DSV_Strongs(i)
1
H120
De mens
H802
, van een vrouw
H3205 H8803
geboren
H7116
, is kort
H3117
van dagen
H7649
, en zat
H7267
van onrust.
2
H3318 H8804
Hij komt voort
H6731
als een bloem
H5243 H8799
, en wordt afgesneden
H1272 H8799
; ook vlucht hij
H6738
als een schaduw
H5975 H8799
, en bestaat
H3808
niet.
3
H637
Nog
H6491 H0
doet Gij
H5869
Uw ogen
H5921
over
H2088
zulk een
H6491 H8804
open
H935 H8686
; en Gij betrekt
H853
mij
H4941
in het gericht
H5973
met U.
4
H4310
Wie
H2889
zal een reine
H5414 H8799
geven
H4480
uit
H2931
den onreine
H3808
? Niet
H259
een.
5
H518
Dewijl
H3117
zijn dagen
H2782 H8803
bestemd zijn
H4557
, het getal
H2320
zijner maanden
H854
bij
H2706
U is, [en] Gij zijn bepalingen
H6213 H8804
gemaakt hebt
H3808
, die hij niet
H5674 H8799
overgaan zal;
6
H8159 H0
Wend U
H4480 H5921
van
H8159 H8798
hem af
H2308 H8799
, dat hij rust hebbe
H5704
, totdat
H7916
hij als een dagloner
H3117
aan zijn dag
H7521 H8799
een welgevallen hebbe.
7
H3588
Want
H6086
voor een boom
H518
, als
H3772 H8735
hij afgehouwen wordt
H3426
, is er
H8615
verwachting
H5750
, dat hij zich nog
H2498 H8686
zal veranderen
H3127
, en zijn scheut
H3808
niet
H2308 H8799
zal ophouden.
8
H518
Indien
H8328
zijn wortel
H776
in de aarde
H2204 H8686
veroudert
H1503
, en zijn stam
H6083
in het stof
H4191 H8799
versterft;
9
H4480
Hij zal van
H7381
den reuk
H4325
der wateren
H6524 H8686
[weder] uitspruiten
H7105
, en zal een tak
H6213 H8804
maken
H3644
, gelijk
H5194
een plant.
10
H1397
Maar een man
H4191 H8799
sterft
H2522 H8799
, als hij verzwakt is
H120
, en de mens
H1478 H8799
geeft den geest
H346
, waar is hij dan?
11
H4325
De wateren
H235 H8804
verlopen
H4480
uit
H3220
een meer
H5104
, en een rivier
H2717 H8799
droogt uit
H3001 H8804
en verdort;
12
H7901 H0
Alzo ligt
H376
de mens
H7901 H8804
neder
H6965 H0
, en staat
H3808
niet
H6965 H8799
op
H5704
; totdat
H8064
de hemelen
H1115
niet
H3808
meer zijn, zullen zij niet
H6974 H8686
opwaken
H3808
, noch
H4808
uit
H8142
hun slaap
H5782 H8735
opgewekt worden.
13
H4310 H5414 H8799
Och, of
H7585
Gij mij in het graf
H6845 H8686
verstaakt
H5641 H8686
, mij verborgt
H5704
, totdat
H639
Uw toorn
H7725 H8800
zich afkeerde
H2706
; dat Gij mij een bepaling
H7896 H8799
steldet
H2142 H8799
, en mijner gedachtig waart!
14
H518
Als
H1397
een man
H4191 H8799
gestorven is
H2421 H8799
, zal hij weder leven
H3605
? Ik zou al
H3117
de dagen
H6635
mijns strijds
H3176 H8762
hopen
H5704
, totdat
H2487
mijn verandering
H935 H8800
komen zou.
15
H7121 H8799
Dat Gij zoudt roepen
H595
, en ik
H6030 H8799
U zou antwoorden
H4639
, dat Gij tot het werk
H3027
Uwer handen
H3700 H8799
zoudt begerig zijn.
16
H3588
Maar
H6258
nu
H5608 H8799
telt Gij
H6806
mijn treden
H8104 H8799
; Gij bewaart
H3808
[mij] niet
H5921
om
H2403
mijner zonden wil.
17
H6588
Mijn overtreding
H6872
is in een bundeltje
H2856 H8803
verzegeld
H2950 H0
, en Gij pakt
H5771
mijn ongerechtigheid
H2950 H8799 H5921
opeen.
18
H199
En voorwaar
H2022
, een berg
H5307 H8802
vallende
H5034 H8799
vergaat
H6697
, en een rots
H6275 H8799
wordt versteld
H4480
uit
H4725
haar plaats;
19
H4325
De wateren
H7833 H8804
vermalen
H68
de stenen
H6083
, het stof
H776
der aarde
H7857 H8799
overstelpt
H5599
het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt
H6 H8689
; alzo verderft Gij
H8615
de verwachting
H582
des mensen.
20
H8630 H8799
Gij overweldigt
H5331
hem in eeuwigheid
H1980 H8799
, en hij gaat heen
H8138 H8764
; veranderende
H6440
zijn gelaat
H7971 H8762
, zo zendt Gij hem weg.