DSV_Strongs(i)
 
10
H3027
In welker handen
H2154
schandelijk bedrijf
H3225
is, en welker rechterhand
H4390 H8804
vol
H7810
geschenken is.
 
11
H3212 H8799
Maar ik wandel
H8537
in mijn oprechtigheid
H6299 H8798
, verlos
H2603 H8798
mij [dan] en wees mij genadig.
 
12
H7272
Mijn voet
H5975 H8804
staat
H4334
op effen baan
H3068
; ik zal den HEERE
H1288 H8762
loven
H4721
in de vergaderingen.
27 
 
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H3068
. De HEERE
H216
is mijn Licht
H3468
en mijn Heil
H3372 H8799
, voor wien zou ik vrezen
H3068
? De HEERE
H2416
is mijns levens
H4581
kracht
H6342 H8799
, voor wien zou ik vervaard zijn?
 
2
H7489 H8688
Als de bozen
H6862
, mijn tegenpartijen
H341 H8802
, en mijn vijanden
H7126 H8800
tegen mij, tot mij naderden
H1320
, om mijn vlees
H398 H8800
te eten
H3782 H8804
, stieten zij zelven aan
H5307 H8804
, en vielen.
 
3
H4264
Ofschoon mij een leger
H2583 H8799
belegerde
H3820
, mijn hart
H3372 H8799
zou niet vrezen
H4421
; ofschoon een oorlog
H6965 H8799
tegen mij opstond
H982 H8802
, zo vertrouw ik hierop.
 
4
H259
Een
H3068
ding heb ik van den HEERE
H7592 H8804
begeerd
H1245 H8762
, dat zal ik zoeken
H3117
: dat ik al de dagen
H2416
mijns levens
H3427 H8800
mocht wonen
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H5278
, om de liefelijkheid
H3068
des HEEREN
H2372 H8800
te aanschouwen
H1239 H8763
, en te onderzoeken
H1964
in Zijn tempel.
 
5
H6845 H8799
Want Hij versteekt
H5520
mij in Zijn hut
H3117
, ten dage
H7451
des kwaads
H5641 H8686
; Hij verbergt
H5643
mij in het verborgene
H168
Zijner tent
H7311 H8787
; Hij verhoogt
H6697
mij op een rotssteen.
 
6
H7218
Ook nu zal mijn hoofd
H7311 H8799
verhoogd worden
H341 H8802
boven mijn vijanden
H5439
, die rondom
H168
mij zijn, en ik zal in Zijn tent
H2077
offeranden
H8643
des geklanks
H2076 H8799
offeren
H7891 H8799
; ik zal zingen
H2167 H8762
, ja, psalmzingen
H3068
den HEERE.
 
7
H8085 H8798
Hoor
H3068
, HEERE
H6963
! mijn stem
H7121 H8799
, [als] ik roep
H2603 H8798
; en wees mij genadig
H6030 H8798
, en antwoord mij.
 
8
H3820
Mijn hart
H559 H8804
zegt
H1245 H8761
tot U: [Gij] [zegt]: Zoek
H6440
Mijn aangezicht
H1245 H8762
; ik zoek
H6440
Uw aangezicht
H3068
, o HEERE!
 
9
H5641 H8686
Verberg
H6440
Uw aangezicht
H5186 H0
niet voor mij, keer
H5650
Uw knecht
H5186 H8686
niet af
H639
in toorn
H5833
; Gij zijt mijn Hulp
H5203 H8799
geweest, begeef
H5800 H8799
mij niet, en verlaat
H430
mij niet, o God
H3468
mijns heils!
 
10
H1
Want mijn vader
H517
en mijn moeder
H5800 H8804
hebben mij verlaten
H3068
, maar de HEERE
H622 H8799
zal mij aannemen.
 
11
H3068
HEERE
H3384 H8685
! leer
H1870
mij Uw weg
H5148 H8798
, en leid
H4334
mij in het rechte
H734
pad
H8324 H8802
, om mijner verspieders wil.
 
