DSV_Strongs(i)
1
H7971 H8799
Daarna zond
H3169
Jehizkia
H5921
tot
H3605
het ganse
H3478
Israel
H3063
en Juda
H3789 H8804
, en schreef
H1571
ook
H107
brieven
H5921
tot
H669
Efraim
H4519
en Manasse
H935 H8800
, dat zij zouden komen
H1004
tot het huis
H3068
des HEEREN
H3389
te Jeruzalem
H3068
, om den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H6453
, pascha
H6213 H8800
te houden.
2
H4428
Want de koning
H3289 H8735
had raad gehouden
H8269
met zijn oversten
H3605
en de ganse
H6951
gemeente
H3389
te Jeruzalem
H6453
, om het pascha
H6213 H8800
te houden
H8145
, in de tweede
H2320
maand.
3
H3588
Want
H3808
zij hadden het niet
H3201 H8804
kunnen
H6213 H8800
houden
H1931
te dierzelfder
H6256
tijd
H3588
, omdat
H3548
de priesteren
H3808
zich niet
H4078 H8676 H1767
genoeg
H6942 H8694
geheiligd hadden
H5971
, en het volk
H3808
zich niet
H622 H8738
verzameld had
H3389
te Jeruzalem.
4
H1697
En deze zaak
H3474 H8799
was recht
H5869
in de ogen
H4428
des konings
H3605
, en in de ogen der ganse
H6951
gemeente.
5
H5975 H8686
Zo stelden zij
H1697
zulks
H6963
, dat men een stem
H3605
door gans
H3478
Israel
H4480
, van
H884
Ber-seba
H5704
tot
H1835
Dan
H5674 H8687
, zou laten doorgaan
H935 H8800
, opdat zij zouden komen
H6453
om het pascha
H3068
den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H6213 H8800
, te houden
H3389
in Jeruzalem
H3588
; want
H7230
zij hadden het in lang
H3808
niet
H6213 H8804
gehouden
H3789 H8803
, gelijk het geschreven was.
6
H7323 H8801
De lopers
H3212 H8799
dan gingen henen
H107
met de brieven
H4480
van
H3027
de hand
H4428
des konings
H8269
en zijner vorsten
H3605
, door gans
H3478
Israel
H3063
en Juda
H4687
, en naar het gebod
H4428
des konings
H559 H8800
, zeggende
H1121
: Gij, kinderen
H3478
Israels
H7725 H8798
, bekeert u
H3068
tot den HEERE
H430
, den God
H85
van Abraham
H3327
, Izak
H3478
en Israel
H7725 H8799
, zo zal Hij Zich keren
H413
tot
H6413
de ontkomenen
H7604 H8737
, die ulieden overgebleven zijn
H4480
uit
H3709
de hand
H4428
der koningen
H804
van Assyrie.
7
H1961 H8798
En zijt
H408
niet
H1
als uw vaders
H251
en als uw broeders
H834
, die
H3068
tegen den HEERE
H430
, den God
H1
hunner vaderen
H4603 H8804
, overtreden hebben
H8047
; waarom Hij hen tot verwoesting
H5414 H8799
overgegeven heeft
H834
, gelijk als
H859
gij
H7200 H8802
ziet.
8
H7185 H8686
Verhardt
H6258
nu
H6203
ulieder nek
H408
niet
H1
, gelijk uw vaderen
H5414 H8798
; geeft
H3068
den HEERE
H3027
de hand
H935 H8798
, en komt
H4720
tot Zijn heiligdom
H834
, hetwelk
H6942 H8689
Hij geheiligd heeft
H5769
tot in eeuwigheid
H5647 H8798
, en dient
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H2740
; zo zal de hitte
H639
Zijns toorns
H4480
van
H7725 H8799
u afkeren.
9
H3588
Want
H7725 H8800
als gij u bekeert
H5921
tot
H3068
den HEERE
H251
, zullen uw broederen
H1121
en uw kinderen
H7356
barmhartigheid
H6440
vinden voor het aangezicht
H7617 H8802
dergenen, die hen gevangen hebben
H2063
, zodat zij in dit
H776
land
H7725 H8800
zullen wederkomen
H3588
; want
H3068
de HEERE
H430
, uw God
H2587
, is genadig
H7349
en barmhartig
H6440
, en zal het aangezicht
H4480
van
H3808
u niet
H5493 H8686
afwenden
H518
, zo
H413
gij u tot
H7725 H8799
Hem bekeert.
10
H1961 H0 H5674 H0
Zo gingen
H7323 H8801
de lopers
H1961 H8799 H5674 H8802
door
H4480
, van
H5892
stad
H5892
tot stad
H776
, door het land
H669
van Efraim
H4519
en Manasse
H5704
, tot
H2074
Zebulon
H1961 H8799 H7832 H8688
toe; doch zij belachten
H5921
hen
H3932 H8688
, en bespotten hen.
11
H582
Evenwel
H3665 H8738
verootmoedigden zich
H582
sommigen
H4480
van
H836
Aser
H4519
, en Manasse
H4480
, en van
H2074
Zebulon
H935 H8799
, en kwamen
H3389
te Jeruzalem.
12
H1571
Ook
H1961 H8804
was
H3027
de hand
H430
Gods
H3063
in Juda
H259
, hun enerlei
H3820
hart
H5414 H8800
gevende
H4687
, dat zij het gebod
H4428
des konings
H8269
en der vorsten
H6213 H8800
deden
H1697
, naar het woord
H3068
des HEEREN.
