volks H7227 , want het was veel H4124 ; en Moab H6973 H8799 was beangstigd H6440 voor het aangezicht H1121 van de kinderen H3478 Israels.
  4 H559 H8799 Derhalve zeide H4124 Moab H2205 tot de oudsten H4080 der Midianieten H6951 : Nu zal deze gemeente H3897 H8762 oplikken H5439 al wat rondom H7794 ons is, gelijk de os H3418 de groente H7704 des velds H3897 H8800 oplikt H6256 . Te dier tijd H1111 nu was Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4428 , koning H4124 der Moabieten.
  5 H7971 H8799 Die zond H4397 boden H1109 aan Bileam H1121 , den zoon H1160 van Beor H6604 , te Pethor H5104 , hetwelk aan de rivier H776 is, in het land H1121 der kinderen H5971 zijns volks H7121 H8800 , om hem te roepen H559 H8800 , zeggende H5971 : Zie, er is een volk H4714 uit Egypte H3318 H8804 getogen H5869 ; zie, het heeft het gezicht H776 des lands H3680 H8765 bedekt H3427 H8802 , en het blijft liggen H4136 recht tegenover mij.
  6 H3212 H8798 En nu, kom H779 H8798 toch, vervloek H5971 mij dit volk H6099 , want het is machtiger H3201 H8799 dan ik; misschien zal ik het kunnen H5221 H8686 slaan H776 , of het uit het land H1644 H8762 verdrijven H3045 H8804 ; want ik weet H1288 H8762 , dat, wien gij zegent H1288 H8794 , die zal gezegend zijn H779 H8799 , en wien gij vervloekt H779 H8714 , die zal vervloekt zijn.
  7 H3212 H8799 Toen gingen H2205 de oudsten H4124 der Moabieten H2205 , en de oudsten H4080 der Midianieten H7081 , en hadden het [loon] [der] waarzeggingen H3027 in hun hand H935 H8799 ; alzo kwamen zij H1109 tot Bileam H1696 H8762 , en spraken H1697 tot hem de woorden H1111 van Balak.
  8 H559 H8799 Hij dan zeide H3885 H8798 tot hen: Vernacht H3915 hier dezen nacht H1697 , zo zal ik ulieden een antwoord H7725 H8689 wederbrengen H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8762 tot mij zal gesproken hebben H3427 H8799 . Toen bleven H8269 de vorsten H4124 der Moabieten H1109 bij Bileam.
  9 H430 En God H935 H8799 kwam H1109 tot Bileam H559 H8799 en zeide H582 : Wie zijn die mannen, die bij u zijn?
  10 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H430 tot God H1111 : Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4428 , de koning H4124 der Moabieten H7971 H8804 , heeft hen tot mij gezonden, [zeggende]:
  11 H5971 Zie, er is een volk H4714 uit Egypte H3318 H8802 getogen H5869 , en het heeft het gezicht H776 des lands H3680 H8762 bedekt H3212 H8798 ; kom H6895 H8798 nu, vervloek H3201 H8799 het mij; misschien zal ik tegen hetzelve kunnen H3898 H8736 strijden H1644 H8765 , of het uitdrijven.
  12 H559 H8799 Toen zeide H430 God H1109 tot Bileam H3212 H8799 : Gij zult met hen niet trekken H5971 ; gij zult dat volk H779 H8799 niet vloeken H1288 H8803 , want het is gezegend.
  13 H6965 H0 Toen stond H1109 Bileam H1242 des morgens H6965 H8799 op H559 H8799 , en zeide H8269 tot de vorsten H1111 van Balak H3212 H8798 : Gaat H776 naar uw land H3068 ; want de HEERE H3985 H8765 weigert H5414 H8800 mij toe te laten H1980 H8800 met ulieden te gaan.
  14 H6965 H0 Zo stonden H8269 dan de vorsten H4124 der Moabieten H6965 H8799 op H935 H8799 , en kwamen H1111 tot Balak H559 H8799 , en zij zeiden H1109 : Bileam H3985 H8765 heeft geweigerd H1980 H8800 met ons te gaan.
  15 H1111 Doch Balak H3254 H8686 voer nog voort H8269 vorsten H7971 H8800 te zenden H7227 , meer H3513 H8737 en eerlijker, dan die waren;
  16 H1109 Die tot Bileam H935 H8799 kwamen H559 H8799 , en hem zeiden H559 H8804 : Alzo zegt H1111 Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4513 H8735 : Laat u toch niet beletten H1980 H8800 tot mij te komen!
