DSV_Strongs(i)
6
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H188
: Wee
H1818 H5892
der bloedstad
H5518
, den pot
H2457
, welks schuim
H2457
in hem is, en van welken zijn schuim
H3318 H8804
niet is uitgegaan
H3318 H8685
! trek
H5409
stuk
H5409
bij stuk
H1486
daaruit, en laat het lot
H5307 H8804
over hem niet vallen.
7
H1818
Want haar bloed
H8432
is in het midden
H6706
van haar; op een gladde
H5553
steenrots
H7760 H8804
heeft zij dat gelegd
H776
; zij heeft het op de aarde
H8210 H8804
niet uitgestort
H6083
, om hetzelve met stof
H3680 H8763
te bedekken.
8
H2534
Opdat Ik de grimmigheid
H5927 H8687
doe opgaan
H5359
om wraak
H5358 H8800
te oefenen
H1818
, heb Ik [ook] haar bloed
H6706
op een gladde
H5553
steenrots
H5414 H8804
gelegd
H3680 H8736
, opdat het niet bedekt worde.
9
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H188
: Wee
H1818 H5892
der bloedstad
H4071
! Ik zal ook den brandstapel
H1431 H8686
groot maken!
10
H7235 H8685
Draag veel
H6086
houts
H1814 H0
toe, steek
H784
het vuur
H1814 H8687
aan
H8552 H8687
, verteer
H1320
het vlees
H7543 H8687
, en kruid
H4841
[het] met specerijen
H6106
, en laat de beenderen
H2787 H8735
verbranden.
11
H5975 H8687
Stel
H7386
hem daarna ledig
H1513
op zijn kolen
H3179 H8799
, opdat hij heet worde
H5178
, en zijn roest
H2787 H8804
verbrande
H2932
, en zijn onreinigheid
H8432
in het midden
H5413 H8738
van hem versmelte
H2457
, zijn schuim
H8552 H8799
verteerd worde.
12
H8383
[Met] ijdelheden
H3811 H8689
heeft zij [Mij] moede gemaakt
H7227
; nog is haar overvloedig
H2457
schuim
H3318 H8799
van haar niet uitgegaan
H2457
; haar schuim
H784
[moet] in het vuur.
13
H2932
In uw onreinigheid
H2154
is schandelijkheid
H2891 H8765
, omdat Ik u gereinigd heb
H2891 H8804
, en gij niet gereinigd zijt
H2932
, zo zult gij van uw onreinigheid
H2891 H8799
niet meer gereinigd worden
H2534
, totdat Ik Mijn grimmigheid
H5117 H8687
op u zal hebben doen rusten.
14
H3068
Ik, de HEERE
H1696 H8765
, heb het gesproken
H935 H8802
; het zal komen
H6213 H8804
, en Ik zal het doen
H6544 H8799
; Ik zal er niet van wijken
H2347 H8799
, en Ik zal niet verschonen
H5162 H8735
noch berouw hebben
H1870
; naar uw wegen
H5949
en naar uw handelingen
H8199 H8804
zullen zij u richten
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.