Genesis 49:3-15

DSV_Strongs(i)
  3 H7205 Ruben H859 ! gij H1060 zijt mijn eerstgeborene H3581 , mijn kracht H7225 , en het begin H202 mijner macht H3499 ; de voortreffelijkste H7613 in hoogheid H3499 , en de voortreffelijkste H5794 in sterkte!
  4 H6349 Snelle afloop H4325 als der wateren H3498 H0 , gij zult de voortreffelijkste H408 niet H3498 H8686 zijn H3588 ! want H1 gij hebt uws vaders H4904 leger H5927 H8804 beklommen H227 ; toen H2490 H8765 hebt gij [het] geschonden H3326 ; hij heeft mijn bed H5927 H8804 beklommen!
  5 H8095 Simeon H3878 en Levi H251 zijn gebroeders H4380 ! hun handelingen H3627 zijn werktuigen H2555 van geweld!
  6 H5315 Mijn ziel H935 H8799 kome H408 niet H5475 in hun verborgen raad H3519 ; mijn eer H408 worde niet H3161 H8799 verenigd H6951 met hun vergadering H3588 ! want H639 in hun toorn H376 hebben zij de mannen H2026 H8804 doodgeslagen H7522 , en in hun moedwil H7794 hebben zij de ossen H6131 H8765 weggerukt.
  7 H779 H8803 Vervloekt zij H639 hun toorn H3588 , want H5794 hij is heftig H5678 ; en hun verbolgenheid H3588 , want H7185 H8804 zij is hard H2505 H8762 ! ik zal hen verdelen H3290 onder Jakob H6327 H8686 , en zal hen verstrooien H3478 onder Israel.
  8 H3063 Juda H859 ! gij H251 zijt het, u zullen uw broeders H3034 H8686 loven H3027 ; uw hand H6203 zal zijn op den nek H341 H8802 uwer vijanden H1 ; voor u zullen zich uws vaders H1121 zonen H7812 H8691 nederbuigen.
  9 H3063 Juda H738 H1482 is een leeuwenwelp H4480 ! gij zijt van H2964 den roof H5927 H8804 opgeklommen H1121 , mijn zoon H3766 H8804 ! Hij kromt zich H7257 H8804 , hij legt zich neder H738 als een leeuw H3833 , en als een oude leeuw H4310 ; wie H6965 H8686 zal hem doen opstaan?
  10 H7626 De schepter H4480 zal van H3063 Juda H3808 niet H5493 H8799 wijken H2710 H8781 , noch de wetgever H4480 van H996 tussen H7272 zijn voeten H5704 H3588 , totdat H7886 Silo H935 H8799 komt H5971 , en Denzelven zullen de volken H3349 gehoorzaam zijn.
  11 H631 H8802 Hij bindt H5895 zijn jongen ezel H1612 aan den wijnstok H1121 , en het veulen H860 zijner ezelin H8321 aan den edelsten wijnstok H3526 H8765 ; hij wast H3830 zijn kleed H3196 in den wijn H5497 , en zijn mantel H1818 H6025 in wijndruivenbloed.
  12 H2447 Hij is roodachtig H5869 van ogen H4480 door H3196 den wijn H3836 , en wit H8127 van tanden H4480 door H2461 de melk.
  13 H2074 Zebulon H2348 zal aan de haven H3220 der zeeen H7931 H8799 wonen H1931 , en hij H2348 zal aan de haven H591 der schepen H3411 wezen; en zijn zijde H5921 zal zijn naar H6721 Sidon.
  14 H3485 Issaschar H1634 is een sterk H2543 gebeende ezel H7257 H8802 , nederliggende H996 tussen H4942 twee pakken.
  15 H4496 Toen hij de rust H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 zij goed H776 was, en het land H3588 , dat H5276 H8804 het lustig was H5186 H8799 , zo boog hij H7926 zijn schouder H5445 H8800 om te dragen H1961 H8799 , en was H5647 H8802 dienende H4522 onder cijns.