DSV_Strongs(i)
1
H3092
Josafat
H1961 H8799
nu had
H6239
rijkdom
H3519
en eer
H7230
in overvloed
H2859 H8691
; en hij verzwagerde zich
H256
aan Achab.
2
H7093
En ten einde
H8141
van [enige] jaren
H3381 H8799
toog hij af
H413
tot
H256
Achab
H8111
naar Samaria
H256
; en Achab
H2076 H8799
slachtte
H6629
schapen
H1241
en runderen
H7230
voor hem in menigte
H5971
, en voor het volk
H834
, dat
H5496 H8686
met waren hem was; en hij porde hem aan
H5927 H8800
, om op te trekken
H413
naar
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead.
3
H256
Want Achab
H4428
, de koning
H3478
van Israel
H559 H8799
, zeide
H413
tot
H3092
Josafat
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5973
: Zult gij met
H3212 H8799
mij gaan
H7433
naar Ramoth
H1568
in Gilead
H559 H8799
? En hij zeide
H3644
tot hem: Zo
H3644
zal ik zijn, gelijk
H3644
gij zijt, en gelijk
H5971
uw volk
H3644
is,
H5971
zal mijn volk
H4421
zijn, en wij zullen met u zijn in dezen krijg.
4
H559 H8799
Verder zeide
H3092
Josafat
H413
tot
H4428
den koning
H3478
van Israel
H1875 H8798
: Vraag
H4994
toch
H3117
als heden
H1697
naar het woord
H3068
des HEEREN.
5
H6908 H8799
Toen vergaderde
H4428
de koning
H3478
van Israel
H5030
de profeten
H702 H3967
, vierhonderd
H376
mannen
H559 H8799
, en hij zeide
H413
tot
H413
hen: Zullen wij tegen
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zal ik het nalaten
H559 H8799
? En zij zeiden
H5927 H8798
: Trek op
H430
, want God
H3027
zal hen in de hand
H4428
des konings
H5414 H8799
geven.
6
H3092
Maar Josafat
H559 H8799
zeide
H369 H0
: Is
H6311
hier
H369
niet
H5750
nog
H5030
een profeet
H3068
des HEEREN
H4480
, dat wij van
H854
hem
H1875 H8799
vragen mochten?
7
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H5750
: Er is nog
H259
een
H376
man
H4480
, om door
H854
hem
H3068
den HEERE
H1875 H8800
te vragen
H589
; maar ik
H8130 H8804
haat
H3588
hem, want
H369 H0 H5012 H8693
hij profeteert
H5921
over
H369
mij niets
H2896
goeds
H3588
, maar
H3605 H3117
altijd
H7451
kwaad
H1931
; deze
H4321
is Micha
H1121
, de zoon
H3229
van Jimla
H3092
. En Josafat
H559 H8799
zeide
H4428
: de koning
H559 H8799
zegge
H408
niet
H3651
alzo.
8
H7121 H8799 H413
Toen riep
H4428
de koning
H3478
van Israel
H259
een
H5631
kamerling
H559 H8799
, en hij zeide
H4116 H8761
: Haal haastelijk
H4319
Micha
H1121
, den zoon
H3229
van Jimla.
9
H4428
De koning
H3478
van Israel
H3092
nu en Josafat
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H3427 H8802
, zaten
H376
elk
H5921
op
H3678
zijn troon
H3847 H8794
, bekleed
H899
met [hun] klederen
H3427 H8802
, en zij zaten
H1637
op het plein
H6607
, aan de deur
H8179
der poort
H8111
van Samaria
H3605
; en al
H5030
de profeten
H5012 H8693
profeteerden
H6440
in hun tegenwoordigheid.
10
H6667
En Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H1270
, had zich ijzeren
H7161
hoornen
H6213 H8799
gemaakt
H559 H8799
, en hij zeide
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H428
: Met deze
H758
zult gij de Syriers
H5055 H8762
stoten
H5704
, totdat
H3615 H8763
gij hen gans verdaan zult hebben.
11
H3605
En al
H5030
de profeten
H5012 H8737
profeteerden
H3651
alzo
H559 H8800
, zeggende
H5927 H8798
: Trek op
H7433
naar Ramoth
H1568
in Gilead
H6743 H8685
, en gij zult voorspoedig zijn
H3068
, want de HEERE
H3027
zal hen in de hand
H4428
des konings
H5414 H8804
geven.
