Jeremiah 13:18 Cross References - DSV_Strongs

  18 H559 H8798 Zeg H4428 tot den koning H1377 en tot de koningin H8213 H8685 : Vernedert u H3427 H8798 , zet u neder H4761 ; want uw ganse hoofdsieraad H5850 , de kroon H8597 uwer heerlijkheid H3381 H8804 , is nedergedaald.

Exodus 10:3

  3 H935 H8799 Zo gingen H4872 Mozes H175 en Aaron H6547 tot Farao H559 H8799 , en zeiden H559 H8804 tot hem: Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H5680 der Hebreen H4970 : Hoe lang H3985 H8765 weigert gij H6440 u voor Mijn aangezicht H6031 H8736 te verootmoedigen H5971 ? Laat Mijn volk H7971 H8761 trekken H5647 H8799 , dat zij Mij dienen.

2 Kings 24:12

  12 H3318 H0 Toen ging H3078 Jojachin H4428 , de koning H3063 van Juda H3318 H8799 , uit H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H1931 , hij H517 , en zijn moeder H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5631 , en zijn hovelingen H4428 ; en de koning H894 van Babel H3947 H8799 nam H853 hem H8083 [gevangen] in het achtste H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering.

2 Kings 24:15

  15 H1540 H0 Zo voerde hij H3078 Jojachin H1540 H8686 weg H894 naar Babel H4428 , mitsgaders des konings H517 moeder H4428 , en des konings H802 vrouwen H5631 , en zijn hovelingen H352 H8675 H193 ; daartoe de machtigen H776 des lands H3212 H8689 bracht hij H1473 gevankelijk H4480 van H3389 Jeruzalem H894 naar Babel;

2 Chronicles 33:12

  12 H6887 H8687 En als hij hem benauwde H2470 H8765 , bad hij H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods H3665 H8735 , ernstelijk aan, en vernederde zich H3966 zeer H4480 voor H6440 het aangezicht H430 van den God H1 zijner vaderen,

2 Chronicles 33:19

  19 H8605 En zijn gebed H6279 H8736 , en hoe [God] Zich van hem heeft laten verbidden H3605 , ook al H2403 zijn zonde H4604 , en zijn overtreding H4725 , en de plaatsen H834 , waarop H1116 hij hoogten H1129 H8804 gebouwd H842 , en bossen H6456 en gesneden beelden H5975 H8689 gesteld heeft H6440 , eer H3665 H8736 hij vernederd werd H2009 , ziet H3789 H8803 , dat is beschreven H5921 in H1697 de woorden H2374 H8676 H2335 der zieners.

2 Chronicles 33:23

  23 H3665 H8738 Maar hij vernederde zich H3808 niet H4480 voor H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H4519 , gelijk Manasse H1 , zijn vader H3665 H8736 , zich vernederd had H3588 ; maar H1931 deze H526 Amon H7235 H8689 vermenigvuldigde H819 de schuld.

Isaiah 3:26

  26 H6607 En haar poorten H578 H8804 zullen treuren H56 H8804 , en leed dragen H5352 H8738 , en zij zal, ledig gemaakt zijnde H776 , op de aarde H3427 H8799 zitten.

Isaiah 47:1

  1 H3381 H8798 Daal af H3427 H8798 , en zit H6083 in het stof H1330 , gij jonkvrouw H1323 , dochter H894 van Babel H3427 H8798 ! zit H776 op de aarde H3678 , er is geen troon H1323 [meer], gij dochter H3778 der Chaldeen H3254 H8686 ! want gij zult niet meer H7121 H8799 genaamd worden H7390 de tedere H6028 , noch de wellustige.

Jeremiah 22:26

  26 H517 En Ik zal u, en uw moeder H3205 H8804 , die u gebaard heeft H2904 H8689 , uitwerpen H312 in een ander H776 land H3205 H8795 , waarin gijlieden niet geboren zijt H4191 H8799 , en daar zult gij sterven.

Lamentations 2:10

  10 H2205 [Jod]. De oudsten H1323 der dochter H6726 Sions H3427 H8799 zitten H776 op de aarde H1826 H8799 , zij zwijgen stil H5927 H8689 , zij werpen H6083 stof H7218 op hun hoofd H8242 , zij hebben zakken H2296 H8804 aangegord H1330 ; de jonge dochters H3389 van Jeruzalem H3381 H0 laten H7218 haar hoofd H776 ter aarde H3381 H8689 hangen.

