Ezekiel 24:3 Cross References - DSV_Strongs
Psalms 78:2
Isaiah 1:2
Isaiah 30:1
1
H1945
Wee
H1121
den kinderen
H5637 H8802
, die afvallen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6098
, om een raadslag
H6213 H8800
te maken
H4541
, maar niet uit Mij, en om [zich] met een bedekking
H5258 H8800
te bedekken
H7307
, maar niet [uit] Mijn Geest
H2403
, om zonde
H2403
tot zonde
H5595 H8800
te doen;
Isaiah 30:9
Isaiah 63:10
Jeremiah 1:13
Jeremiah 50:13-14
Ezekiel 2:3
3
H559 H8799
En Hij zeide
H1121 H120
tot mij: Mensenkind
H7971 H8802
! Ik zend
H1121
u tot de kinderen
H3478
Israels
H4775 H8802
, tot de rebellerende
H1471
volken
H4775 H8804
, die tegen Mij gerebelleerd hebben
H1
; zij en hun vaderen
H6586 H8804
hebben overtreden
H6106
tegen Mij tot op dezen zelven
H3117
huidigen dag.
Ezekiel 2:6
6
H1121 H120
En gij, mensenkind
H3372 H8799
! vrees
H3372 H8799
niet voor hen, en vrees
H1697
niet voor hun woorden
H5621
, hoewel wederwilligen
H5544
en doornen
H6137
bij u zijn, en gij bij schorpioenen
H3427 H8802
woont
H3372 H8799
; vrees
H1697
voor hun woorden
H2865 H8735
niet, en ontzet u
H6440
niet voor hun aangezicht
H4805
, want zij zijn een wederspannig
H1004
huis.
Ezekiel 2:8
Ezekiel 3:9
Ezekiel 11:3
Ezekiel 11:7
Ezekiel 11:11
Ezekiel 12:2
2
H1121 H120
Mensenkind
H3427 H8802
! gij woont
H8432
in het midden
H4805
van een wederspannig
H1004
huis
H5869
, dewelke ogen
H7200 H8800
hebben om te zien
H7200 H8804
, en niet zien
H241
, oren
H8085 H8800
hebben om te horen
H8085 H8804
, en niet horen
H4805
, want zij zijn een wederspannig
H1004
huis.
Ezekiel 12:25
25
H3068
Want Ik ben de HEERE
H1696 H8762
, Ik zal spreken
H1697
; het woord
H1696 H8762
, dat Ik zal spreken
H6213 H8735
, zal gedaan worden
H4900 H8735
, [de] [tijd] zal niet meer uitgesteld worden
H3117
; want in uw dagen
H4805
, o wederspannig
H1004
huis
H1697
, zal Ik een woord
H1696 H8762
spreken
H6213 H8804
, en hetzelve doen
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
Ezekiel 17:2
Ezekiel 17:12
12
H559 H8798
Zeg
H4805
nu tot dat wederspannig
H1004
huis
H3045 H8804
: Weet gij
H559 H8798
niet, wat deze dingen zijn? Zeg
H4428
: Ziet, de koning
H894
van Babel
H3389
is [tot] Jeruzalem
H935 H8802
gekomen
H4428
, en heeft haar koning
H3947 H8799
genomen
H8269
, en haar vorsten
H935 H8686
, en heeft ze tot zich gevoerd
H894
naar Babel.
Ezekiel 19:2-14
2
H559 H8804
En zeg
H517
: Wat was uw moeder
H3833
? Een leeuwin
H738
, onder de leeuwen
H7257 H8804
nederliggende
H7235 H0
; zij bracht
H1482
haar welpen
H7235 H8765
op
H8432
in het midden
H3715
der jonge leeuwen.
3
H5927 H0
Zij toog
H259
nu een
H1482
van haar welpen
H5927 H8686
op
H3715
; het werd een jonge leeuw
H3925 H8799
, die leerde
H2964
roof
H2963 H8800
te roven
H398 H8804
, hij at
H120
mensen op.
4
H8085 H8799
Dit hoorden
H1471
de volken
H8610 H8738
van hem, hij werd gegrepen
H7845
in hun groeve
H935 H8686
; en zij brachten
H2397
hem met haken
H776 H4714
naar Egypteland.
5
H7200 H8799
Zij nu ziende
H3176 H8738
, dat zij in hope was geweest
H8615
, [doch] haar verwachting
H6 H8804
verloren was
H3947 H8799
, zo nam zij
H259
een
H1482
[ander] van haar welpen
H3715
, hetwelk zij [tot] een jongen leeuw
H7760 H8804
stelde.
6
H1980 H8691
Deze wandelde
H8432
steeds onder
H738
de leeuwen
H3715
, werd een jonge leeuw
H3925 H8799
, en leerde
H2964
roof
H2963 H8800
te roven
H398 H8804
, hij at
H120
mensen op.
