Jeremiah 51:32-64

DSV_Strongs(i)
  32 H4569 En [dat] de veren H8610 H8738 ingenomen H98 , en de rietpoelen H784 met vuur H8313 H8804 verbrand zijn H582 H4421 ; en [dat] de krijgslieden H926 H8738 verbaasd zijn.
  33 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H1323 : De dochter H894 van Babel H1637 is als een dorsvloer H6256 , het is tijd H1869 H8687 , dat men ze trede H4592 ; nog een weinig H6256 , dan zal haar de tijd H7105 des oogstes H935 H8804 overkomen.
  34 H5019 Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H398 H8804 , heeft mij opgegeten H2000 H8804 , hij heeft mij verpletterd H3322 H8689 , hij heeft mij gesteld H7385 [als] een ledig H3627 vat H1104 H8804 , hij heeft mij verslonden H8577 als een draak H3770 , hij heeft zijn balg H4390 H8765 gevuld H5730 van mijn lekkernijen H1740 H8689 ; hij heeft mij verdreven.
  35 H2555 Het geweld H7607 , dat mij en mijn vlees H894 is aangedaan, zij op Babel H559 H8799 ! zegge H3427 H8802 de inwoneres H6726 van Sion H1818 ; en mijn bloed H3427 H8802 zij op de inwoners H3778 van Chaldea H559 H8799 ! zegge H3389 Jeruzalem.
  36 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H7379 : Ziet, Ik zal uw twist H7378 H8801 twisten H5360 , en uw wraak H5358 H8765 wreken H3220 ; en Ik zal haar zee H2717 H8689 droog maken H4726 , en haar springader H3001 H8689 opdrogen.
  37 H894 En Babel H1530 zal worden tot [steen] hopen H4583 , een woning H8577 der draken H8047 , een ontzetting H8322 en aanfluiting H3427 H8802 , dat er geen inwoner zij.
  38 H3162 Zij zullen te zamen H7580 H8799 brullen H3715 als jonge leeuwen H5286 H8804 , briesen H738 H1484 als leeuwenwelpen.
  39 H2527 Als zij verhit zijn H4960 , zal Ik hun drank H7896 H8799 opzetten H7937 H8689 , en zal hen dronken maken H5937 H8799 , opdat zij opspringen H5769 ; maar zij zullen een eeuwigen H8142 slaap H3462 H8804 slapen H6974 H8686 , en niet opwaken H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  40 H3381 H8686 Ik zal hen afvoeren H3733 als lammeren H2873 H8800 om te slachten H352 , als rammen H6260 met bokken.
  41 H8347 Hoe is Sesach H3920 H8738 [zo] veroverd H8416 , en de roem H776 der ganse aarde H8610 H8735 ingenomen H894 ! Hoe is Babel H8047 geworden tot een ontzetting H1471 onder de heidenen!
  42 H3220 Een zee H894 is over Babel H5927 H8804 gerezen H1995 , door de veelheid H1530 harer golven H3680 H8738 is zij bedekt.
  43 H5892 Haar steden H8047 zijn geworden tot verwoesting H6723 , een dor H776 land H6160 en wildernis H776 ; een land H376 , waarin niemand H3427 H8799 woont H2004 , en waar H1121 H120 geen mensenkind H5674 H8799 doorgaat.
  44 H6485 H8804 En Ik zal bezoeking doen H1078 over Bel H894 te Babel H6310 , en Ik zal uit zijn muil H3318 H8689 uithalen H1105 , wat hij verslonden heeft H1471 ; en de heidenen H5102 H8799 zullen niet meer tot hem toevloeien H894 , [want] ook Babels H2346 muur H5307 H8804 is gevallen.
  45 H3318 H8798 Gaat uit H5971 , Mijn volk H8432 , uit het midden H4422 H8761 van haar, en redt H376 een iegelijk H5315 zijn ziel H2740 , vanwege de hittigheid H639 van den toorn H3068 des HEEREN.
  46 H3824 En opdat ulieder hart H7401 H8735 misschien niet week worde H3372 H8799 , en gij vreest H8052 van het gerucht H8085 H8737 , dat gehoord zal worden H776 in het land H8052 ; want er zal een gerucht H935 H8804 komen H8141 in het [ene] jaar H310 , en daarna H8052 een gerucht H8141 in het [andere] jaar H2555 ; en er zal geweld H776 zijn in het land H4910 H8802 , heer H4910 H8802 over heer.
  47 H3117 Daarom ziet, de dagen H935 H8802 komen H6485 H8804 , dat Ik bezoeking zal doen H6456 over de gesneden beelden H894 van Babel H776 ; en haar ganse land H954 H8799 zal beschaamd worden H2491 , en al haar verslagenen H8432 zullen in het midden H5307 H8799 van haar liggen.
  48 H8064 En de hemel H776 en de aarde H7442 H8765 , mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen H894 over Babel H6828 ; want van het noorden H7703 H8802 zullen haar de verstoorders H935 H8799 aankomen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  49 H1571 Gelijk H894 Babel H5307 H8800 geweest is tot een val H2491 der verslagenen H3478 van Israel H894 , alzo zullen te Babel H2491 de verslagenen H776 des gansen lands H5307 H8804 vallen.
