Job 14

DSV_Strongs(i)
  1 H120 De mens H802 , van een vrouw H3205 H8803 geboren H7116 , is kort H3117 van dagen H7649 , en zat H7267 van onrust.
  2 H3318 H8804 Hij komt voort H6731 als een bloem H5243 H8799 , en wordt afgesneden H1272 H8799 ; ook vlucht hij H6738 als een schaduw H5975 H8799 , en bestaat H3808 niet.
  3 H637 Nog H6491 H0 doet Gij H5869 Uw ogen H5921 over H2088 zulk een H6491 H8804 open H935 H8686 ; en Gij betrekt H853 mij H4941 in het gericht H5973 met U.
  4 H4310 Wie H2889 zal een reine H5414 H8799 geven H4480 uit H2931 den onreine H3808 ? Niet H259 een.
  5 H518 Dewijl H3117 zijn dagen H2782 H8803 bestemd zijn H4557 , het getal H2320 zijner maanden H854 bij H2706 U is, [en] Gij zijn bepalingen H6213 H8804 gemaakt hebt H3808 , die hij niet H5674 H8799 overgaan zal;
  6 H8159 H0 Wend U H4480 H5921 van H8159 H8798 hem af H2308 H8799 , dat hij rust hebbe H5704 , totdat H7916 hij als een dagloner H3117 aan zijn dag H7521 H8799 een welgevallen hebbe.
  7 H3588 Want H6086 voor een boom H518 , als H3772 H8735 hij afgehouwen wordt H3426 , is er H8615 verwachting H5750 , dat hij zich nog H2498 H8686 zal veranderen H3127 , en zijn scheut H3808 niet H2308 H8799 zal ophouden.
  8 H518 Indien H8328 zijn wortel H776 in de aarde H2204 H8686 veroudert H1503 , en zijn stam H6083 in het stof H4191 H8799 versterft;
  9 H4480 Hij zal van H7381 den reuk H4325 der wateren H6524 H8686 [weder] uitspruiten H7105 , en zal een tak H6213 H8804 maken H3644 , gelijk H5194 een plant.
  10 H1397 Maar een man H4191 H8799 sterft H2522 H8799 , als hij verzwakt is H120 , en de mens H1478 H8799 geeft den geest H346 , waar is hij dan?
  11 H4325 De wateren H235 H8804 verlopen H4480 uit H3220 een meer H5104 , en een rivier H2717 H8799 droogt uit H3001 H8804 en verdort;
  12 H7901 H0 Alzo ligt H376 de mens H7901 H8804 neder H6965 H0 , en staat H3808 niet H6965 H8799 op H5704 ; totdat H8064 de hemelen H1115 niet H3808 meer zijn, zullen zij niet H6974 H8686 opwaken H3808 , noch H4808 uit H8142 hun slaap H5782 H8735 opgewekt worden.
  13 H4310 H5414 H8799 Och, of H7585 Gij mij in het graf H6845 H8686 verstaakt H5641 H8686 , mij verborgt H5704 , totdat H639 Uw toorn H7725 H8800 zich afkeerde H2706 ; dat Gij mij een bepaling H7896 H8799 steldet H2142 H8799 , en mijner gedachtig waart!
  14 H518 Als H1397 een man H4191 H8799 gestorven is H2421 H8799 , zal hij weder leven H3605 ? Ik zou al H3117 de dagen H6635 mijns strijds H3176 H8762 hopen H5704 , totdat H2487 mijn verandering H935 H8800 komen zou.
  15 H7121 H8799 Dat Gij zoudt roepen H595 , en ik H6030 H8799 U zou antwoorden H4639 , dat Gij tot het werk H3027 Uwer handen H3700 H8799 zoudt begerig zijn.
  16 H3588 Maar H6258 nu H5608 H8799 telt Gij H6806 mijn treden H8104 H8799 ; Gij bewaart H3808 [mij] niet H5921 om H2403 mijner zonden wil.
  17 H6588 Mijn overtreding H6872 is in een bundeltje H2856 H8803 verzegeld H2950 H0 , en Gij pakt H5771 mijn ongerechtigheid H2950 H8799 H5921 opeen.
  18 H199 En voorwaar H2022 , een berg H5307 H8802 vallende H5034 H8799 vergaat H6697 , en een rots H6275 H8799 wordt versteld H4480 uit H4725 haar plaats;
  19 H4325 De wateren H7833 H8804 vermalen H68 de stenen H6083 , het stof H776 der aarde H7857 H8799 overstelpt H5599 het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt H6 H8689 ; alzo verderft Gij H8615 de verwachting H582 des mensen.
  20 H8630 H8799 Gij overweldigt H5331 hem in eeuwigheid H1980 H8799 , en hij gaat heen H8138 H8764 ; veranderende H6440 zijn gelaat H7971 H8762 , zo zendt Gij hem weg.
  21 H1121 Zijn kinderen H3513 H8799 komen tot eer H3045 H8799 , en hij weet H3808 het niet H6819 H8799 ; of zij worden klein H995 H8799 , en hij let H3808 niet H3926 op hen.
  22 H389 Maar H1320 zijn vlees H5921 , [nog] aan H3510 H8799 hem zijnde, heeft smart H5315 ; en zijn ziel H5921 , in H56 H8799 hem zijnde, heeft rouw.