13
H3389
En te Jeruzalem
H622 H8735
verzamelde zich
H7227
veel
H5971
volks
H2282
, om het feest
H4682
der ongezuurde
H6213 H8800
[broden] te houden
H8145
, in de tweede
H2320
maand
H3966
, een zeer
H7230
grote
H6951
gemeente.
14
H6965 H8799
En zij maakten zich op
H5493 H0
, en namen
H4196
de altaren
H5493 H8686
weg
H834
, die
H3389
te Jeruzalem
H5493 H0
waren; daartoe namen zij
H3605
alle
H6999
rooktuig
H5493 H8689
weg
H5158
, hetwelk zij in de beek
H6939
Kidron
H7993 H8686
wierpen.
15
H7819 H8799
Toen slachtten zij
H6453
het pascha
H702 H6240
, op den veertienden
H8145
der tweede
H2320
maand
H3548
; en de priesters
H3881
en de Levieten
H3637 H8738
waren beschaamd geworden
H6942 H8691
, en hadden zich geheiligd
H5930
, en hadden brandofferen
H935 H8686
gebracht
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN.
16
H5975 H8799
En zij stonden
H5921
in
H5977
hun stand
H4941
, naar hun wijze
H8451
, naar de wet
H4872
van Mozes
H376
, den man
H430
Gods
H3548
; de priesters
H2236 H8802
sprengden
H1818
het bloed
H4480
, [dat] [nemende] uit
H3027
de hand
H3881
der Levieten.
17
H3588
Want
H7227
een menigte
H6951
was in die gemeente
H834
, die
H3808
zich niet
H6942 H8694
geheiligd hadden
H3881
; daarom waren de Levieten
H5921
over
H7821
de slachting
H6453
der paaslammeren
H3605
, voor iedereen
H3808
, die niet
H2889
rein
H3068
was, om [die] den HEERE
H6942 H8687
te heiligen.
18
H3588
Want
H4768
een menigte
H5971
des volks
H7227
, velen
H4480
van
H669
Efraim
H4519
en Manasse
H3485
, Issaschar
H2074
en Zebulon
H3808
, hadden zich niet
H2891 H8694
gereinigd
H3588
, maar
H398 H8804
aten
H6453
het pascha
H3808
, niet
H3789 H8803
gelijk geschreven is
H3588
. Doch
H3169
Jehizkia
H6419 H8694
bad
H5921
voor
H559 H8800
hen, zeggende
H3068
: De HEERE
H2896
, die goed
H3722 H8762
is, make verzoening
H1157
voor [dien].
19
H3605
[Die] zijn ganse
H3824
hart
H3559 H8689
gericht heeft
H430
, om God
H3068
den HEERE
H430
, den God
H1
zijner vaderen
H1875 H8800
, te zoeken
H3808
, hoewel niet
H2893
naar de reinigheid
H6944
des heiligdoms.
20
H3068
En de HEERE
H8085 H8799 H413
verhoorde
H3169
Jehizkia
H7495 H8799
, en heelde
H5971
het volk.
21
H6213 H8799
Zo hielden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3389
, die te Jeruzalem
H4672 H8737
gevonden werden
H2282
, het feest
H4682
der ongezuurde
H7651
[broden], zeven
H3117
dagen
H1419
, met grote
H8057
blijdschap
H3881
. De Levieten
H3548
nu en de priesteren
H1984 H8764
prezen
H3068
den HEERE
H3117
, dag
H3117
op dag
H5797
, met sterk luidende
H3627
instrumenten
H3068
des HEEREN.
22
H3169
En Jehizkia
H1696 H8762
sprak
H5921
naar
H3820
het hart
H3605
van alle
H3881
Levieten
H7919 H8688
, die verstand hadden
H2896
in de goede
H7922
kennis
H3068
des HEEREN
H398 H8799
; en zij aten
H4150
[de] [offeranden] des gezetten hoogtijds
H7651
zeven
H3117
dagen
H2076 H8764
, offerende
H8002 H2077
dankofferen
H3034 H8693
, en lovende
H3068
den HEERE
H430
, den God
H1
hunner vaderen.
23
H3605
Als nu de ganse
H6951
gemeente
H3289 H8735
raad gehouden had
H312
, om andere
H7651
zeven
H3117
dagen
H6213 H8800
te houden
H6213 H8799
, hielden zij
H7651
nog zeven
H3117
dagen
H8057
met blijdschap.
24
H3588
Want
H2396
Jehizkia
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H7311 H8689
, gaf
H6951
de gemeente
H505
duizend
H6499
varren
H7651
en zeven
H505
duizend
H6629
schapen
H8269
; en de vorsten
H7311 H8689
gaven
H6951
de gemeente
H505
duizend
H6499
varren
H6235
en tien
H505
duizend
H6629
schapen
H3548
; de priesteren
H7230
nu hadden zich in menigte
H6942 H8691
geheiligd.
25
H3605
En de ganse
H6951
gemeente
H3063
van Juda
H8055 H8799
verblijdde zich
H3548
, mitsgaders de priesteren
H3881
en de Levieten
H3605
, en de gehele
H6951
gemeente
H4480
dergenen, die uit
H3478
Israel
H935 H8802
gekomen waren
H1616
; ook de vreemdelingen
H4480
, die uit
H776
het land
H3478
van Israel
H935 H8802
gekomen waren
H3063
, en die in Juda
H3427 H8802
woonden.