Micah 2

DSV_Strongs(i)
  1 H1945 Wee H205 dien, die ongerechtigheid H2803 H8802 bedenken H7451 , en kwaad H6466 H8802 werken H5921 op H4904 hun legers H216 ; in het licht H1242 van den morgenstond H6213 H8799 doen zij H3588 het, dewijl H410 het in de macht H3027 van hunlieder hand H3426 is.
  2 H2530 H8804 En zij begeren H7704 akkers H1497 H8804 , en roven H1004 ze, en huizen H5375 H8804 , en nemen ze weg H6231 H8804 ; alzo doen zij geweld H1397 aan den man H1004 en zijn huis H376 , ja, aan een iegelijk H5159 en zijn erfenis.
  3 H3651 Daarom H3541 , alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H2009 : Ziet H2803 H8802 , Ik denk H7451 een kwaad H5921 over H2063 dit H4940 geslacht H834 H4480 H8033 , waaruit H6677 gijlieden uw halzen H3808 niet H4185 H8686 zult uittrekken H7317 , en zo rechtop H3808 niet H3212 H8799 gaan H3588 ; want H1931 het H7451 zal een boze H6256 tijd zijn.
  4 H1931 Te dien H3117 dage H4912 zal men een spreekwoord H5921 over H5375 H8799 ulieden opnemen H5093 ; en men zal een klagelijke H5092 klacht H5091 H8804 klagen H559 H8804 , [en] zeggen H7703 H8800 : Wij zijn ten enenmale H7703 H8738 verwoest H4171 H8686 ; Hij verwisselt H5971 mijns volks H2506 deel H349 ; hoe H4185 H8686 ontwendt Hij H2505 H8762 mij; Hij deelt uit H7725 H8788 , afwendende H7704 onze akkers.
  5 H3651 Daarom H3808 zult gij niemand H1961 H8799 hebben H2256 , die het snoer H7993 H8688 werpe H1486 in het lot H6951 , in de gemeente H3068 des HEEREN.
  6 H5197 H8686 Profeteert H408 gijlieden niet H5197 H8686 , [zeggen] [zij], laat [die] profeteren H5197 H8686 ; zij profeteren H3808 niet H428 als die H5253 H0 ; men wijkt H3808 niet H5253 H8799 af H3639 [van] smaadheden.
  7 H3290 O gij, die Jakobs H1004 huis H559 H8803 geheten zijt H7307 ! Is dan de Geest H3068 des HEEREN H7114 H8804 verkort H518 ? H428 Zijn dat H4611 Zijn werken H1697 ? Doen Mijn woorden H3808 geen H3190 H8686 goed H5973 bij H3477 dien, die recht H1980 H8802 wandelt?
  8 H865 Maar gisteren H6965 H0 stelde zich H5971 Mijn volk H6965 H8787 op H341 H8802 , tot vijand H4136 , tegenover H8008 een kleed H6584 H8686 ; gij stroopt H145 een mantel H4480 van H983 degenen, die zeker H5674 H8802 voorbijgaan H7725 H8803 , wederkomende H4421 van den strijd.
  9 H802 De vrouwen H5971 Mijns volks H1644 H8762 verdrijft gij H4480 , elk een uit H1004 het huis H8588 van haar vermakingen H4480 H5921 ; van H5768 haar kinderkens H3947 H8799 neemt gij H1926 Mijn sieraad H5769 in eeuwigheid.
  10 H6965 H8798 Maakt u [dan] op H3212 H8798 , en gaat henen H3588 ; want H4496 dit [land] zal de rust H3808 niet H5668 zijn; omdat H2930 H8800 het verontreinigd is H2254 H8762 , zal het [u] verderven H4834 H8737 , en dat [met] een geweldige H2256 verderving.
  11 H3863 Zo H376 er iemand H7307 is, die met wind H1980 H8802 omgaat H8267 , en valselijk H3576 H8765 liegt H5197 H8686 , [zeggende]: Ik zal u profeteren H3196 voor wijn H7941 en voor sterken drank H2088 ! dat H1961 H8804 is H5197 H8688 een profeet H5971 dezes volks.
  12 H622 H8800 Voorzeker H3290 zal Ik u, o Jakob H3605 ! gans H622 H8799 verzamelen H6908 H8763 ; voorzeker H3478 zal Ik Israels H7611 overblijfsel H6908 H8762 vergaderen H3162 ; Ik zal het te zamen H7760 H8799 zetten H6629 als schapen H1223 H8677 H1224 van Bozra H5739 ; als een kudde H8432 in het midden H1699 van haar kooi H4480 zullen zij van H120 mensen H1949 H8686 deunen.
  13 H6555 H8802 De doorbreker H6440 zal voor hun aangezicht H5927 H8804 optrekken H6555 H8804 ; zij zullen doorbreken H8179 , en door de poort H5674 H8799 gaan H3318 H8799 , en door dezelve uittrekken H4428 ; en hun koning H6440 zal voor hun aangezicht H5674 H8799 henengaan H3068 ; en de HEERE H7218 in hun spits.