DSV_Strongs(i)
1
H199
En gewisselijk
H347
, o Job
H8085 H8798
! hoor
H4994
toch
H4405
mijn redenen
H238 H0
, en neem
H3605
al
H1697
mijn woorden
H238 H8685
ter ore.
2
H2009
Zie
H4994
nu
H6310
, ik heb mijn mond
H6605 H8804
opengedaan
H3956
; mijn tong
H1696 H8765
spreekt
H2441
onder mijn gehemelte.
3
H561
Mijn redenen
H3476
zullen de oprechtigheid
H3820
mijns harten
H1847
, en de wetenschap
H8193
mijner lippen
H1305 H8803
, wat zuiver
H4448 H8765
is, uitspreken.
4
H7307
De Geest
H410
Gods
H6213 H8804
heeft mij gemaakt
H5397
, en de adem
H7706
des Almachtigen
H2421 H8762
heeft mij levend gemaakt.
5
H518
Zo
H3201 H8799
gij kunt
H7725 H8687
, antwoord
H6186 H8798
mij; schik u
H6440
voor mijn aangezicht
H3320 H8690
, stel u.
6
H2005
Zie
H589
, ik
H410
ben Godes
H6310
, gelijk
H4480
gij; uit
H2563
het leem
H589
ben ik
H1571
ook
H7169 H8795
afgesneden.
7
H2009
Zie
H367
, mijn verschrikking
H3808
zal u niet
H1204 H8762
beroeren
H405
, en mijn hand
H5921
zal over
H3808
u niet
H3513 H8799
zwaar zijn.
8
H637
Zeker
H559 H8804
, gij hebt gezegd
H241
voor mijn oren
H6963
, en ik heb de stem
H4405
der woorden
H8085 H8799
gehoord;
9
H589
Ik
H2134
ben rein
H1097
, zonder
H6588
overtreding
H595
; ik
H2643
ben zuiver
H3808
, en heb geen
H5771
misdaad.
10
H2005
Zie
H4672 H8799
, Hij vindt
H8569
oorzaken
H5921
tegen
H2803 H0
mij, Hij houdt
H2803 H8799
mij voor
H341 H8802
Zijn vijand.
11
H7760 H8799
Hij legt
H7272
mijn voeten
H5465
in den stok
H8104 H0
; Hij neemt
H3605
al
H734
mijn paden
H8104 H8799
waar.
12
H2005
Zie
H2063
, hierin
H6663 H8804
zijt gij niet rechtvaardig
H6030 H8799
, antwoord ik
H3588
u; want
H433
God
H7235 H8799
is meerder
H4480
dan
H582
een mens.
13
H4069
Waarom
H413
hebt gij tegen
H7378 H8804
Hem getwist
H3588
? Want
H6030 H8799
Hij antwoordt
H3808
niet
H3605
van al
H1697
Zijn daden.
14
H3588
Maar
H410
God
H1696 H8762
spreekt
H259
eens
H8147
of tweemaal
H7789 H0
; doch men let
H3808
niet
H7789 H8799
daarop.
15
H2472
In den droom
H2384
, [door] het gezicht
H3915
des nachts
H8639
, als een diepe
H5307 H0
slaap
H5921
op
H582
de lieden
H5307 H8800
valt
H8572
, in de sluimering
H5921
op
H4904
het leger;
16
H227
Dan
H1540 H8799
openbaart Hij
H241
het voor het oor
H582
der lieden
H2856 H8799
, en Hij verzegelt
H4561
hun kastijding;
17
H120
Opdat Hij den mens
H5493 H8687
afwende
H4639
[van] [zijn] werk
H4480
, en van
H1397
den man
H1466
de hovaardij
H3680 H8762
verberge;
18
H5315
Dat Hij zijn ziel
H4480
van
H7845
het verderf
H2820 H8799
afhoude
H2416
; en zijn leven
H7973
, dat het door het zwaard
H4480
niet
H5674 H8800
doorga.
19
H3198 H8717
Ook wordt hij gestraft
H4341
met smart
H5921
op
H4904
zijn leger
H386
, en de sterke
H7230 H8675 H7379
menigte
H6106
zijner beenderen;
20
H2416
Zodat zijn leven
H3899
het brood
H2092 H8765
zelf verfoeit
H5315
, en zijn ziel
H8378
de begeerlijke
H3978
spijze;
21
H1320
Dat zijn vlees
H3615 H8799
verdwijnt
H4480
uit
H7210
het gezicht
H6106
, en zijn beenderen
H3808
, [die] niet
H7200 H8795
gezien werden
H8192 H8795 H8675 H8205
, uitsteken;
22
H5315
En zijn ziel
H7126 H8799
nadert
H7845
ten verderve
H2416
, en zijn leven
H4191 H8688
tot de dingen, die doden.
23
H518
H3426
Is er
H5921
dan bij
H4397
Hem een Gezant
H3887 H8688
, een Uitlegger
H259
, een
H4480
uit
H505
duizend
H120
, om den mens
H3476
zijn rechten plicht
H5046 H8687
te verkondigen;
24
H2603 H8799
Zo zal Hij hem genadig zijn
H559 H8799
, en zeggen
H6308 H8798
: Verlos
H7845
hem, dat hij in het verderf
H4480
niet
H3381 H8800
nederdale
H3724
, Ik heb verzoening
H4672 H8804
gevonden.
25
H1320
Zijn vlees
H7375 H8738
zal frisser worden
H4480
dan
H5290
het was in de jeugd
H3117
; hij zal tot de dagen
H5934
zijner jonkheid
H7725 H8799
wederkeren.
26
H413
Hij zal tot
H433
God
H6279 H8799
ernstiglijk bidden
H7521 H8799
, Die in hem een welbehagen nemen zal
H6440
, en zijn aangezicht
H8643
met gejuich
H7200 H8799
aanzien
H582
; want Hij zal den mens
H6666
zijn gerechtigheid
H7725 H8686
wedergeven.
27
H582
Hij zal de mensen
H7789 H8799 H5921
aanschouwen
H559 H8799
, en zeggen
H2398 H8804
: Ik heb gezondigd
H3477
, en het recht
H5753 H8689
verkeerd
H3808
, hetwelk mij niet
H7737 H8804
heeft gebaat;
28
H5315
[Maar] [God] heeft mijn ziel
H6299 H8804
verlost
H4480
, dat zij niet
H5674 H8800
voere
H7845
in het verderf
H2416
, zodat mijn leven
H216
het licht
H7200 H8799
aanziet.
29
H2005
Zie
H428
, dit
H3605
alles
H6466 H8799
werkt
H410
God
H6471
twee
H7969
[maal] [of] driemaal
H5973
met
H1397
een man;
30
H5315
Opdat hij zijn ziel
H7725 H8687
afkere
H4480
van
H7845
het verderf
H215 H8736
, en hij verlicht worde
H216
met het licht
H2416
der levenden.
31
H7181 H8685
Merk op
H347
, o Job
H8085 H8798
! Hoor
H2790 H8685
naar mij; zwijg
H595
, en ik
H1696 H8762
zal spreken.