Deuteronomy 13:12 Cross References - DSV_Strongs

  12 H259 Wanneer gij van een H5892 uwer steden H3068 , die de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geeft H3427 H8800 , om aldaar te wonen H8085 H8799 , zult horen H559 H8800 zeggen:

Joshua 22:11-34

  11 H1121 En de kinderen H3478 Israels H8085 H8799 hoorden H559 H8800 zeggen H2009 : Ziet H1121 , de kinderen H7205 van Ruben H1121 , en de kinderen H1410 van Gad H2677 , en de halve H7626 stam H4519 van Manasse H4196 hebben een altaar H1129 H8804 gebouwd H518 H4136 , tegenover H776 het land H3667 Kanaan H413 , aan H1552 de grenzen H3383 van de Jordaan H413 , aan H5676 de zijde H1121 der kinderen H3478 Israels.
  12 H1121 Als de kinderen H3478 Israels H8085 H8799 [dit] hoorden H6950 H8735 , zo verzamelde H3605 de ganse H5712 vergadering H1121 der kinderen H3478 Israels H7887 te Silo H5921 , dat zij tegen H5927 H8800 hen optogen H6635 met een heir.
  13 H1121 En de kinderen H3478 Israels H7971 H8799 zonden H413 aan H1121 de kinderen H7205 van Ruben H413 , en aan H1121 de kinderen H1410 van Gad H413 , en aan H2677 den halven H7626 stam H4519 van Manasse H413 , in H776 het land H1568 Gilead H6372 , Pinehas H1121 , den zoon H499 van Eleazar H3548 , den priester;
  14 H6235 En tien H5387 vorsten H5973 met H1 hem, van ieder vaderlijk H1004 huis H259 H259 een H5387 H5387 vorst H3605 , uit al H4294 de stammen H3478 van Israel H1992 ; en zij H376 waren een ieder H7218 een hoofd H1004 van het huis H1 hunner vaderen H505 over de duizenden H3478 van Israel.
  15 H413 Toen zij tot H1121 de kinderen H7205 van Ruben H413 , en tot H1121 de kinderen H1410 van Gad H413 , en tot H2677 den halven H7626 stam H4519 van Manasse H935 H8799 kwamen H413 , in H776 het land H1568 Gilead H1696 H8762 , zo spraken zij H854 met H559 H8800 hen, zeggende:
  16 H3541 Alzo H559 H8804 spreekt H3605 de ganse H5712 gemeente H3068 des HEEREN H4100 : Wat H4604 overtreding H2088 is dit H834 , waarmede H4603 H8804 gijlieden overtreden hebt H430 tegen den God H3478 van Israel H3117 , heden H7725 H8800 afkerende H4480 van H310 achter H3068 den HEERE H4196 , mits dat gij een altaar H1129 H8800 voor u gebouwd hebt H3117 , om heden H3068 tegen den HEERE H4775 H8800 wederspannig te zijn?
  17 H5771 Is ons de ongerechtigheid H6465 van Peor H4592 te weinig H4480 , van H834 dewelke H3808 wij niet H2891 H8694 gereinigd zijn H5704 tot H2088 op dezen H3117 dag H5063 , hoewel de plaag H5712 in de vergadering H3068 des HEEREN H1961 H8799 geweest is?
  18 H859 Dewijl gij H3117 u heden H4480 van H310 achter H3068 den HEERE H7725 H8799 afkeert H1961 H8804 , het zal dan geschieden H3117 , als gij heden H4775 H8799 wederspannig zijt H3068 tegen den HEERE H4279 , zo zal Hij Zich morgen H7107 H8799 grotelijks vertoornen H413 tegen H3605 de ganse H5712 gemeente H3478 van Israel.
  19 H389 Maar toch H518 , indien H776 het land H272 uwer bezitting H2931 onrein H5674 H8798 is, komt over H413 in H776 het land H272 van de bezitting H3068 des HEEREN H834 H8033 , waar H4908 de tabernakel H3068 des HEEREN H7931 H8804 woont H270 H8734 , en neemt bezitting H8432 in het midden H408 van ons; maar zijt niet H4775 H8799 wederspannig H3068 tegen den HEERE H408 , en zijt ook niet H4775 H8799 wederspannig H4196 tegen ons, een altaar H1129 H8800 voor u bouwende H1107 , behalve H4196 het altaar H3068 van den HEERE H430 , onzen God.
