Jeremiah 13:18 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 10:3
3
H935 H8799
Zo gingen
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H6547
tot Farao
H559 H8799
, en zeiden
H559 H8804
tot hem: Zo zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H5680
der Hebreen
H4970
: Hoe lang
H3985 H8765
weigert gij
H6440
u voor Mijn aangezicht
H6031 H8736
te verootmoedigen
H5971
? Laat Mijn volk
H7971 H8761
trekken
H5647 H8799
, dat zij Mij dienen.
2 Kings 24:12
12
H3318 H0
Toen ging
H3078
Jojachin
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H3318 H8799
, uit
H5921
tot
H4428
den koning
H894
van Babel
H1931
, hij
H517
, en zijn moeder
H5650
, en zijn knechten
H8269
, en zijn vorsten
H5631
, en zijn hovelingen
H4428
; en de koning
H894
van Babel
H3947 H8799
nam
H853
hem
H8083
[gevangen] in het achtste
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering.
2 Kings 24:15
15
H1540 H0
Zo voerde hij
H3078
Jojachin
H1540 H8686
weg
H894
naar Babel
H4428
, mitsgaders des konings
H517
moeder
H4428
, en des konings
H802
vrouwen
H5631
, en zijn hovelingen
H352 H8675 H193
; daartoe de machtigen
H776
des lands
H3212 H8689
bracht hij
H1473
gevankelijk
H4480
van
H3389
Jeruzalem
H894
naar Babel;
2 Chronicles 33:12
2 Chronicles 33:19
19
H8605
En zijn gebed
H6279 H8736
, en hoe [God] Zich van hem heeft laten verbidden
H3605
, ook al
H2403
zijn zonde
H4604
, en zijn overtreding
H4725
, en de plaatsen
H834
, waarop
H1116
hij hoogten
H1129 H8804
gebouwd
H842
, en bossen
H6456
en gesneden beelden
H5975 H8689
gesteld heeft
H6440
, eer
H3665 H8736
hij vernederd werd
H2009
, ziet
H3789 H8803
, dat is beschreven
H5921
in
H1697
de woorden
H2374 H8676 H2335
der zieners.
2 Chronicles 33:23
Isaiah 3:26
Isaiah 47:1
1
H3381 H8798
Daal af
H3427 H8798
, en zit
H6083
in het stof
H1330
, gij jonkvrouw
H1323
, dochter
H894
van Babel
H3427 H8798
! zit
H776
op de aarde
H3678
, er is geen troon
H1323
[meer], gij dochter
H3778
der Chaldeen
H3254 H8686
! want gij zult niet meer
H7121 H8799
genaamd worden
H7390
de tedere
H6028
, noch de wellustige.
Jeremiah 22:26
Lamentations 2:10
10
H2205
[Jod]. De oudsten
H1323
der dochter
H6726
Sions
H3427 H8799
zitten
H776
op de aarde
H1826 H8799
, zij zwijgen stil
H5927 H8689
, zij werpen
H6083
stof
H7218
op hun hoofd
H8242
, zij hebben zakken
H2296 H8804
aangegord
H1330
; de jonge dochters
H3389
van Jeruzalem
H3381 H0
laten
H7218
haar hoofd
H776
ter aarde
H3381 H8689
hangen.
Ezekiel 19:2-14
2
H559 H8804
En zeg
H517
: Wat was uw moeder
H3833
? Een leeuwin
H738
, onder de leeuwen
H7257 H8804
nederliggende
H7235 H0
; zij bracht
H1482
haar welpen
H7235 H8765
op
H8432
in het midden
H3715
der jonge leeuwen.
3
H5927 H0
Zij toog
H259
nu een
H1482
van haar welpen
H5927 H8686
op
H3715
; het werd een jonge leeuw
H3925 H8799
, die leerde
H2964
roof
H2963 H8800
te roven
H398 H8804
, hij at
H120
mensen op.