7
H3045 H8799
Hij bekende
H490
zijn weduwen
H2717 H8689
, en hij verwoestte
H5892
hun steden
H776
; zodat het land
H4393
en zijn volheid
H3456 H8799
ontzet werd
H6963
van de stem
H7581
zijner brulling.
8
H5414 H8799
Toen begaven zich
H1471
de volken
H5439
tegen hem rondom
H4082
uit de landschappen
H6566 H8799
, en zij spreidden
H7568
hun net
H7845
over hem uit; in hun groeve
H8610 H8738
werd hij gegrepen.
9
H5414 H8799
En zij stelden
H5474
hem in gesloten bewaring
H2397
met haken
H935 H8686
, opdat zij hem brachten
H4428
tot den koning
H894
van Babel
H935 H8686
; zij brachten
H4685
hem in vestingen
H6963
, opdat zijn stem
H8085 H8735
niet meer gehoord wierde
H2022
op de bergen
H3478
Israels.
10
H517
Uw moeder
H1612
was als een wijnstok
H1818 H8676 H1818
in uw stilheid
H8362 H8803
, geplant
H4325
bij wateren
H6509 H8802
; hij was vruchtbaar
H6058
en vol ranken
H7227
vanwege vele
H4325
wateren.
11
H5797
En hij had sterke
H4294
roeden
H7626
tot scepteren
H4910 H8802
der heersers
H6967
, en de stam
H1361 H8799
van elke [roede] werd hoog
H5688
tussen de dichte takken
H7200 H8735
; en hij werd gezien
H1363
door zijn hoogte
H7230
, met de menigte
H1808
zijner takken.
12
H2534
Maar hij werd door grimmigheid
H5428 H8714
uitgerukt
H776
, [en] ter aarde
H7993 H8717
geworpen
H6921 H7307
, en de oostenwind
H6529
heeft zijn vrucht
H3001 H8689
verdroogd
H5797
; zijn sterke
H4294
roeden
H6561 H8694
zijn afgebroken
H3001 H8804
en zijn verdroogd
H784
; het vuur
H398 H8804
heeft ze verteerd.
13
H8362 H8803
En nu is hij geplant
H4057
in een woestijn
H6723
, in een dor
H6772
en dorstig
H776
land.
14
H784
Daartoe is een vuur
H3318 H8799
uitgegaan
H4294
uit een roede
H905
zijner ranken
H6529
, [dat] zijn vrucht
H398 H8804
verteerd heeft
H5797
; zodat aan hem geen sterke
H4294
roede
H7626
is [tot] een scepter
H4910 H8800
, om te heersen
H7015
. Dit is een weeklage
H7015
, en is tot een weeklage geworden.
Ezekiel 20:49
Ezekiel 24:6
6
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H188
: Wee
H1818 H5892
der bloedstad
H5518
, den pot
H2457
, welks schuim
H2457
in hem is, en van welken zijn schuim
H3318 H8804
niet is uitgegaan
H3318 H8685
! trek
H5409
stuk
H5409
bij stuk
H1486
daaruit, en laat het lot
H5307 H8804
over hem niet vallen.
Micah 2:4
4
H1931
Te dien
H3117
dage
H4912
zal men een spreekwoord
H5921
over
H5375 H8799
ulieden opnemen
H5093
; en men zal een klagelijke
H5092
klacht
H5091 H8804
klagen
H559 H8804
, [en] zeggen
H7703 H8800
: Wij zijn ten enenmale
H7703 H8738
verwoest
H4171 H8686
; Hij verwisselt
H5971
mijns volks
H2506
deel
H349
; hoe
H4185 H8686
ontwendt Hij
H2505 H8762
mij; Hij deelt uit
H7725 H8788
, afwendende
H7704
onze akkers.
Mark 12:12
12
G2532
En
G2212 G5707
zij zochten
G846
Hem
G2902 G5658
te vangen
G2532
, maar
G5399 G5675
zij vreesden
G3793
de schare
G1063
; want
G1097 G5627
zij verstonden
G3754
, dat
G3850
Hij die gelijkenis
G4314
op
G846
hen
G2036 G5627
sprak
G2532
; en
G863 G5631
zij verlieten
G846
Hem
G565 G5627
en gingen weg.
Luke 8:10
10
G1161
En
G2036 G5627
Hij zeide
G5213
: U
G1325 G5769
is het gegeven
G3466
, de verborgenheden
G932
van het Koninkrijk
G2316
Gods
G1097 G5629
te verstaan
G1161
; maar
G3062
tot de anderen
G1722
[spreek] [Ik] in
G3850
gelijkenissen
G2443
, opdat
G991 G5723
zij ziende
G3361
niet
G991 G5725
zien
G2532
, en
G191 G5723
horende
G3361
niet
G4920 G5725
verstaan.