  17 H3966 Want ik zal u zeer H3513 H8763 hoog H3513 H8762 vereren H559 H8799 , en al wat gij tot mij zeggen zult H6213 H8799 , dat zal ik doen H3212 H8798 ; zo kom H6895 H8798 toch, vervloek H5971 mij dit volk!
  18 H6030 H8799 Toen antwoordde H1109 Bileam H559 H8799 , en zeide H5650 tot de dienaren H1111 van Balak H1111 : Wanneer Balak H1004 mij zijn huis H4393 vol H3701 zilver H2091 en goud H5414 H8799 gave H3201 H8799 , zo vermocht ik H6310 niet het bevel H3068 des HEEREN H430 mijns Gods H5674 H8800 te overtreden H6213 H8800 , om te doen H6996 klein H1419 of groot.
  19 H3427 H8798 En nu, blijft gijlieden H3915 toch ook hier dezen nacht H3045 H8799 , opdat ik wete H3068 , wat de HEERE H3254 H8686 tot mij verder H1696 H8763 spreken zal.
  20 H430 God H935 H8799 nu kwam H1109 tot Bileam H3915 des nachts H559 H8799 , en zeide H582 tot hem: Dewijl die mannen H935 H8804 gekomen zijn H7121 H8800 , om u te roepen H6965 H8798 , sta op H3212 H8798 , ga H389 met hen; en nochtans H1697 zult gij dat H6213 H8799 doen H1696 H8762 , hetwelk Ik tot u spreken zal.
  21 H6965 H0 Toen stond H1109 Bileam H1242 des morgens H6965 H8799 op H2280 H8799 , en zadelde H860 zijn ezelin H3212 H8799 , en hij trok heen H8269 met de vorsten H4124 van Moab.
  22 H639 Doch de toorn H430 van God H2734 H8799 werd ontstoken H1980 H8802 , omdat hij heentoog H4397 ; en de Engel H3068 des HEEREN H3320 H8691 stelde Zich H1870 in den weg H7854 , hem tot een tegenpartij H7392 H8802 ; hij reed H860 nu op zijn ezelin H8147 , en twee H5288 zijner jongeren waren bij hem.
  23 H860 De ezelin H7200 H8799 nu zag H4397 den Engel H3068 des HEEREN H5324 H8737 staande H1870 in den weg H8025 H8803 , met Zijn uitgetrokken H2719 zwaard H3027 in Zijn hand H5186 H8799 ; daarom week H860 de ezelin H1870 uit den weg H3212 H8799 , en ging H7704 in het veld H5221 H8686 . Toen sloeg H1109 Bileam H860 de ezelin H1870 , om dezelve naar den weg H5186 H8687 te doen wenden.
  24 H4397 Maar de Engel H3068 des HEEREN H5975 H8799 stond H4934 in een pad H3754 der wijngaarden H1447 , zijnde een muur H1447 aan deze, en een muur aan gene zijde.
  25 H860 Toen de ezelin H4397 den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H3905 H8735 , zo klemde zij zichzelve H7023 aan den wand H3905 H8799 , en klemde H1109 Bileams H7272 voet H7023 aan den wand H3254 H8686 ; daarom voer hij voort H5221 H8687 haar te slaan.
  26 H5674 H8800 Toen ging H4397 de Engel H3068 des HEEREN H3254 H8686 noch verder H5975 H8799 , en Hij stond H6862 in een enge H4725 plaats H1870 , waar geen weg H5186 H8800 was om te wijken H3225 ter rechter H8040 [hand] noch ter linkerhand.
  27 H860 Als de ezelin H4397 den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H7257 H8799 , zo leide zij zich neder H1109 onder Bileam H639 ; en de toorn H1109 van Bileam H2734 H8799 ontstak H5221 H8686 , en hij sloeg H860 de ezelin H4731 met een stok.
  28 H3068 De HEERE H6605 H8799 nu opende H6310 den mond H860 der ezelin H1109 , die tot Bileam H559 H8799 zeide H6213 H8804 : Wat heb ik u gedaan H7969 H7272 , dat gij mij nu driemaal H5221 H8689 geslagen hebt?