  50 H6405 Gij ontkomenen H2719 van het zwaard H1980 H8798 , gaat weg H5975 H8799 , en blijft niet staan H2142 H8798 ; gedenkt H3068 des HEEREN H7350 van verre H3389 , en laat Jeruzalem H3824 in ulieder hart H5927 H8799 opkomen.
  51 H954 H8804 [Gij] [moogt] [zeggen]: Wij zijn beschaamd geworden H2781 , want wij hebben versmaadheid H8085 H8804 gehoord H3639 , schaamroodheid H6440 heeft ons aangezicht H3680 H8765 bedekt H2114 H8801 ; omdat uitlandsen H4720 over de heiligdommen H3068 van des HEEREN H1004 huis H935 H8804 gekomen zijn;
  52 H3117 Daarom ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6485 H8804 , dat Ik bezoeking doen zal H6456 over haar gesneden beelden H2491 ; en de dodelijk verwonde H602 H8799 zal kermen H776 in haar ganse land.
  53 H5927 H8799 Al klom H894 Babel H8064 ten hemel H1219 H8762 op, en al maakte zij vast H4791 de hoogte H5797 harer sterkte H227 , zo H7703 H8802 zullen haar [toch] verstoorders H935 H8799 van Mij overkomen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  54 H6963 Er is een stem H2201 des gekrijts H894 uit Babel H1419 , en een grote H7667 breuk H776 uit het land H3778 der Chaldeen.
  55 H3068 Want de HEERE H7703 H8802 verstoort H894 Babel H1419 , en zal de grootse H6963 stem H6 H8765 uit haar doen vergaan H1530 ; want hunlieder golven H1993 H8804 zullen bruisen H7227 als grote H4325 wateren H7588 ; het geruis H6963 van hunlieder geluid H5414 H8738 zal zich verheffen.
  56 H7703 H8802 Want de verstoorder H935 H8804 komt H894 over haar, over Babel H1368 , en haar helden H3920 H8738 zullen gevangen worden H7198 ; hunlieder bogen H2865 H8765 zijn verbroken H3068 ; want de HEERE H410 , de God H1578 der vergelding H7999 H8763 , zal [hun] zekerlijk H7999 H8762 betalen.
  57 H8269 En Ik zal haar vorsten H2450 , en haar wijzen H6346 , haar landvoogden H5461 , en haar overheden H1368 , en haar helden H7937 H8689 dronken maken H5769 ; en zij zullen een eeuwigen H8142 slaap H3462 H8804 slapen H6974 H8686 , en niet opwaken H5002 H8803 , spreekt H4428 de Koning H8034 , Wiens Naam H3068 is HEERE H6635 der heirscharen.
  58 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7342 : Die brede H2346 muur H894 van Babel H6209 H8771 zal ten enemale H6209 H8698 ontbloot worden H1364 , en haar hoge H8179 poorten H784 zullen met vuur H3341 H8799 aangestoken worden H5971 ; zodat de volken H7385 tevergeefs H3816 , en de natien H1767 ten H784 vure H3021 H8799 zullen gearbeid hebben H3286 H8804 , dat zij mat worden.
  59 H1697 Het woord H5030 , dat de profeet H3414 Jeremia H6680 H8765 beval H8304 aan Seraja H1121 , den zoon H5374 van Nerija H1121 , den zoon H4271 van Machseja H6667 , als hij van Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H894 , naar Babel H3212 H8800 toog H7243 , in het vierde H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H8304 ; en Seraja H4496 was een vreemdzaam H8269 vorst.
  60 H3414 Jeremia H3789 H8799 nu schreef H7451 al het kwaad H894 , dat over Babel H935 H8799 komen zou H259 , in een H5612 boek H1697 , [te] [weten] al deze woorden H894 , die tegen Babel H3789 H8803 geschreven zijn.
  61 H3414 En Jeremia H559 H8799 zeide H8304 tot Seraja H894 : Als gij te Babel H935 H8800 komt H7200 H8804 , zo zult gij zien H7121 H8804 en lezen H1697 al deze woorden;
  62 H559 H8804 En gij zult zeggen H3068 : O HEERE H4725 , Gij hebt over deze plaats H1696 H8765 gesproken H3772 H8687 , dat Gij ze zult uitroeien H3427 H8802 , zodat er geen inwoner in zij H120 , van den mens H929 tot op het beest H5769 , maar dat zij worden zal [tot] eeuwige H8077 woestheden.
  63 H3615 H8763 En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben H5612 dit boek H7121 H8800 te lezen H68 , [dan] zult gij een steen H7194 H8799 daaraan binden H7993 H8689 , en werpen H8432 het in het midden H6578 van den Frath;
  64 H559 H8804 En zult zeggen H894 : Alzo zal Babel H8257 H8799 zinken H6965 H8799 , en niet weder opkomen H6440 , vanwege H7451 het kwaad H935 H8688 , dat Ik over haar zal brengen H3286 H8804 , en zij zullen mat worden H1697 . Tot hiertoe zijn de woorden H3414 van Jeremia.