12
H4397
De bode
H834
nu, die
H1980 H8804
heengegaan was
H4321
, om Micha
H7121 H8800
te roepen
H1696 H8765
, sprak
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H2009
: Zie
H1697
, de woorden
H5030
der profeten
H259
zijn, uit een
H6310
mond
H2896
, goed
H413
tot
H4428
den koning
H4994
; dat nu toch
H1697
uw woord
H1961 H8799
zij
H4480
, gelijk als van
H259
een
H1696 H8765
uit hen, en spreek
H2896
het goede.
13
H4321
Doch Micha
H559 H8799
zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H3588
,
H834
hetgeen
H430
mijn God
H559 H8799
zeggen zal
H853
, dat
H1696 H8762
zal ik spreken!
14
H413
Als hij tot
H4428
den koning
H935 H8799
gekomen was
H559 H8799
, zo zeide
H4428
de koning
H413
tot
H4318
hem: Micha
H413
, zullen wij naar
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zal ik het nalaten
H559 H8799
? En hij zeide
H5927 H8798
: Trekt op
H6743 H8685
, en gijlieden zult voorspoedig zijn
H3027
, want zij zullen in uw hand
H5414 H8735
gegeven worden.
15
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4100
hem: Tot
H4100
hoevele
H6471
reizen
H589
zal
H7650 H8688
ik u bezweren
H834
, opdat
H413
gij tot
H3808
mij niet
H1696 H8762
spreekt
H7535
, dan
H571
de waarheid
H8034
, in den Naam
H3068
des HEEREN?
16
H559 H8799
En hij zeide
H7200 H8804
: Ik zag
H3605
het ganse
H3478
Israel
H6327 H8737
verstrooid
H5921
op
H2022
de bergen
H6629
, gelijk schapen
H834
, die
H369 H0
geen
H7462 H8802
herder
H369
hebben
H3068
; en de HEERE
H559 H8799
zeide
H428
: Dezen
H3808
hebben geen
H113
heer
H376
; een iegelijk
H7725 H8799
kere weder
H1004
naar zijn huis
H7965
in vrede.
17
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H413
: Heb ik tot
H3808
u niet
H559 H8804
gezegd
H5921
: Hij zal over
H3808
mij niets
H2896
goeds
H3588 H518
, maar
H7451
kwaad
H5012 H8691
profeteren?
18
H559 H8799
Verder zeide hij
H3651
: Daarom
H8085 H8798
hoort
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
: Ik zag
H3068
den HEERE
H3427 H8802
, zittende
H5921
op
H3678
Zijn troon
H3605
, en al
H8064
het hemelse
H6635
heir
H5975 H8802
, staande
H5921
aan
H3225
Zijn rechter
H8040
[hand] en Zijn linkerhand.
19
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4310
: Wie
H256
zal Achab
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H6601 H8762
, overreden
H5927 H8799
, dat hij optrekke
H5307 H8799
, en valle
H7433
te Ramoth
H1568
in Gilead
H559 H8799
? Daarna zeide Hij
H2088
: Deze
H559 H8802
zegt
H3602
aldus
H2088
, en die
H559 H8802
zegt
H3602
alzo.
20
H3318 H0
Toen kwam
H7307
een geest
H3318 H8799
voort
H5975 H8799
, en stond
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H559 H8799
, en zeide
H589
: Ik
H6601 H8762
zal hem overreden
H3068
. En de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4100
hem: Waarmede?
21
H559 H8799
En Hij zeide
H3318 H8799
: Ik zal uitgaan
H8267 H7307
, en een leugengeest
H1961 H8804
zijn
H6310
in den mond
H3605
van al
H5030
zijn profeten
H559 H8799
. En Hij zeide
H6601 H8762
: Gij zult overreden
H1571
, en zult ook
H3201 H8799
vermogen
H3318 H8798
; ga uit
H6213 H8798
, en doe
H3651
alzo.
22
H6258
Nu dan
H2009
, zie
H3068
, de HEERE
H8267 H7307
heeft een leugengeest
H6310
in den mond
H428
van deze
H5030
uw profeten
H5414 H8804
gegeven
H3068
, en de HEERE
H7451
heeft kwaad
H5921
over
H1696 H8765
u gesproken.
23
H5066 H0
Toen trad
H6667
Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H5066 H8799
, toe
H5221 H8686
, en sloeg
H4321
Micha
H5921
op
H3895
het kinnebakken
H559 H8799
, en hij zeide
H335 H2088
: Door wat
H1870
weg
H7307
is de Geest
H3068
des HEEREN
H4480
van
H854
mij
H5674 H8804
doorgegaan
H853
, om u
H1696 H8763
aan te spreken?
