17
H3588
Want
H3068
de HEERE
H430
is onze God
H1931
; Hij
H853
is het, Die ons
H1
en onze vaderen
H4480
uit
H776
het land
H4714
van Egypte
H4480
, uit
H1004 H5650
het diensthuis
H5927 H8688
heeft opgebracht
H834
, en Die
H428
deze
H1419
grote
H226
tekenen
H5869
voor onze ogen
H6213 H8804
gedaan heeft
H8104 H8799
, en ons bewaard heeft
H3605
op al
H1870
den weg
H834
, door welken
H1980 H8804
wij getogen zijn
H3605
, en onder alle
H5971
volken
H834
, door welker
H7130
midden
H5674 H8804
wij getrokken zijn.
Joshua 24:17 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 19:4
Deuteronomy 32:11-12
Joshua 24:5-14
5
H7971 H8799
Toen zond Ik
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H5062 H8799
, en Ik plaagde
H4714
Egypte
H834
, gelijk als
H7130
Ik in deszelfs midden
H6213 H8804
gedaan heb
H310
; en daarna
H3318 H8689
leidde Ik u daaruit.
6
H1
Als Ik uw vaders
H4480
uit
H4714
Egypte
H3318 H8686
gevoerd had
H935 H8799
, zo kwaamt gij
H3220
aan de zee
H4714
, en de Egyptenaars
H7291 H8799
jaagden
H1
uw vaderen
H310
na
H7393
met wagens
H6571
en met ruiters
H5488 H3220
, tot de Schelfzee.
7
H6817 H8799
Zij nu riepen
H413
tot
H3068
den HEERE
H7760 H8799
, en Hij stelde
H3990
een duisternis
H996
tussen
H996
u en tussen
H4713
de Egyptenaars
H935 H8686
, en Hij bracht
H3220
de zee
H5921
over
H3680 H8762
hen, en bedekte
H5869
hen; en uw ogen
H7200 H8799
hebben gezien
H834
, wat
H4714
Ik in Egypte
H6213 H8804
gedaan heb
H7227
. Daarna hebt gij vele
H3117
dagen
H4057
in de woestijn
H3427 H8799
gewoond.
8
H935 H8686
Toen bracht Ik
H853
u
H413
in
H776
het land
H567
der Amorieten
H5676
, die over gene zijde
H3383
van de Jordaan
H3427 H8802
woonden
H3898 H8735
, die streden
H854
tegen
H5414 H8799
u; maar Ik gaf
H853
hen
H3027
in uw hand
H3423 H0
, en gij bezat
H776
hun land
H3423 H8799
erfelijk
H8045 H8686
, en Ik verdelgde
H6440
hen voor ulieder aangezicht.
9
H6965 H0
Ook maakte zich
H1111
Balak
H6965 H8799
op
H1121
, de zoon
H6834
van Zippor
H4428
, de koning
H4124
der Moabieten
H3898 H8735
, en hij streed
H3478
tegen Israel
H7971 H8799
; en hij zond heen
H1109
, en deed Bileam
H1121
, den zoon
H1160
van Beor
H7121 H8799
, roepen
H853
, opdat hij u
H7043 H8763
vervloeken zou.
10
H14 H8804
Maar Ik wilde
H1109
Bileam
H3808
niet
H8085 H8800
horen
H1288 H8762
; dies zegende hij
H853
u
H1288 H8800
gestadig
H5337 H8686
, en Ik verloste
H853
u
H3027
uit zijn hand.
11
H3383
Toen gij over de Jordaan
H5674 H8799
getrokken waart
H413
, en te
H3405
Jericho
H935 H8799
kwaamt
H3898 H8735
, zo krijgden
H1167
de burgers
H3405
van Jericho
H567
tegen u, de Amorieten
H6522
, en de Ferezieten
H3669
, en de Kanaanieten
H2850
, en de Hethieten
H1622
, en de Girgazieten
H2340
, de Hevieten
H2983
en de Jebusieten
H5414 H8799
; doch Ik gaf
H853
hen
H3027
in ulieder hand.
