Joshua 24:17 Cross References - DSV_Strongs

  17 H3588 Want H3068 de HEERE H430 is onze God H1931 ; Hij H853 is het, Die ons H1 en onze vaderen H4480 uit H776 het land H4714 van Egypte H4480 , uit H1004 H5650 het diensthuis H5927 H8688 heeft opgebracht H834 , en Die H428 deze H1419 grote H226 tekenen H5869 voor onze ogen H6213 H8804 gedaan heeft H8104 H8799 , en ons bewaard heeft H3605 op al H1870 den weg H834 , door welken H1980 H8804 wij getogen zijn H3605 , en onder alle H5971 volken H834 , door welker H7130 midden H5674 H8804 wij getrokken zijn.

Exodus 19:4

  4 H7200 H8804 Gijlieden hebt gezien H4714 , wat Ik den Egyptenaren H6213 H8804 gedaan heb H3671 ; hoe Ik u op vleugelen H5404 der arenden H5375 H8799 gedragen H935 H8686 , en u tot Mij gebracht heb.

Deuteronomy 32:11-12

  11 H5404 Gelijk een arend H7064 zijn nest H5782 H8686 opwekt H1469 , over zijn jongen H7363 H8762 zweeft H3671 , zijn vleugelen H6566 H8799 uitbreidt H3947 H8799 , ze neemt H5375 H8799 en ze draagt H84 op zijn vlerken;
  12 H5148 H8686 [Zo] leidde H3068 hem de HEERE H910 alleen H5236 , en er was geen vreemd H410 god met hem.

Joshua 24:5-14

  5 H7971 H8799 Toen zond Ik H4872 Mozes H175 en Aaron H5062 H8799 , en Ik plaagde H4714 Egypte H834 , gelijk als H7130 Ik in deszelfs midden H6213 H8804 gedaan heb H310 ; en daarna H3318 H8689 leidde Ik u daaruit.
  6 H1 Als Ik uw vaders H4480 uit H4714 Egypte H3318 H8686 gevoerd had H935 H8799 , zo kwaamt gij H3220 aan de zee H4714 , en de Egyptenaars H7291 H8799 jaagden H1 uw vaderen H310 na H7393 met wagens H6571 en met ruiters H5488 H3220 , tot de Schelfzee.
  7 H6817 H8799 Zij nu riepen H413 tot H3068 den HEERE H7760 H8799 , en Hij stelde H3990 een duisternis H996 tussen H996 u en tussen H4713 de Egyptenaars H935 H8686 , en Hij bracht H3220 de zee H5921 over H3680 H8762 hen, en bedekte H5869 hen; en uw ogen H7200 H8799 hebben gezien H834 , wat H4714 Ik in Egypte H6213 H8804 gedaan heb H7227 . Daarna hebt gij vele H3117 dagen H4057 in de woestijn H3427 H8799 gewoond.
  8 H935 H8686 Toen bracht Ik H853 u H413 in H776 het land H567 der Amorieten H5676 , die over gene zijde H3383 van de Jordaan H3427 H8802 woonden H3898 H8735 , die streden H854 tegen H5414 H8799 u; maar Ik gaf H853 hen H3027 in uw hand H3423 H0 , en gij bezat H776 hun land H3423 H8799 erfelijk H8045 H8686 , en Ik verdelgde H6440 hen voor ulieder aangezicht.
  9 H6965 H0 Ook maakte zich H1111 Balak H6965 H8799 op H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4428 , de koning H4124 der Moabieten H3898 H8735 , en hij streed H3478 tegen Israel H7971 H8799 ; en hij zond heen H1109 , en deed Bileam H1121 , den zoon H1160 van Beor H7121 H8799 , roepen H853 , opdat hij u H7043 H8763 vervloeken zou.
  10 H14 H8804 Maar Ik wilde H1109 Bileam H3808 niet H8085 H8800 horen H1288 H8762 ; dies zegende hij H853 u H1288 H8800 gestadig H5337 H8686 , en Ik verloste H853 u H3027 uit zijn hand.
  11 H3383 Toen gij over de Jordaan H5674 H8799 getrokken waart H413 , en te H3405 Jericho H935 H8799 kwaamt H3898 H8735 , zo krijgden H1167 de burgers H3405 van Jericho H567 tegen u, de Amorieten H6522 , en de Ferezieten H3669 , en de Kanaanieten H2850 , en de Hethieten H1622 , en de Girgazieten H2340 , de Hevieten H2983 en de Jebusieten H5414 H8799 ; doch Ik gaf H853 hen H3027 in ulieder hand.
  12 H7971 H8799 En Ik zond H6880 horzelen H6440 voor H1644 H8762 u heen; die dreven H853 hen H4480 weg van H6440 ulieder aangezicht H8147 , [gelijk] de beide H4428 koningen H567 der Amorieten H3808 , niet H2719 door uw zwaard H3808 , noch H7198 door uw boog.
  13 H776 Dus heb Ik u een land H5414 H8799 gegeven H834 , waaraan H3808 gij niet H3021 H8804 gearbeid hebt H5892 , en steden H834 , die H3808 gij niet H1129 H8804 gebouwd hebt H3427 H8799 , en gij woont H398 H8802 in dezelve; gij eet H3754 van de wijngaarden H2132 en olijfbomen H834 , die H859 gij H5193 H8804 niet geplant hebt.
  14 H6258 En nu H3372 H8798 , vreest H3068 den HEERE H5647 H8798 , en dient H8549 Hem in oprechtheid H571 en in waarheid H5493 H8685 ; en doet weg H430 de goden H834 , die H1 uw vaders H5647 H8804 gediend hebben H5676 , aan gene zijde H5104 der rivier H4714 , en in Egypte H5647 H8798 ; en dient H3068 den HEERE.

