DSV_Strongs(i)
1
H1732
Davids
H4210
psalm
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H3068
. [040:2] Ik heb den HEERE
H6960 H8763
lang
H6960 H8765
verwacht
H5186 H8799
; en Hij heeft Zich tot mij geneigd
H7775
, en mijn geroep
H8085 H8799
gehoord.
2
H7588
[040:3] En Hij heeft mij uit een ruisenden
H953
kuil
H3121
, uit modderig
H2916
slijk
H5927 H8686
opgehaald
H7272
, en heeft mijn voeten
H5553
op een rotssteen
H6965 H8686
gesteld
H838
, Hij heeft mijn gangen
H3559 H8790
vastgemaakt.
3
H2319
[040:4] En Hij heeft een nieuw
H7892
lied
H6310
in mijn mond
H5414 H8799
gegeven
H8416
, een lofzang
H430
onzen Gode
H7227
; velen
H7200 H8799
zullen het zien
H3372 H8799
, en vrezen
H3068
, en op den HEERE
H982 H8799
vertrouwen.
4
H835
[040:5] Welgelukzalig
H1397
is de man
H3068
, die den HEERE
H4009
tot zijn vertrouwen
H7760 H8804
stelt
H6437 H8804
, en niet omziet
H7295
naar de hovaardigen
H3577
, en die tot leugen
H7750 H8802
afwijken.
5
H3068
[040:6] Gij, o HEERE
H430
, mijn God
H6381 H8737
! hebt Uw wonderen
H4284
en Uw gedachten
H7227
aan ons vele
H6213 H8804
gemaakt
H6186 H8800
, men kan ze niet in orde bij U verhalen
H5046 H8686
; zal ik ze verkondigen
H1696 H8762
en uitspreken
H6105 H8804
, zo zijn zij menigvuldiger
H5608 H8763
dan dat ik ze zou kunnen vertellen.
6
H2654 H8804
[040:7] Gij hebt geen lust gehad
H2077
aan slachtoffer
H4503
en spijsoffer
H241
; Gij hebt mij de oren
H3738 H8804
doorboord
H5930
; brandoffer
H2401
en zondoffer
H7592 H8804
hebt Gij niet geeist.
7
H559 H8804
[040:8] Toen zeide ik
H935 H8804
: Zie, ik kom
H4039
; in de rol
H5612
des boeks
H3789 H8803
is van mij geschreven.
8
H2654 H8804
[040:9] Ik heb lust
H430
, o mijn God
H7522
! om Uw welbehagen
H6213 H8800
te doen
H8451
; en Uw wet
H8432
is in het midden
H4578
mijns ingewands.
9
H1319 H8765
[040:10] Ik boodschap
H6664
de gerechtigheid
H7227
in de grote
H6951
gemeente
H8193
; zie, mijn lippen
H3607 H8799
bedwing ik
H3068
niet; HEERE
H3045 H8804
! Gij weet het.
10
H6666
[040:11] Uw gerechtigheid
H3680 H8765
bedek ik
H8432
niet in het midden
H3820
mijns harten
H530
; Uw waarheid
H8668
en Uw heil
H559 H8804
spreek ik uit
H2617
; Uw weldadigheid
H571
en Uw trouw
H3582 H8765
verheel ik
H7227
niet in de grote
H6951
gemeente.
11
H3068
[040:12] Gij, o HEERE
H7356
! zult Uw barmhartigheden
H3607 H8799
van mij niet onthouden
H2617
; laat Uw weldadigheid
H571
en Uw trouw
H8548
mij geduriglijk
H5341 H8799
behoeden.
12
H7451
[040:13] Want kwaden
H4557
, tot zonder getal
H661 H8804
toe, hebben mij omgeven
H5771
; mijn ongerechtigheden
H5381 H8689
hebben mij aangegrepen
H3201 H8804
, dat ik niet heb kunnen
H7200 H8800
zien
H6105 H8804
; zij zijn menigvuldiger
H8185
dan de haren
H7218
mijns hoofds
H3820
, en mijn hart
H5800 H8804
heeft mij verlaten.
13
H7521 H8798
[040:14] Het behage
H3068
U, HEERE
H5337 H8687
! mij te verlossen
H3068
; HEERE
H2363 H8798
! haast U
H5833
tot mijn hulp.
14
H3162
[040:15] Laat hen te zamen
H954 H8799
beschaamd
H2659 H8799
en schaamrood worden
H5315
, die mijn ziel
H1245 H8764
zoeken
H5595 H8800
, om die te vernielen
H268
; laat hen achterwaarts
H5472 H8735
gedreven worden
H3637 H8735
, en te schande worden
H2655
, die lust
H7451
hebben aan mijn kwaad.
15
H8074 H8799
[040:16] Laat hen verwoest worden
H6118
tot loon
H1322
hunner beschaming
H559 H8802
, die van mij zeggen
H1889
: Ha
H1889
, ha!