Exodus 37

DSV_Strongs(i)
  1 H6213 H8799 Alzo maakte H1212 Bezaleel H727 de ark H7848 H6086 van sittimhout H520 ; twee ellen H2677 en een halve H753 was haar lengte H520 H2677 , en anderhalve H7341 el haar breedte H520 H2677 , en anderhalve H6967 el haar hoogte.
  2 H6823 H8762 En hij overtrok H2889 ze met louter H2091 goud H1004 , van binnen H2351 en van buiten H6213 H8799 ; en hij maakte H2091 ze een gouden H2213 krans H5439 rondom.
  3 H3332 H8799 En hij goot H702 voor dezelve vier H2091 gouden H2885 ringen H702 , aan haar vier H6471 hoeken H8147 , alzo dat twee H2885 ringen H259 op derzelver ene H6763 zijde H8147 waren, en twee H2885 ringen H8145 op haar andere H6763 zijde.
  4 H6213 H8799 En hij maakte H905 handbomen H7848 H6086 van sittimhout H6823 H8762 , en hij overtrok H2091 ze met goud.
  5 H935 H8686 En hij stak H905 de handbomen H2885 in de ringen H6763 , aan de zijden H727 der ark H727 , om de ark H5375 H8800 te dragen.
  6 H6213 H8799 Hij maakte H3727 ook een verzoendeksel H2889 van louter H2091 goud H520 ; twee ellen H2677 en een halve H753 was deszelfs lengte H2677 , en anderhalve H520 el H7341 deszelfs breedte.
  7 H6213 H8799 Ook maakte hij H8147 twee H3742 cherubim H2091 van goud H4749 ; van dicht werk H6213 H8804 maakte hij H8147 ze, uit de beide H7098 einden H3727 des verzoendeksels.
  8 H259 Een H3742 cherub H7098 uit het ene einde H259 aan deze zijde, en den anderen H3742 cherub H7098 uit het andere einde H3727 aan gene zijde; uit het verzoendeksel H6213 H8804 maakte hij H3742 de cherubim H8147 , uit deszelfs beide H7098 H8675 H7099 einden.
  9 H3742 En de cherubim H3671 waren de beide vleugelen H4605 omhoog H6566 H8802 uitbreidende H5526 H8802 , bedekkende H3671 met hun vleugelen H3727 het verzoendeksel H6440 ; en hun aangezichten H376 waren tegenover H251 elkander H6440 ; de aangezichten H3742 der cherubim H3727 waren naar het verzoendeksel.
  10 H6213 H8799 Hij maakte H7979 ook een tafel H7848 H6086 van sittimhout H520 ; twee ellen H753 was haar lengte H520 , en een el H7341 haar breedte H520 ; en een el H2677 en een halve H6967 haar hoogte.
  11 H6823 H8762 En hij overtrok H2889 ze met louter H2091 goud H6213 H8799 ; en hij maakte H2091 een gouden H2213 krans H5439 daaraan, rondom.
  12 H6213 H8799 Hij maakte H4526 daaraan ook een lijst H5439 rondom H2948 , een hand breed H6213 H8799 ; en hij maakte H2091 een gouden H2213 krans H5439 rondom H4526 derzelver lijst.
  13 H3332 H8799 Hij goot H702 ook vier H2091 gouden H2885 ringen H5414 H8799 daaraan; en hij zette H2885 de ringen H702 aan de vier H6285 hoeken H702 , die aan derzelver vier H7272 voeten waren.
  14 H5980 Tegenover H4526 de lijst H2885 waren de ringen H1004 tot plaatsen H905 voor de handbomen H7979 , om de tafel H5375 H8800 te dragen.
  15 H6213 H8799 Hij maakte H905 ook de handbomen H7848 H6086 van sittimhout H6823 H8762 ; en hij overtrok H2091 ze met goud H7979 , om de tafel H5375 H8800 te dragen.