  20 H3808 Heeft niet H5912 Achan H1121 , de zoon H2226 van Zerah H4604 , overtreding H4603 H8804 begaan H2764 met het verbannene H1961 H8804 , en kwam H7110 er niet een verbolgenheid H5921 over H3605 de ganse H5712 vergadering H3478 van Israel H1931 ? En die H376 man H1478 H8804 stierf H3808 niet H259 alleen H5771 in zijn ongerechtigheid.
  21 H6030 H8799 Toen antwoordden H1121 de kinderen H7205 van Ruben H1121 , en de kinderen H1410 van Gad H2677 , en de halve H7626 stam H4519 van Manasse H1696 H8762 , en zij spraken H7218 met de hoofden H505 der duizenden H3478 van Israel:
  22 H410 De God H430 der goden H3068 , de HEERE H410 , de God H430 der goden H3068 , de HEERE H1931 , Die H3045 H8802 weet H3478 het; Israel H1931 zelf H3045 H8799 zal het ook weten H518 ! H4777 Is het door wederspannigheid H518 , of H4604 is het door overtreding H3068 tegen den HEERE H3467 H8686 , zo behoudt H3117 H2088 ons heden H408 niet;
  23 H4196 Dat wij ons een altaar H1129 H8800 zouden gebouwd hebben H4480 , om ons van H310 achter H3068 den HEERE H7725 H8800 af te keren H518 , of H5930 om brandoffer H4503 en spijsoffer H5921 daarop H5927 H8687 te offeren H518 , of H8002 H2077 om dankoffer H5921 daarop H6213 H8800 te doen H1245 H8762 , zo eise H3068 H1931 het de HEERE.
  24 H518 En zo H2063 wij dit H3808 niet H4480 uit H1674 zorg H1697 vanwege [deze] zaak H6213 H8804 gedaan hebben H559 H8800 , zeggende H4279 : Morgen H1121 mochten uw kinderen H1121 tot onze kinderen H559 H8799 spreken H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H3068 hebt gij met den HEERE H430 , den God H3478 van Israel, te doen?
  25 H3068 De HEERE H3383 heeft immers de Jordaan H1366 tot landpale H5414 H8804 gezet H996 tussen H996 ons en tussen H1121 ulieden, gij, kinderen H7205 van Ruben H1121 , en gij, kinderen H1410 van Gad H369 ! gij hebt geen H2506 deel H3068 aan den HEERE H1121 . Zo mochten uw kinderen H1121 onze kinderen H7673 H8689 doen ophouden H3068 , dat zij den HEERE H1115 niet H3372 H8800 vreesden.
  26 H559 H8799 Daarom zeiden wij H4994 : Laat ons toch H6213 H8799 voor ons maken H1129 H8800 , bouwende H4196 een altaar H3808 , niet H5930 ten brandoffer H3808 , noch H2077 ten offer.
  27 H3588 Maar H1931 dat het H5707 een getuige H996 zij tussen H996 ons en tussen H996 ulieden, en tussen H1755 onze geslachten H310 na H5656 ons, opdat wij den dienst H3068 des HEEREN H6440 voor Zijn aangezicht H5647 H8800 dienen mochten H5930 met onze brandofferen H2077 , en met onze slachtofferen H8002 , en met onze dankofferen H1121 ; en dat uw kinderen H1121 tot onze kinderen H4279 morgen H3808 niet H559 H8799 zeggen H369 : Gijlieden hebt geen H2506 deel H3068 aan den HEERE.
  28 H559 H8799 Daarom zeiden wij H1961 H8804 : Wanneer het geschiedt H3588 , dat H4279 zij morgen H413 [alzo] tot H413 ons en tot H1755 onze geslachten H559 H8799 zeggen zullen H559 H8804 ; zo zullen wij zeggen H7200 H8798 : Ziet H8403 de gedaante H4196 van het altaar H3068 des HEEREN H834 , hetwelk H1 onze vaderen H6213 H8804 gemaakt hebben H3808 , niet H5930 ten brandoffer H3808 , noch H2077 ten offer H3588 ; maar H1931 het H5707 is een getuige H996 tussen H996 ons en tussen ulieden.
  29 H2486 Het zij verre H4480 van H4775 H8800 ons, dat wij zouden wederspannig zijn H3068 tegen den HEERE H3117 , of dat wij te dezen dage H4480 ons van H310 achter H3068 den HEERE H7725 H8800 afkeren zouden H1129 H8800 , bouwende H4196 een altaar H5930 ten brandoffer H4503 , ten spijsoffer H2077 , of ten slachtoffer H4480 H909 , behalve H4196 het altaar H3068 van den HEERE H430 , onzen God H834 , dat H6440 voor H4908 Zijn tabernakel is.