4
H8085 H8799
Dit hoorden
H1471
de volken
H8610 H8738
van hem, hij werd gegrepen
H7845
in hun groeve
H935 H8686
; en zij brachten
H2397
hem met haken
H776 H4714
naar Egypteland.
5
H7200 H8799
Zij nu ziende
H3176 H8738
, dat zij in hope was geweest
H8615
, [doch] haar verwachting
H6 H8804
verloren was
H3947 H8799
, zo nam zij
H259
een
H1482
[ander] van haar welpen
H3715
, hetwelk zij [tot] een jongen leeuw
H7760 H8804
stelde.
6
H1980 H8691
Deze wandelde
H8432
steeds onder
H738
de leeuwen
H3715
, werd een jonge leeuw
H3925 H8799
, en leerde
H2964
roof
H2963 H8800
te roven
H398 H8804
, hij at
H120
mensen op.
7
H3045 H8799
Hij bekende
H490
zijn weduwen
H2717 H8689
, en hij verwoestte
H5892
hun steden
H776
; zodat het land
H4393
en zijn volheid
H3456 H8799
ontzet werd
H6963
van de stem
H7581
zijner brulling.
8
H5414 H8799
Toen begaven zich
H1471
de volken
H5439
tegen hem rondom
H4082
uit de landschappen
H6566 H8799
, en zij spreidden
H7568
hun net
H7845
over hem uit; in hun groeve
H8610 H8738
werd hij gegrepen.
9
H5414 H8799
En zij stelden
H5474
hem in gesloten bewaring
H2397
met haken
H935 H8686
, opdat zij hem brachten
H4428
tot den koning
H894
van Babel
H935 H8686
; zij brachten
H4685
hem in vestingen
H6963
, opdat zijn stem
H8085 H8735
niet meer gehoord wierde
H2022
op de bergen
H3478
Israels.
10
H517
Uw moeder
H1612
was als een wijnstok
H1818 H8676 H1818
in uw stilheid
H8362 H8803
, geplant
H4325
bij wateren
H6509 H8802
; hij was vruchtbaar
H6058
en vol ranken
H7227
vanwege vele
H4325
wateren.
11
H5797
En hij had sterke
H4294
roeden
H7626
tot scepteren
H4910 H8802
der heersers
H6967
, en de stam
H1361 H8799
van elke [roede] werd hoog
H5688
tussen de dichte takken
H7200 H8735
; en hij werd gezien
H1363
door zijn hoogte
H7230
, met de menigte
H1808
zijner takken.
12
H2534
Maar hij werd door grimmigheid
H5428 H8714
uitgerukt
H776
, [en] ter aarde
H7993 H8717
geworpen
H6921 H7307
, en de oostenwind
H6529
heeft zijn vrucht
H3001 H8689
verdroogd
H5797
; zijn sterke
H4294
roeden
H6561 H8694
zijn afgebroken
H3001 H8804
en zijn verdroogd
H784
; het vuur
H398 H8804
heeft ze verteerd.
13
H8362 H8803
En nu is hij geplant
H4057
in een woestijn
H6723
, in een dor
H6772
en dorstig
H776
land.
14
H784
Daartoe is een vuur
H3318 H8799
uitgegaan
H4294
uit een roede
H905
zijner ranken
H6529
, [dat] zijn vrucht
H398 H8804
verteerd heeft
H5797
; zodat aan hem geen sterke
H4294
roede
H7626
is [tot] een scepter
H4910 H8800
, om te heersen
H7015
. Dit is een weeklage
H7015
, en is tot een weeklage geworden.
Jonah 3:6
6
H1697
Want dit woord
H5060 H8799
geraakte
H413
tot
H4428
den koning
H5210
van Nineve
H6965 H8799
, en hij stond op
H3678
van zijn troon
H5674 H0
, en deed
H155
zijn heerlijk overkleed
H5674 H8686
van
H3680 H8762
zich; en hij bedekte zich
H8242
met een zak
H3427 H8799
, en zat neder
H5921
in
H665
de as.