Ezekiel 19:2-14

  2 H559 H8804 En zeg H517 : Wat was uw moeder H3833 ? Een leeuwin H738 , onder de leeuwen H7257 H8804 nederliggende H7235 H0 ; zij bracht H1482 haar welpen H7235 H8765 op H8432 in het midden H3715 der jonge leeuwen.
  3 H5927 H0 Zij toog H259 nu een H1482 van haar welpen H5927 H8686 op H3715 ; het werd een jonge leeuw H3925 H8799 , die leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  4 H8085 H8799 Dit hoorden H1471 de volken H8610 H8738 van hem, hij werd gegrepen H7845 in hun groeve H935 H8686 ; en zij brachten H2397 hem met haken H776 H4714 naar Egypteland.
  5 H7200 H8799 Zij nu ziende H3176 H8738 , dat zij in hope was geweest H8615 , [doch] haar verwachting H6 H8804 verloren was H3947 H8799 , zo nam zij H259 een H1482 [ander] van haar welpen H3715 , hetwelk zij [tot] een jongen leeuw H7760 H8804 stelde.
  6 H1980 H8691 Deze wandelde H8432 steeds onder H738 de leeuwen H3715 , werd een jonge leeuw H3925 H8799 , en leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  7 H3045 H8799 Hij bekende H490 zijn weduwen H2717 H8689 , en hij verwoestte H5892 hun steden H776 ; zodat het land H4393 en zijn volheid H3456 H8799 ontzet werd H6963 van de stem H7581 zijner brulling.
  8 H5414 H8799 Toen begaven zich H1471 de volken H5439 tegen hem rondom H4082 uit de landschappen H6566 H8799 , en zij spreidden H7568 hun net H7845 over hem uit; in hun groeve H8610 H8738 werd hij gegrepen.
  9 H5414 H8799 En zij stelden H5474 hem in gesloten bewaring H2397 met haken H935 H8686 , opdat zij hem brachten H4428 tot den koning H894 van Babel H935 H8686 ; zij brachten H4685 hem in vestingen H6963 , opdat zijn stem H8085 H8735 niet meer gehoord wierde H2022 op de bergen H3478 Israels.
  10 H517 Uw moeder H1612 was als een wijnstok H1818 H8676 H1818 in uw stilheid H8362 H8803 , geplant H4325 bij wateren H6509 H8802 ; hij was vruchtbaar H6058 en vol ranken H7227 vanwege vele H4325 wateren.
  11 H5797 En hij had sterke H4294 roeden H7626 tot scepteren H4910 H8802 der heersers H6967 , en de stam H1361 H8799 van elke [roede] werd hoog H5688 tussen de dichte takken H7200 H8735 ; en hij werd gezien H1363 door zijn hoogte H7230 , met de menigte H1808 zijner takken.
  12 H2534 Maar hij werd door grimmigheid H5428 H8714 uitgerukt H776 , [en] ter aarde H7993 H8717 geworpen H6921 H7307 , en de oostenwind H6529 heeft zijn vrucht H3001 H8689 verdroogd H5797 ; zijn sterke H4294 roeden H6561 H8694 zijn afgebroken H3001 H8804 en zijn verdroogd H784 ; het vuur H398 H8804 heeft ze verteerd.
  13 H8362 H8803 En nu is hij geplant H4057 in een woestijn H6723 , in een dor H6772 en dorstig H776 land.
  14 H784 Daartoe is een vuur H3318 H8799 uitgegaan H4294 uit een roede H905 zijner ranken H6529 , [dat] zijn vrucht H398 H8804 verteerd heeft H5797 ; zodat aan hem geen sterke H4294 roede H7626 is [tot] een scepter H4910 H8800 , om te heersen H7015 . Dit is een weeklage H7015 , en is tot een weeklage geworden.

Jonah 3:6

  6 H1697 Want dit woord H5060 H8799 geraakte H413 tot H4428 den koning H5210 van Nineve H6965 H8799 , en hij stond op H3678 van zijn troon H5674 H0 , en deed H155 zijn heerlijk overkleed H5674 H8686 van H3680 H8762 zich; en hij bedekte zich H8242 met een zak H3427 H8799 , en zat neder H5921 in H665 de as.

Matthew 18:4

  4 G3748 Zo wie G3767 dan G1438 zichzelven G5013 G5661 zal vernederen G5613 , gelijk G5124 dit G3813 kindeken G3778 , deze G2076 G5748 is G3187 de meeste G1722 in G932 het Koninkrijk G3772 der hemelen.

James 4:10

  10 G5013 G5682 Vernedert u G1799 voor G2962 den Heere G2532 , en G5209 Hij zal u G5312 G5692 verhogen.

1 Peter 5:6

  6 G5013 G5682 Vernedert u G3767 dan G5259 onder G2900 de krachtige G5495 hand G2316 Gods G2443 , opdat G5209 Hij u G5312 G5661 verhoge G1722 te G2540 Zijner tijd.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.