Isaiah 46:4

  4 H2209 En tot den ouderdom H7872 toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid H5445 H8799 toe zal Ik [ulieden] dragen H6213 H8804 ; Ik heb het gedaan H5375 H8799 , en Ik zal [u] opnemen H5445 H8799 , en Ik zal dragen H4422 H8762 en redden.

Isaiah 63:7-14

  7 H2617 Ik zal de goedertierenheden H3068 des HEEREN H2142 H8686 vermelden H8416 , den veelvoudigen lof H3068 des HEEREN H3068 , naar alles, wat de HEERE H1580 H8804 ons heeft bewezen H7227 , en de grote H2898 goedigheid H1004 aan het huis H3478 van Israel H1580 H8804 , die Hij hun bewezen heeft H7356 , naar Zijn barmhartigheden H7230 , en naar de veelheid H2617 Zijner goedertierenheden.
  8 H559 H8799 Want Hij zeide H5971 : Zij zijn immers Mijn volk H1121 , kinderen H8266 H8762 , [die] niet liegen zullen H3467 H8688 ? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland.
  9 H6869 In al hun benauwdheid H6862 was Hij benauwd H4397 , en de Engel H6440 Zijns aangezichts H3467 H8689 heeft hen behouden H160 ; door Zijn liefde H2551 en door Zijn genade H1350 H8804 heeft Hij hen verlost H5190 H8762 ; en Hij nam hen op H5375 H8762 , en Hij droeg H3117 hen al de dagen H5769 van ouds.
  10 H4784 H8804 Maar zij zijn wederspannig geworden H6944 , en zij hebben Zijn Heiligen H7307 Geest H6087 H8765 smarten aangedaan H341 H8802 ; daarom is Hij hun in een vijand H2015 H8735 verkeerd H3898 H8738 , Hij Zelf heeft tegen hen gestreden.
  11 H2142 H8799 Nochtans dacht Hij aan H3117 de dagen H5769 van ouds H4872 , aan Mozes H5971 [en] Zijn volk H3220 ; [maar] [nu], waar is Hij, Die hen uit de zee H5927 H8688 opgebracht heeft H7462 H8802 , met de herders H6629 Zijner kudde H6944 ? Waar is Hij, Die Zijn Heiligen H7307 Geest H7130 in het midden H7760 H8802 van hen stelde?
  12 H2220 Die den arm H8597 Zijner heerlijkheid H3212 H8688 heeft doen gaan H3225 aan de rechterhand H4872 van Mozes H4325 ; Die de wateren H6440 voor hunlieder aangezichten H1234 H8802 kliefde H5769 opdat Hij Zich een eeuwigen H8034 Naam H6213 H8800 maakte?
  13 H3212 H8688 Die hen leidde H8415 door de afgronden H5483 ; als een paard H4057 in de woestijn H3782 H8735 , struikelden zij niet.
  14 H929 Gelijk een beest H3381 H8799 , [dat] afgaat H1237 in de valleien H7307 , heeft hun de Geest H3068 des HEEREN H5117 H8686 rust gegeven H5971 . Alzo hebt Gij Uw volk H5090 H8765 geleid H8597 , opdat Gij U een heerlijken H8034 Naam H6213 H8800 zoudt maken.

Amos 2:9-10

  9 H595 Ik H567 daarentegen heb den Amoriet H4480 voor H6440 hunlieder aangezicht H8045 H8689 verdelgd H834 , wiens H1363 hoogte H1363 was als de hoogte H730 der cederen H1931 , en hij H2634 was sterk H437 als de eiken H6529 ; maar Ik heb zijn vrucht H4480 van H4605 boven H8328 , en zijn wortelen H4480 van H8478 onderen H8045 H8686 verdelgd.
  10 H595 Ook heb Ik H776 H4714 ulieden uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd H705 ; en Ik heb u veertig H8141 jaren H4057 in de woestijn H3212 H8686 geleid H776 , opdat gij het land H567 van den Amoriet H3423 H8800 erfelijk bezat.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.