  29 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H860 tot de ezelin H5953 H8694 : Omdat gij mij bespot hebt H3863 ; och, of H2719 ik een zwaard H3027 in mijn hand H3426 had H2026 H8804 ! want ik zoude u nu doden.
  30 H860 De ezelin H559 H8799 nu zeide H1109 tot Bileam H860 : Ben ik niet uw ezelin H7392 H8804 , op welke gij gereden hebt H3117 van toen af, dat gij [mijn] [heer] geweest zijt, tot op dezen dag H5532 H8687 ? Ben ik ooit H5532 H8689 gewend geweest H6213 H8800 u alzo te doen H559 H8799 ? Hij dan zeide: Neen!
  31 H1540 H8762 Toen ontdekte H3068 de HEERE H5869 de ogen H1109 van Bileam H4397 , zodat hij den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H5324 H8737 , staande H1870 in den weg H8025 H8803 , en Zijn uitgetrokken H2719 zwaard H3027 in Zijn hand H6915 H8799 ; daarom neigde hij H7812 H8691 het hoofd en boog zich H639 op zijn aangezicht.
  32 H559 H8799 Toen zeide H4397 de Engel H3068 des HEEREN H860 tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin H7969 H7272 nu driemaal H5221 H8689 geslagen H3318 H8804 ? Zie, Ik ben uitgegaan H7854 [u] tot een tegenpartij H1870 , dewijl deze weg H3399 H8804 van Mij afwijkt.
  33 H860 Maar de ezelin H7200 H8799 heeft Mij gezien H7969 H7272 , en zij is nu driemaal H6440 voor Mijn aangezicht H5186 H8799 geweken H194 H0 ; indien H6440 zij voor Mijn aangezicht H194 niet H5186 H8804 geweken ware H2026 H8804 , zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood H2421 H8689 , en haar bij het leven behouden hebben.
  34 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H4397 tot den Engel H3068 des HEEREN H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3045 H8804 , want ik heb niet geweten H7125 H8800 , dat Gij mij tegemoet H1870 op dezen weg H5324 H8737 stond H7489 H8804 ; en nu, is het kwaad H5869 in Uw ogen H7725 H8799 , ik zal wederkeren.
  35 H4397 De Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 nu zeide H1109 tot Bileam H3212 H8798 : Ga heen H582 met deze mannen H657 ; maar alleenlijk H1697 dat woord H1696 H8762 , wat Ik tot u spreken zal H1696 H8762 , dat zult gij spreken H3212 H8799 . Alzo toog H1109 Bileam H8269 met de vorsten H1111 van Balak.
  36 H1111 Als Balak H8085 H8799 hoorde H1109 , dat Bileam H935 H8802 kwam H3318 H8799 , zo ging hij uit H7125 H8800 , hem tegemoet H5892 , tot de stad H4124 der Moabieten H1366 , welke aan de landpale H769 van de Arnon H7097 [ligt], die aan het uiterste H1366 der landpale is.
  37 H1111 En Balak H559 H8799 zeide H1109 tot Bileam H7971 H8800 : Heb ik niet ernstiglijk H7971 H8804 tot u gezonden H7121 H8800 , om u te roepen H1980 H8804 ? Waarom zijt gij niet tot mij gekomen H3201 H8799 ? Kan ik H552 u niet te recht H3513 H8763 vereren?
  38 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H1111 tot Balak H935 H8804 : Zie, ik ben tot u gekomen H3201 H8800 ; zal ik nu enigszins H3972 iets H3201 H8799 kunnen H1696 H8763 spreken H1697 ? Het woord H430 , hetwelk God H6310 in mijn mond H7760 H8799 leggen zal H1696 H8762 , dat zal ik spreken.
  39 H1109 En Bileam H3212 H8799 ging H1111 met Balak H935 H8799 ; en zij kwamen H2351 H7155 te Kirjath-huzzoth.
  40 H2076 H8799 Toen slachtte H1111 Balak H1241 runderen H6629 en schapen H7971 H8762 ; en hij zond H1109 aan Bileam H8269 , en aan de vorsten, die bij hem waren.
  41 H1242 En het geschiedde des morgens H1111 , dat Balak H1109 Bileam H3947 H8799 nam H5927 H8686 , en voerde H1116 hem op de hoogten H1120 van Baal H7200 H8799 , dat hij van daar zag H7097 het uiterste H5971 des volks.