  16 H6213 H8799 En hij maakte H3627 het gereedschap H7979 , dat op de tafel H7086 zijn zoude, haar schotelen H3709 , en haar reukschalen H4518 , en haar kroezen H7184 , en haar platelen H2004 (met H5258 H8714 welke zij bedekt zoude worden H2889 ), van louter H2091 goud.
  17 H6213 H8799 Hij maakte H4501 ook een kandelaar H2889 van louter H2091 goud H4749 . Van dicht werk H6213 H8804 maakte hij H4501 dezen kandelaar H3409 , zijn schacht H7070 , en zijn rieten H1375 ; zijn schaaltjes H3730 , zijn knopen H6525 , en zijn bloemen waren uit hem.
  18 H8337 Zes H7070 rieten H3318 H8802 nu gingen H6654 uit zijn zijden H7969 ; drie H7070 rieten H4501 des kandelaars H259 uit zijn ene H6654 zijde H7969 , en drie H7070 rieten H4501 des kandelaars H8145 uit zijn andere H6654 zijde.
  19 H259 In het ene H7070 riet H7969 waren drie H1375 schaaltjes H8246 H8794 , [gelijk] amandelnoten H3730 , een knoop H6525 en een bloem H7969 ; en drie H1375 schaaltjes H8246 H8794 , [gelijk] amandelnoten H259 in een ander H7070 riet H3730 , een knoop H6525 en een bloem H8337 ; alzo waren die zes H7070 rieten H4501 , die uit den kandelaar H3318 H8802 gingen.
  20 H4501 Maar aan den kandelaar H702 zelven waren vier H1375 schaaltjes H8246 H8794 , [gelijk] amandelnoten H3730 , met zijn knopen H6525 , en met zijn bloemen.
  21 H3730 En daar was een knoop H8147 onder twee H7070 rieten H3730 , uit denzelven [uitgaande]; ook een knoop H8147 onder twee H7070 rieten H3730 , uit denzelven [uitgaande]; nog een knoop H8147 onder twee H7070 rieten H8337 , uit denzelven [uitgaande]; [alzo] [was] [het] met de zes H7070 rieten H3318 H8802 , die uit denzelven uitgingen.
  22 H3730 Hun knopen H7070 en rieten H259 waren uit hem; het was altemaal een H4749 enig dicht werk H2889 van louter H2091 goud.
  23 H6213 H8799 En hij maakte H7651 hem zeven H5216 lampen H4457 ; zijn snuiters H4289 en zijn blusvaten H2889 waren van louter H2091 goud.
  24 H6213 H8804 Hij maakte H3603 denzelven uit een talent H2889 louter H2091 goud H3627 , met al zijn vaten.
  25 H6213 H8799 En hij maakte H7004 H4196 het reukaltaar H7848 H6086 van sittimhout H520 ; een el H753 was zijn lengte H520 en een el H7341 zijn breedte H7251 H8803 , vierkant H520 , maar twee ellen H6967 zijn hoogte H7161 ; uit hetzelve waren zijn hoornen.
  26 H6823 H8762 En hij overtrok H2889 het met louter H2091 goud H1406 , zijn dak H7023 , en zijn wanden H5439 rondom H7161 , alsook zijn hoornen H6213 H8799 ; en hij maakte H2091 het een gouden H2213 krans H5439 rondom.
  27 H6213 H8804 Hij maakte H8147 ook twee H2091 gouden H2885 ringen H2213 daaraan, onder zijn krans H8147 , aan zijn twee H6763 hoeken H8147 , aan zijn beide H6654 zijden H1004 , tot plaatsen H905 voor de handbomen H5375 H8800 , dat men het daarmede droeg.
  28 H6213 H8799 En hij maakte H905 de handbomen H7848 H6086 van sittimhout H6823 H8762 , en hij overtrok H2091 ze met goud.
  29 H6213 H8799 Hij maakte H6944 ook de heilige H4888 H8081 zalfolie H7004 , en het reukwerk H2889 der zuiverste H5561 welriekende specerijen H4639 H7543 H8802 , naar apothekerswerk.