Job 32

DSV_Strongs(i)
  1 H7673 H0 Toen hielden H428 de H7969 drie H582 mannen H7673 H8799 op H4480 van H347 Job H6030 H8800 te antwoorden H3588 , dewijl H1931 hij H5869 in zijn ogen H6662 rechtvaardig was.
  2 H2734 H8799 Zo ontstak H639 de toorn H453 van Elihu H1121 , den zoon H1292 van Baracheel H940 , den Buziet H4480 , van H4940 het geslacht H7410 van Ram H347 ; tegen Job H639 werd zijn toorn H2734 H8804 ontstoken H5921 , omdat H5315 hij zijn ziel H6663 H8763 meer rechtvaardigde H4480 dan H430 God.
  3 H639 Zijn toorn H2734 H8804 ontstak H7969 ook tegen zijn drie H7453 vrienden H5921 H834 , omdat H3808 zij, geen H4617 antwoord H4672 H8804 vindende H347 , nochtans Job H7561 H8686 verdoemden.
  4 H453 Doch Elihu H2442 H8765 had gewacht H347 op Job H1697 in het spreken H3588 , omdat H1922 zij H2205 ouder H3117 van dagen H4480 waren dan hij.
  5 H453 Als dan Elihu H7200 H8799 zag H3588 , dat H369 H0 er geen H4617 antwoord H369 was H6310 in den mond H7969 van die drie H582 mannen H2734 H8799 , ontstak H639 zijn toorn.
  6 H6030 H8799 Hierom antwoordde H453 Elihu H1121 , de zoon H1292 van Baracheel H940 , den Buziet H559 H8799 , en zeide H589 : Ik H6810 ben minder H3117 van dagen H859 , maar gijlieden H3453 zijt stokouden H5921 H3651 ; daarom H2119 H8804 heb ik geschroomd H3372 H8799 en gevreesd H853 , ulieden H1843 mijn gevoelen H2331 H8763 te vertonen.
  7 H559 H8804 Ik zeide H3117 : Laat de dagen H1696 H8762 spreken H7230 , en de veelheid H8141 der jaren H2451 wijsheid H3045 H8686 te kennen geven.
  8 H403 Zekerlijk H7307 de geest H1931 , die H582 in den mens H5397 is, en de inblazing H7706 des Almachtigen H995 H8799 , maakt henlieden verstandig.
  9 H7227 De groten H3808 zijn niet H2449 H8799 wijs H2205 , en de ouden H995 H8799 verstaan H4941 het recht [niet].
  10 H3651 Daarom H559 H8804 zeg ik H8085 H8798 : Hoor H589 naar mij; ik H1843 zal mijn gevoelen H2331 H8762 ook vertonen.
  11 H2005 Ziet H3176 H8689 , ik heb gewacht H1697 op ulieder woorden H238 H8686 ; ik heb het oor gewend H5704 tot H8394 ulieder aanmerkingen H5704 , totdat H4405 gij redenen H2713 H8799 uitgezocht hadt.
  12 H5704 Als ik nu acht op H995 H8709 u gegeven heb H2009 , ziet H369 , er is niemand H347 , die Job H3198 H8688 overreedde H4480 , die uit H561 ulieden zijn redenen H6030 H8802 beantwoordde;
  13 H6435 Opdat gij niet H559 H8799 zegt H2451 : Wij hebben de wijsheid H4672 H8804 gevonden H410 ; God H5086 H8799 heeft hem nedergestoten H3808 , geen H376 mens.
  14 H413 Nu heeft hij tegen H3808 mij geen H4405 woorden H6186 H8804 gericht H561 , en met ulieder woorden H3808 zal ik hem niet H7725 H8686 beantwoorden.
  15 H2865 H8804 Zij zijn ontzet H6030 H8804 , zij antwoorden H3808 niet H4405 meer; zij hebben de woorden H4480 van H6275 H8689 zich verzet.
  16 H3176 H8689 Ik heb dan gewacht H3588 , maar H1696 H8762 zij spreken H3808 niet H3588 ; want H5975 H8804 zij staan stil H6030 H8804 ; zij antwoorden H3808 niet H5750 meer.
  17 H589 Ik H2506 zal mijn deel H637 ook H6030 H8799 antwoorden H589 , ik H1843 zal mijn gevoelen H637 ook H2331 H8762 vertonen.
  18 H3588 Want H4390 H0 ik ben H4405 der woorden H4390 H8804 vol H7307 ; de geest H990 mijns buiks H6693 H8689 benauwt mij.
  19 H2009 Ziet H990 , mijn buik H3196 is als de wijn H3808 , [die] niet H6605 H8735 geopend is H2319 ; gelijk nieuwe H178 lederen zakken H1234 H8735 zou hij bersten.
  20 H1696 H8762 Ik zal spreken H7304 H8799 , opdat ik voor mij lucht krijge H8193 ; ik zal mijn lippen H6605 H8799 openen H6030 H8799 , en zal antwoorden.
  21 H4994 Och H408 H376 , dat ik niemands H6440 aangezicht H5375 H8799 aanneme H413 , en tot H120 den mens H3808 geen H3655 H8762 bijnamen gebruike!
  22 H3588 Want H3045 H8804 ik weet H3808 geen H3655 H8762 bijnamen te gebruiken H4592 ; in kort H6213 H8802 zou mijn Maker H5375 H8799 mij wegnemen.