  30 H3548 Toen de priester H6372 Pinehas H5387 , en de oversten H5712 der vergadering H7218 , en de hoofden H505 der duizenden H3478 van Israel H834 , die H854 bij H1697 hem waren, de woorden H8085 H8799 hoorden H834 , die H1121 de kinderen H7205 van Ruben H1121 , en de kinderen H1410 van Gad H1121 , en de kinderen H4519 van Manasse H1696 H8765 gesproken hadden H3190 H8799 , zo was het goed H5869 in hun ogen.
  31 H6372 En Pinehas H1121 , de zoon H3548 van den priester H499 Eleazar H559 H8799 , zeide H413 tot H1121 de kinderen H7205 van Ruben H413 , en tot H1121 de kinderen H1410 van Gad H413 , en tot H1121 de kinderen H4519 van Manasse H3117 : Heden H3045 H8804 weten wij H3588 , dat H3068 de HEERE H8432 in het midden H834 van ons is, dewijl H2088 gij deze H4604 overtreding H3068 tegen den HEERE H3808 niet H4603 H8804 begaan hebt H227 ; toen H1121 hebt gijlieden de kinderen H3478 Israels H5337 H8689 verlost H4480 uit H3027 de hand H3068 des HEEREN.
  32 H6372 En Pinehas H1121 , de zoon H3548 van den priester H499 Eleazar H7725 H8799 , keerde wederom H5387 met de oversten H4480 van H1121 de kinderen H7205 van Ruben H4480 , en van H1121 de kinderen H1410 van Gad H4480 , uit H776 het land H1568 Gilead H413 , naar H776 het land H3667 Kanaan H413 , tot H1121 de kinderen H3478 Israels H7725 H0 ; en zij brachten H854 hun H1697 antwoord H7725 H8686 weder;
  33 H1697 Het antwoord H3190 H8799 nu was goed H5869 in de ogen H1121 van de kinderen H3478 Israels H1121 , en de kinderen H3478 Israels H1288 H8762 loofden H430 God H559 H8804 , en zeiden H3808 niet H5921 [meer] van tegen H5927 H8800 hen op te trekken H6635 met een heir H776 , om het land H7843 H8763 te verderven H834 , waarin H1121 de kinderen H7205 van Ruben H1410 en de kinderen van Gad H3427 H8802 woonden.
  34 H1121 En de kinderen H7205 van Ruben H1121 en de kinderen H1410 van Gad H7121 H8799 noemden H4196 dat altaar H3588 : Dat H1931 het H5707 een getuige H996 zij tussen H3588 ons, dat H3068 de HEERE H430 God is.

Judges 20:1-17

  1 H3318 H0 Toen togen H3605 alle H1121 kinderen H3478 Israels H3318 H8799 uit H5712 , en de vergadering H6950 H8735 verzamelde zich H259 , als een enig H376 man H4480 , van H1835 Dan H5704 af tot H884 Ber-seba H776 toe, ook het land H1568 van Gilead H413 , tot H3068 den HEERE H4709 te Mizpa.
  2 H6438 En [uit] de hoeken H3605 des ganse H5971 volks H3320 H8691 stelden zich H3605 al H7626 de stammen H3478 van Israel H6951 in de vergadering H5971 van het volk H430 Gods H702 H3967 , vierhonderd H505 duizend H376 man H7273 te voet H2719 , die het zwaard H8025 H8802 uittrokken.
  3 H1121 (De kinderen H1144 Benjamins H8085 H8799 nu hoorden H3588 , dat H1121 de kinderen H3478 Israels H5927 H8804 opgetogen H4709 naar Mizpa H1121 .) En de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeiden H1696 H8761 : Spreekt H349 , hoe H2063 is dit H7451 kwaad H1961 H8738 geschied?
  4 H6030 H8799 Toen antwoordde H3881 de Levietische H376 man H376 , de man H802 van de vrouw H7523 H8737 , die gedood was H559 H8799 , en zeide H589 : Ik H935 H8804 kwam H6370 met mijn bijwijf H1390 te Gibea H834 , dewelke H1144 Benjamins H3885 H8800 is, om te vernachten.