12
H7971 H8799
En Ik zond
H6880
horzelen
H6440
voor
H1644 H8762
u heen; die dreven
H853
hen
H4480
weg van
H6440
ulieder aangezicht
H8147
, [gelijk] de beide
H4428
koningen
H567
der Amorieten
H3808
, niet
H2719
door uw zwaard
H3808
, noch
H7198
door uw boog.
13
H776
Dus heb Ik u een land
H5414 H8799
gegeven
H834
, waaraan
H3808
gij niet
H3021 H8804
gearbeid hebt
H5892
, en steden
H834
, die
H3808
gij niet
H1129 H8804
gebouwd hebt
H3427 H8799
, en gij woont
H398 H8802
in dezelve; gij eet
H3754
van de wijngaarden
H2132
en olijfbomen
H834
, die
H859
gij
H5193 H8804
niet geplant hebt.
14
H6258
En nu
H3372 H8798
, vreest
H3068
den HEERE
H5647 H8798
, en dient
H8549
Hem in oprechtheid
H571
en in waarheid
H5493 H8685
; en doet weg
H430
de goden
H834
, die
H1
uw vaders
H5647 H8804
gediend hebben
H5676
, aan gene zijde
H5104
der rivier
H4714
, en in Egypte
H5647 H8798
; en dient
H3068
den HEERE.
Isaiah 46:4
Isaiah 63:7-14
7
H2617
Ik zal de goedertierenheden
H3068
des HEEREN
H2142 H8686
vermelden
H8416
, den veelvoudigen lof
H3068
des HEEREN
H3068
, naar alles, wat de HEERE
H1580 H8804
ons heeft bewezen
H7227
, en de grote
H2898
goedigheid
H1004
aan het huis
H3478
van Israel
H1580 H8804
, die Hij hun bewezen heeft
H7356
, naar Zijn barmhartigheden
H7230
, en naar de veelheid
H2617
Zijner goedertierenheden.
8
H559 H8799
Want Hij zeide
H5971
: Zij zijn immers Mijn volk
H1121
, kinderen
H8266 H8762
, [die] niet liegen zullen
H3467 H8688
? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland.
9
H6869
In al hun benauwdheid
H6862
was Hij benauwd
H4397
, en de Engel
H6440
Zijns aangezichts
H3467 H8689
heeft hen behouden
H160
; door Zijn liefde
H2551
en door Zijn genade
H1350 H8804
heeft Hij hen verlost
H5190 H8762
; en Hij nam hen op
H5375 H8762
, en Hij droeg
H3117
hen al de dagen
H5769
van ouds.
10
H4784 H8804
Maar zij zijn wederspannig geworden
H6944
, en zij hebben Zijn Heiligen
H7307
Geest
H6087 H8765
smarten aangedaan
H341 H8802
; daarom is Hij hun in een vijand
H2015 H8735
verkeerd
H3898 H8738
, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden.
11
H2142 H8799
Nochtans dacht Hij aan
H3117
de dagen
H5769
van ouds
H4872
, aan Mozes
H5971
[en] Zijn volk
H3220
; [maar] [nu], waar is Hij, Die hen uit de zee
H5927 H8688
opgebracht heeft
H7462 H8802
, met de herders
H6629
Zijner kudde
H6944
? Waar is Hij, Die Zijn Heiligen
H7307
Geest
H7130
in het midden
H7760 H8802
van hen stelde?
12
H2220
Die den arm
H8597
Zijner heerlijkheid
H3212 H8688
heeft doen gaan
H3225
aan de rechterhand
H4872
van Mozes
H4325
; Die de wateren
H6440
voor hunlieder aangezichten
H1234 H8802
kliefde
H5769
opdat Hij Zich een eeuwigen
H8034
Naam
H6213 H8800
maakte?
Amos 2:9-10
9
H595
Ik
H567
daarentegen heb den Amoriet
H4480
voor
H6440
hunlieder aangezicht
H8045 H8689
verdelgd
H834
, wiens
H1363
hoogte
H1363
was als de hoogte
H730
der cederen
H1931
, en hij
H2634
was sterk
H437
als de eiken
H6529
; maar Ik heb zijn vrucht
H4480
van
H4605
boven
H8328
, en zijn wortelen
H4480
van
H8478
onderen
H8045 H8686
verdelgd.