24
H4321
En Micha
H559 H8799
zeide
H2009
: Zie
H7200 H8802
, gij zult het zien
H1931
aan dienzelfden
H3117
dag
H834
, als
H935 H8799
gij zult gaan
H2315
van kamer
H2315
in kamer
H2244 H8736
, om u te versteken.
25
H4428
De koning
H3478
van Israel
H559 H8799
nu zeide
H3947 H8798
: Neemt
H4321
Micha
H7725 H8685
, en brengt hem weder
H413
tot
H526
Amon
H8269
, den overste
H5892
der stad
H413
, en tot
H3101
Joas
H4428
, den zoon
H1121
des konings;
26
H559 H8804
En gijlieden zult zeggen
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H7760 H8798
: Zet
H2088
dezen
H1004 H3608
in het gevangenhuis
H398 H8685
, en spijst
H3899
hem met brood
H3906
der bedruktheid
H4325
, en met water
H3906
der bedruktheid
H5704
, totdat
H7965
ik met vrede
H7725 H8800
wederkom.
27
H4321
En Micha
H559 H8799
zeide
H518
: Indien
H7725 H8800
gij enigszins
H7965
met vrede
H7725 H8799
wederkomt
H3068
, zo heeft de HEERE
H3808
door mij niet
H1696 H8765
gesproken
H559 H8799
. Verder zeide hij
H8085 H8798
: Hoort
H5971
, gij volken
H3605
altegaar!
28
H5927 H0
Alzo toog
H4428
de koning
H3478
van Israel
H3092
, en Josafat
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H5927 H8799
, op
H413
naar
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead.
29
H4428
En de koning
H3478
van Israel
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3092
Josafat
H2664 H8692
: Als ik mij versteld heb
H4421
, zal ik in den strijd
H935 H8800
komen
H859
; maar gij
H3847 H0
, trek
H899
uw klederen
H3847 H8798
aan
H2664 H8691
. Alzo verstelde zich
H4428
de koning
H3478
van Israel
H935 H8799
, en zij kwamen
H4421
in den strijd.
30
H4428
De koning
H758
nu van Syrie
H6680 H8765
had geboden
H8269
aan de oversten
H7393
der wagenen
H834
, die
H559 H8800
hij had, zeggende
H3808
: Gijlieden zult niet
H3898 H8735
strijden
H6996
tegen kleinen
H1419
noch groten
H3588 H518
, maar
H4428
tegen den koning
H3478
van Israel
H909
alleen.
31
H1961 H8799
Het geschiedde
H8269
dan, als de oversten
H7393
der wagenen
H3092
Josafat
H7200 H8800
zagen
H1992
, dat zij
H559 H8804
zeiden
H1931
: Die
H4428
is de koning
H3478
van Israel
H5437 H8799 H5921
; en zij togen rondom
H3898 H8736
hem, om te strijden
H3092
; maar Josafat
H2199 H8799
riep
H3068
, en de HEERE
H5826 H8804
hielp
H430
hem, en God
H5496 H8686
wendde
H4480
hen van hem af.
32
H1961 H8799
Want het geschiedde
H8269
, als de oversten
H7393
der wagenen
H7200 H8800
zagen
H3588
, dat
H4428
het de koning
H3478
van Israel
H3808
niet
H1961 H8804
was
H4480
, dat zij van
H310
achter
H7725 H8799
hem afkeerden.
33
H4900 H8804
Toen spande
H7198
een man den boog
H8537
in zijn eenvoudigheid
H5221 H8686
, en schoot
H4428
den koning
H3478
van Israel
H996
tussen
H1694
de gespen
H996
en tussen
H8302
het pantsier
H559 H8799
. Toen zeide hij
H7395 H376
tot den voerman
H2015 H8798
: Keer
H3027
uw hand
H3318 H8689
en voer
H4480
mij uit
H4264
het leger
H3588
, want
H2470 H8717
ik ben verwond.
34
H4421
En de strijd
H5927 H0
nam
H1931
op dien
H3117
dag
H5927 H8799
toe
H4428
, en de koning
H3478
van Israel
H4818
deed zich met den wagen
H1961 H8804 H5975 H8689
staande houden
H5227
tegenover
H758
de Syriers
H5704
, tot
H6153
den avond
H4191 H8799
toe; en hij stierf
H6256
ter tijd
H8121
, als de zon
H935 H8800
onderging.