12
H5414 H8799
Geef mij niet over
H5315
in de begeerte
H6862
mijner tegenpartijders
H8267
; want valse
H5707
getuigen
H6965 H8804
zijn tegen mij opgestaan
H2555
, mitsgaders die wrevel
H3307
uitblaast.
 
13
H3884
Zo ik niet
H539 H8689
had geloofd
H2898
, dat ik het goede
H3068
des HEEREN
H7200 H8800
zou zien
H776
in het land
H2416
der levenden, [ik] [ware] [vergaan].
 
14
H6960 H8761
Wacht
H3068
op den HEERE
H2388 H8798
, zijt sterk
H3820
, en Hij zal uw hart
H553 H8686
versterken
H6960 H8761
, ja, wacht
H3068
op den HEERE.
28 
 
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H7121 H8799
. Tot U roep ik
H3068
, HEERE
H6697
! mijn Rotssteen
H2814 H8799
, houd U niet als doof
H2790 H8799
van mij af; opdat ik niet, [zo] Gij U van mij stil houdt
H4911 H8738
, vergeleken worde
H953
met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
nederdalen.
 
2
H8085 H8798
Hoor
H6963
de stem
H8469
mijner smekingen
H7768 H8763
, als ik tot U roep
H3027
, als ik mijn handen
H5375 H8800
ophef
H1687
naar de aanspraakplaats
H6944
Uwer heiligheid.
 
3
H4900 H8799
Trek mij niet weg
H7563
met de goddelozen
H6466 H8802
, en met de werkers
H205
der ongerechtigheid
H7965
, die van vrede
H1696 H8802
spreken
H7453
met hun naasten
H7451
, maar kwaad
H3824
is in hun hart.
 
4
H5414 H8798
Geef
H6467
hun naar hun doen
H7455
, en naar de boosheid
H4611
hunner handelingen
H5414 H8798
; geef
H3027
hun naar hunner handen
H4639
werk
H1576
; doe hun vergelding
H7725 H8685
tot hen wederkeren.
 
5
H995 H8799
Omdat zij niet letten
H6468
op de daden
H3068
des HEEREN
H4639
, noch op het werk
H3027
Zijner handen
H2040 H8799
, zo zal Hij hen afbreken
H1129 H8799
en zal hen niet bouwen.
 
6
H1288 H8803
Geloofd
H3068
zij de HEERE
H6963
, want Hij heeft de stem
H8469
mijner smekingen
H8085 H8804
gehoord.
 
7
H3068
De HEERE
H5797
is mijn Sterkte
H4043
en mijn Schild
H3820
; op Hem heeft mijn hart
H982 H8804
vertrouwd
H5826 H8738
, en ik ben geholpen
H5937 H0
; dies springt
H3820
mijn hart
H5937 H8799
van vreugde
H7892
, en ik zal Hem met mijn gezang
H3034 H8686
loven.
 
8
H3068
De HEERE
H5797
is hunlieder Sterkte
H4581
, en Hij is de Sterkheid
H3444
der verlossingen
H4899
Zijns Gezalfden.
 
9
H3467 H8685
Verlos
H5971
Uw volk
H1288 H8761
, en zegen
H5159
Uw erve
H7462 H8798
, en weid
H5375 H8761
hen, en verhef
H5769
hen tot in eeuwigheid.
29 
 
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H3051 H8798
. Geeft
H3068
den HEERE
H1121
, gij kinderen
H410
der machtigen
H3051 H8798
! geeft
H3068
den HEERE
H3519
eer
H5797
en sterkte.
 
2
H3051 H8798
Geeft
H3068
den HEERE
H3519
de eer
H8034
Zijns Naams
H7812 H8690
, aanbidt
H3068
den HEERE
H1927
in de heerlijkheid
H6944
des heiligdoms.
 
3
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H4325
is op de wateren
H410
, de God
H3519
der ere
H7481 H8689
dondert
H3068
; de HEERE
H7227
is op de grote
H4325
wateren.
 