  5 H1167 En de burgers H1390 van Gibea H6965 H0 maakten zich H5921 tegen H6965 H8799 mij op H5437 H8799 , en omringden H5921 tegen H1004 mij het huis H3915 bij nacht H1819 H8765 ; zij dachten H853 mij H2026 H8800 te doden H6370 , en mijn bijwijf H6031 H8765 hebben zij geschonden H4191 H8799 , dat zij gestorven is.
  6 H270 H8799 Toen greep ik H6370 mijn bijwijf H5408 H8762 , en deelde H7971 H8762 haar, en zond H3605 haar in het ganse H7704 land H5159 der erfenis H3478 van Israel H3588 , omdat H2154 zij een schandelijke daad H5039 en dwaasheid H3478 in Israel H6213 H8804 gedaan hadden.
  7 H2009 Ziet H3605 , gij allen H1121 zijt kinderen H3478 Israels H3051 H8798 , geeft H1988 hier H1697 voor ulieden woord H6098 en raad!
  8 H6965 H0 Toen maakte zich H3605 al H5971 het volk H6965 H8799 op H259 , als een enig H376 man H559 H8800 , zeggende H3808 : Wij zullen niet H3212 H8799 gaan H376 , een ieder H168 naar zijn tent H3808 , noch H5493 H8799 wijken H376 , een ieder H1004 naar zijn huis.
  9 H6258 Maar nu H2088 , dit H1697 is de zaak H834 , die H1390 wij aan Gibea H6213 H8799 zullen doen H5921 : tegen H1486 haar bij het lot!
  10 H6235 En wij zullen tien H582 mannen H3947 H8804 nemen H3967 van honderd H3605 , van alle H7626 stammen H3478 Israels H3967 , en honderd H505 van duizend H505 , en duizend H7233 van tienduizend H6720 , om teerkost H3947 H8800 te nemen H5971 voor het volk H935 H8800 , opdat zij, komende H1387 H1144 te Gibea-benjamins H6213 H8800 , [haar] doen H3605 naar al H5039 de dwaasheid H834 , die H3478 zij in Israel H6213 H8804 gedaan heeft.
  11 H3605 Alzo werden alle H376 mannen H3478 van Israel H622 H8735 verzameld H413 tot H5892 deze stad H2270 , verbonden H259 als een enig H376 man.
  12 H7626 En de stammen H3478 van Israel H7971 H8799 zonden H582 mannen H3605 door den ganse H7626 stam H1144 van Benjamin H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H7451 voor een kwaad H2063 is dit H834 , dat H1961 H8738 onder ulieden geschied is?
  13 H5414 H8798 Zo geeft H6258 nu H582 die mannen H1121 , die kinderen H1100 Belials H834 , die H1390 te Gibea H4191 H8686 zijn, dat wij hen doden H7451 , en het kwaad H4480 uit H3478 Israel H1197 H8762 wegdoen H1121 . Doch de [kinderen H1144 ] van Benjamin H14 H8804 wilden H3808 niet H8085 H8800 horen H6963 naar de stem H251 van hun broederen H1121 , de kinderen H3478 Israels.
  14 H1121 Maar de kinderen H1144 van Benjamin H622 H8735 verzamelden zich H4408 uit H5892 de steden H1390 naar Gibea H3318 H8800 , om uit te trekken H4421 ten strijde H5973 tegen H1121 de kinderen H3478 Israels.
  15 H1121 En de kinderen H1144 van Benjamin H1931 werden te dien H3117 dage H6485 H8691 geteld H4480 uit H5892 de steden H8337 , zes H6242 en twintig H505 duizend H376 mannen H2719 , die het zwaard H8025 H8802 uittrokken H909 , behalve H4480 dat H3427 H8802 de inwoners H1390 van Gibea H6485 H8694 geteld werden H7651 H3967 , zevenhonderd H977 H8803 uitgelezene H376 mannen.
  16 H4480 Onder H3605 al H2088 dit H5971 volk H7651 H3967 waren zevenhonderd H977 H8803 uitgelezene H376 mannen H334 H3027 H3225 , welke links H2063 waren; deze H3605 allen H7049 H8802 slingerden H68 met een steen H413 op H8185 een haar H3808 , dat het hun niet H2398 H8686 miste.
  17 H376 En de mannen H3478 van Israel H6485 H8694 werden geteld H909 H4480 , behalve H1144 Benjamin H702 H3967 , vierhonderd H505 duizend H376 mannen H2719 , die het zwaard H8025 H8802 uittrokken H2088 ; deze H3605 allen H376 waren mannen H4421 van oorlog.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.