DSV_Strongs(i)
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H3038
, voor Jeduthun
H559 H8804
. [039:2] Ik zeide
H1870
: Ik zal mijn wegen
H8104 H8799
bewaren
H2398 H8800
, dat ik niet zondige
H3956
met mijn tong
H6310
; ik zal mijn mond
H4269
met een breidel
H8104 H8799
bewaren
H7563
, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is.
2
H481 H8738
[039:3] Ik was verstomd
H1747
[door] stilzwijgen
H2814 H8689
, ik zweeg
H2896
van het goede
H3511
; maar mijn smart
H5916 H8738
werd verzwaard.
3
H3820
[039:4] Mijn hart
H2552 H8804
werd heet
H7130
in mijn binnenste
H784
, een vuur
H1197 H8799
ontbrandde
H1901
in mijn overdenking
H227
; [toen
H1696 H8765
] sprak ik
H3956
met mijn tong:
4
H3068
[039:5] HEERE
H3045 H8685
! maak mij bekend
H7093
mijn einde
H4060
, en welke de mate
H3117
mijner dagen
H3045 H8799
zij; dat ik wete
H2310
, hoe vergankelijk ik zij.
5
H3117
[039:6] Zie, Gij hebt mijn dagen
H2947
een handbreed
H5414 H8804
gesteld
H2465
, en mijn leeftijd
H3605
is als niets voor U; immers is een ieder
H120
mens
H5324 H8737
, [hoe] vast hij staat
H3605
, enkel
H1892
ijdelheid
H5542
. Sela.
6
H1980 H8691
[039:7] Immers wandelt
H376
de mens
H6754
[als] in een beeld
H1993 H8799
, immers woelen zij
H1892
ijdellijk
H6651 H8799
; men brengt bijeen
H3045 H8799
, en men weet
H622 H8802
niet, wie het naar zich nemen zal.
8
H5337 H8685
[039:9] Verlos
H6588
mij van al mijn overtredingen
H7760 H8799
; en stel
H2781
mij niet tot een smaad
H5036
des dwazen.
9
H481 H8738
[039:10] Ik ben verstomd
H6310
, ik zal mijn mond
H6605 H8799
niet opendoen
H6213 H8804
, want Gij hebt het gedaan.
10
H5493 H0
[039:11] Neem
H5061
Uw plage
H5493 H8685
van op mij weg
H3615 H8804
, ik ben bezweken
H8409
van de bestrijding
H3027
Uwer hand.
11
H3256 H8765
[039:12] Kastijdt Gij
H376
iemand
H8433
met straffingen
H5771
om de ongerechtigheid
H2530 H8803
, zo doet Gij zijn bevalligheid
H4529 H8686
smelten
H6211
als een mot
H120
; immers is een ieder mens
H1892
ijdelheid
H5542
. Sela.