4
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H3581
is met kracht
H6963
, de stem
H3068
des HEEREN
H1926
is met heerlijkheid.
 
5
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H7665 H8799
breekt
H730
de cederen
H3068
; ja, de HEERE
H7665 H8762
verbreekt
H730
de cederen
H3844
van Libanon.
 
6
H7540 H8686
En Hij doet ze huppelen
H5695
als een kalf
H3844
, den Libanon
H8303
en Sirjon
H1121
als een jongen
H7214
eenhoorn.
 
8
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H4057
doet de woestijn
H2342 H8799
beven
H3068
; de HEERE
H4057
doet de woestijn
H6946
Kades
H2342 H8799
beven.
 
9
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H355
doet de hinden
H2342 H8787
jongen werpen
H2834 H8799
, en ontbloot
H3295
de wouden
H1964
; maar in Zijn tempel
H559 H8802
zegt
H3519
[Hem] een iegelijk eer.
 
10
H3068
De HEERE
H3427 H8804
heeft gezeten
H3999
over den watervloed
H3068
; ja, de HEERE
H3427 H8799
zit
H4428
, Koning
H5769
in eeuwigheid.
 
11
H3068
De HEERE
H5971
zal Zijn volk
H5797
sterkte
H5414 H8799
geven
H3068
; de HEERE
H5971
zal Zijn volk
H1288 H8762
zegenen
H7965
met vrede.
30 
 
1
H4210
Een psalm
H7892
, een lied
H2598
der inwijding
H1732
van Davids
H1004
huis
H7311 H8787
. [030:2] Ik zal U verhogen
H3068
, HEERE
H1802 H8765
, want Gij hebt mij opgetrokken
H341 H8802
, en mijn vijanden
H8055 H8765
over mij niet verblijd.
 
2
H3068
[030:3] HEERE
H430
, mijn God
H7768 H8765
! ik heb tot U geroepen
H7495 H8799
, en Gij hebt mij genezen.
 
3
H3068
[030:4] HEERE
H5315
! Gij hebt mijn ziel
H7585
uit het graf
H5927 H8689
opgevoerd
H2421 H8765
; Gij hebt mij bij het leven behouden
H953
, dat ik in den kuil
H3381 H8800 H8675 H3381 H8802
niet ben nedergedaald.
 
4
H2167 H8761
[030:5] Psalmzingt
H3068
den HEERE
H2623
, gij Zijn gunstgenoten
H3034 H8685
! en zegt lof
H2143
ter gedachtenis
H6944
Zijner heiligheid.
 
5
H7281
[030:6] Want een ogenblik
H639
is er in Zijn toorn
H2416
, [maar] een leven
H7522
in Zijn goedgunstigheid
H6153
; des avonds
H3885 H8799
vernacht
H1065
het geween
H1242
, maar des morgens
H7440
is er gejuich.
 
6
H559 H8804
[030:7] Ik zeide
H7959
wel in mijn voorspoed
H4131 H8735
: Ik zal niet wankelen
H5769
in eeuwigheid.
 
7
H3068
[030:8] [Want], HEERE
H2042
! Gij hadt mijn berg
H7522
door Uw goedgunstigheid
H5975 H8689 H5797
vastgezet
H6440
; [maar] [toen] Gij Uw aangezicht
H5641 H8689
verborgt
H926 H8737
, werd ik verschrikt.
 
9
H1215
[030:10] Wat gewin
H1818
is er in mijn bloed
H3381 H8800
, in mijn nederdalen
H7845
tot de groeve
H6083
? Zal U het stof
H3034 H8686
loven
H571
? Zal het Uw waarheid
H5046 H8686
verkondigen?
 
10
H8085 H8798
[030:11] Hoor
H3068
, HEERE
H2603 H8798
! en wees mij genadig
H3068
; HEERE
H5826 H8802
! wees mij een Helper.