DSV_Strongs(i)
16
H899
En gij hebt van uw klederen
H3947 H8799
genomen
H6213 H8799
, en u gemaakt
H2921 H8803
geplekte
H1116
hoogten
H2181 H8799
, en hebt daarop gehoereerd
H935 H8802
; [zulks] is niet gekomen, en zal niet geschieden.
17
H3947 H8799
Daartoe hebt gij genomen
H3627
de vaten
H8597
uws sieraads
H2091
van Mijn goud
H3701
en van Mijn zilver
H5414 H8804
, dat Ik u gegeven had
H6754 H2145
, en gij hebt u mansbeelden
H6213 H8799
gemaakt
H2181 H8799
, en gij hebt met dezelve gehoereerd.
18
H7553
En gij hebt uw gestikte
H899
klederen
H3947 H8799
genomen
H3680 H8762
, en hebt ze bedekt
H8081
; en gij hebt Mijn olie
H7004
en Mijn reukwerk
H6440
voor hun aangezichten
H5414 H8804
gesteld.
19
H3899
En Mijn brood
H5414 H8804
, hetwelk Ik u gaf
H5560
, meelbloem
H8081
en olie
H1706
, en honig
H398 H8689
, [waarmede] Ik u spijsde
H6440
, dat hebt gij ook voor hun aangezichten
H5414 H8804
gesteld
H5207
tot een liefelijken
H7381
reuk
H5002 H8803
; zo is het geschied, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.